NVZ Vereniging van Ziekenhuizen
Substitutiebepaling in beleidsregel dure geneesmiddelen aangepast
Ondanks fel protest van ondermeer de Orde van Medisch Specialisten,
patiëntenorganisaties, wetenschappelijke verenigingen, NFU, NPCF,
NFKpv en NVZ wordt vanaf januari 2008 bij gelijke therapeutische
waarde tussen twee behandelmethoden nog maar 80 procent vergoed van de
netto inkoopkosten van de goedkoopste behandelmethode.
Dit is het gevolg van een besluit van de (NZa) de substitutiebepaling
in de beleidsregel dure geneesmiddelen aan te passen.
De NVZ vreest voor de toegankelijkheid en de kwaliteit van de zorg.
Daarnaast vergroot de verandering in de substitutiebepaling de
bekostigingsproblematiek. Volgens de NVZ is het veel beter om nu alle
energie te richten op het voorbereiden van de nieuwe bekostiging per 1
januari 2009.
Kwaliteit en toegankelijkheid onder druk
Deze aanpassing is voor de NVZ niet acceptabel. De ziekenhuizen voeren
al een stringent beleid rondom doelmatig voorschrijven en afleveren
van geneesmiddelen. Maar juist bij een behandeling met dure
(antikanker)medicijnen is van groot belang dat kan worden veranderd
van medicament als dit medisch noodzakelijk is. De aanpassing van de
NZa staat hiermee op gespannen voet en frustreert het leveren van
"tailored therapy" zoals medisch specialisten voorstaan. Dat vergroot
het gevaar van zogeheten postcodegeneeskunde en bedreigt tevens de
professionele autonomie van de arts. Een patiënt moet immers te allen
tijde het vertrouwen hebben dat een arts de beste behandeling voor
zijn aandoening voorschrijft.
Postcodegeneeskunde
Partijen vrezen voor de terugkeer van postcodegeneeskunde. Een
situatie die ontstaat doordat ernstig zieke (kanker)patiënten in het
ene ziekenhuis wel en in het andere ziekenhuis niet de meest werkzame
geneesmiddelen krijgen toegediend als gevolg van de
bekostigingssystematiek van de betreffende geneesmiddelen.
Vergoedingspercentage
De NVZ pleit voor ophoging van deze vergoeding van 80 procent naar een
volledige vergoeding. De huidige beperkte vergoeding leidt namelijk
tot problemen met de toegankelijkheid van de zorg voor patiënten. De
aanpassing van de substitutiebepaling leidt ertoe dat de vergoeding
van dure geneesmiddelen zelfs onder het vergoedingspercentage van 80
procent uitkomt. Dit is in strijd met de aanpassing die de minister
van Volksgezondheid, Welzijn, Sport (VWS) zelf heeft gewild met ingang
van 2006 (ophoging van het vergoedingspercentage naar vast 80
procent). In feite is de aanpassing een verkapte budgetkorting die
komt bovenop de al aangekondigde kortingen voor onze sector.