Vlaamse Overheid
opleidingsbeleid
Social profit stapt mee in werk- en opleidingsbeleid
Persmededeling van de Vlaamse Regering
vrijdag 9 november 2007
De Vlaamse Regering en minister van Werk Frank VANDENBROUCKE hebben
vandaag, 9 november, de werkingssubsidie van de sectorconvenant social
profit goedgekeurd. In deze eerste convenant van het nieuwe type
(2007-2009) gaat vooral aandacht naar bruggen tussen onderwijs en
werk, een modern competentiebeleid en diversiteit. De social profit
stapt met deze nieuwe afspraken mee in het beleid van de minister van
Werk, dat gericht is op investering in talent.
Dat de afspraken tussen de Vlaamse sectoren en de Vlaamse overheid
belangrijk zijn voor de uitwerking van het beleid werd vorige maand
nog eens onderstreept. Uit een evaluatierapport van tien
sectorconvenants (2005-2006) bleek toen dat er dankzij deze afspraken
op een jaar tijd 2.500 knelpuntvacatures in de bewuste sectoren waren
ingevuld. Uit het rapport valt ook de stijgende interesse van de
sectoren voor diversiteit en opleidingen af te lezen.
In de afspraken die de regering nu met de social profit maakt, worden
enkele nieuwe stappen gezet.
Allereerst engageert de sector zich om in de periode 2007-2009 extra
promotie te voeren voor beroepen uit de sector. Dat gebeurt enerzijds
via het onderwijs, door mee te stappen in onderwijsprojecten zoals
proeftuinen of inleefmomenten, anderzijds gaat de sector haar beroepen
ook beter op de kaart zetten via promotie in het Gentse Beroepenhuis
en via beroepenfiches. Interessant is tenslotte de afspraak om 300
werknemers die nu al in de sector zitten via een studiebonus van 100
euro aan te sporen om het diploma A2 opvoeder te behalen.
Traditioneel heeft de sector al een zeer hoog aantal stageplaatsen
(60.000 per jaar), maar toch gaat ze in de komende jaren nog
bijzondere aandacht besteden aan meer en beter werkplekleren. Dat
betekent extra inspanningen om de kwaliteit van zowel stage- als
werkervaringsplaatsen te verbeteren, maar ook aandacht voor de
leerlingen uit het deeltijds beroepsonderwijs (DBSO). Met de regering
werd afgesproken jaarlijks 300 werkervaringsplaatsen voor deze groep
aan te bieden (waarvan 60 brugtrajecten in de sociale werkplaatsen).
Tegelijk worden ook werkzoekenden in opleiding aangesproken: voor hen
voorziet de sector jaarlijks 2.000 stageplaatsen.
De sector stapt ook mee in de uitbouw van het competentiebeleid dat
Frank Vandenbroucke voorstaat: dat beleid wil ook de kennis en de
vaardigheden die na de schoolloopbaan opgebouwd zijn, naar waarde
schatten. Dat is voor de social profit niet evident: aan de vele
gesubsidieerde jobs zijn vaak diplomavereisten gekoppeld. Toch wil de
sector het competentiedenken een plaats geven in haar organisatie. Dat
gaat van de invoering van ervaringsbewijzen (bijvoorbeeld in de
kinderopvang) over peterschappen tot deelname aan "Lerende netwerken
competentiemanagement".
Het laatste deel van de afspraken slaat op diversiteit. De meest in
het oog springende afspraak is het engagement om 10% van de jobgroei
van de sector in te vullen met allochtone werknemers. Dat betekent
onder meer dat ook meer werkervaringsplaatsen door allochtonen
ingevuld zullen worden. De sector richt ook een Taskforce Diversiteit
op en stapt mee in de promotie van Jobkanaal. Tenslotte wordt ook het
gebruik van diversiteitsplannen in de sector gestimuleerd. Daarnaast
ondersteunt de sector de organisaties in de ontwikkeling van een
leeftijdsbewust personeelsbeleid. Onder meer via samenwerking met het
Expertisecentrum Leeftijd en Werk.
Voor deze afspraken krijgt de sector 357.000 euro, goed voor 7
voltijdse sectorconsulenten. Die moeten toezien op de uitvoering en
opvolging van deze afspraken en bruggen leggen of problemen melden
waar nodig.
Minister Frank Vandenbroucke noemt de convenant een mooi voorbeeld van
hoe een sector en de overheid de handen in elkaar slaan om via
duidelijk omschreven engagementen op het terrein effectief vooruitgang
te boeken. In dit geval met het concreet maken van het
competentiebeleid, de aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt en het
diversiteitsbeleid.
Voor meer persinformatie kunt u terecht bij:
Hendrik Van Poele, persmedewerker minister Vandenbroucke
Tel: 02 552 68 49
GSM: 0497 48 19 51
Email: persdienst.vandenbroucke@vlaanderen.be