ChristenUnie
Bijdrage spoeddebat over het ontslagrecht
Bijdrage spoeddebat over het ontslagrecht
woensdag 07 november 2007 10:14
De heer Cramer (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik vervang mijn collega mevrouw OrtegaMartijn, die vastzit
in een voorbereidend gesprek van de onderzoekscommissie over het
onderwijs. Ik vind het fijn dat het debat op dit tijdstip van de avond
kon plaatsvinden. Dit gaf mij de gelegenheid om tussendoor naar de
kerk te gaan, om daar een dankdienst voor gewas en arbeid mee te
maken.
De aanleiding voor dit debat is wat mij betreft erg dun. Een collega
doet een uitspraak op de Antillen. D66 bewijst het
besluitvormingsproces geen dienst door een spoeddebat aan te vragen en
de minister naar de Kamer te halen. Ik denk dat de minister deze tijd
veel beter had kunnen besteden door het oude voorstel aan te passen.
De fractie van de ChristenUnie ziet met spanning uit naar het andere
voorstel waarmee de minister zal komen.
Mevrouw Koser Kaya (D66): Ik word genoemd door de heer Cramer en wil
daarop reageren. Wij hebben het vandaag over een van de belangrijkste
maatschappelijke onderwerpen op dit moment.
De voorzitter:
U moet geen algemene beschouwingen geven, maar gewoon kort spreken.
Mevrouw Koser Kaya (D66):
Het wordt kort. Ik zou het fijn vinden als ik mijn zin kan afmaken.
Zo'n maatschappelijk belangrijk debat hoort niet in de pers of in de
achterkamertjes gehouden te worden, maar in de Kamer. De PvdA heeft
het referendum en het Irak-onderzoek weggegeven. Ik hoop niet dat deze
belangrijke democratische werkwijze van de Kamer ook verkwanseld
wordt.
De heer Cramer (ChristenUnie):
Volgens mij is er geen enkele sprake van verkwanselen of wat dan ook.
De fractie van de ChristenUnie is buitengewoon helder geweest in haar
standpunt over dit onderwerp. Wij wachten de voorstellen dus af en
zullen deze beoordelen.
Mevrouw Koser Kaya (D66):
Dan moet de heer Cramer niet zeggen dat ik hierover geen spoeddebat
had moeten aanvragen. Dit soort zeer belangrijke debatten behoort hier
gehouden te worden. Dit moet niet in de pers of in de achterkamertjes
gebeuren.
De heer Cramer (ChristenUnie):
Ik ben het uiteraard eens met mevrouw Koser Kaya dat spoeddebatten in
de Kamer gehouden moeten worden. Dan moeten ze wel gaan over
onderwerpen en teksten die ertoe doen, niet over losse uitspraken die
ergens buiten gedaan zijn. Wij hebben het hier niet over de
inhoudelijke tekst. Er is een uitspraak gedaan door een collega. Wat
mij betreft is dit niet een aanleiding voor een spoeddebat. Ik ben
daar volgens mij duidelijk in geweest.
De heer Nicolaï(VVD):
Mag ik uit de laatste zin van de heer Cramer opmaken dat de
ChristenUnie-fractie op dezelfde positie staat als de PvdA-fractie en
de Partij van de Arbeid? Hij zei namelijk: "Wij zullen het voorstel
bekijken dat de heer Donner naar de Kamer dreigt te sturen".
De heer Cramer (ChristenUnie):
Ja, dat heb ik zo geformuleerd: "het voorstel dreigt te sturen". De
heer Nicolaï hoort mij nu niet zeggen dat ik op het standpunt van de
PvdA sta. Wij zijn hierin buitengewoon kritisch geweest. De
ChristenUnie heeft de positie gekozen dat wij de voorstellen zullen
beoordelen en het ontslagrecht zoals de minister het voorstelt, niet
gelijk zullen accepteren. Daarin zijn wij vanaf het eerste moment
helder geweest.
Mevrouw Van Gent (GroenLinks):
Ik heb twee vragen. Ten eerste: vindt de ChristenUnie ook niet dat het
allemaal wat lang duurt en dat het allemaal een bepaald
zieligheidsgehalte krijgt, en dat die 200.000 mensen een beetje de
dupe worden van dit politieke gesteggel? Ten tweede: vindt de
ChristenUnie-fractie nog steeds de preventieve toets heel belangrijk
en wil zij die niet afschaffen?
De heer Cramer (ChristenUnie):
Laat ik kort zijn. Op de eerste vraag van mevrouw Van Gent is het
antwoord: ja, nee, ja. Op de tweede vraag is het antwoord: ja, nee.
Mevrouw Van Gent (GroenLinks):
De heer Cramer staat helemaal te stralen omdat hij zo'n geinig
antwoord geeft.
De heer Cramer (ChristenUnie):
Dank u wel.
Mevrouw Van Gent (GroenLinks):
Ik geef u dat compliment graag. Zegt u nu eigenlijk ook: "Minister
Donner, houd er maar mee op en ga aan de slag met die 200.000 mensen"?
De heer Cramer (ChristenUnie):
Ik ga niet tegen ministers zeggen dat zij ergens mee moeten ophouden.
Wij hebben duidelijk gemaakt dat de ChristenUnie op dit punt een
andere visie heeft dan de minister. Wat betreft de vraag of het voor
de 200.000 mensen die aan de slag moeten, tijd wordt dat er echt iets
gebeurt, ben ik het volstrekt eens met hoe mevrouw Hamer het
verwoordde: ja, dat wordt hoog tijd.