(c) 2007, Ministerie van Defensie | Laatste publicatie 8 november 2007
KAMERVRAGEN EN ANTWOORDEN
08-11-2007
Beantwoording vragen Oefeningen met laagvliegende helikopters in natuurgebieden
Vraagsteller: Lid Ouwehand (PvdD)
Hierbij bied ik u, mede namens de minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit, de antwoorden aan op vragen van het lid Ouwehand
(PvdD) over oefeningen met laagvliegende helikopters in
natuurgebieden (2070802920).
STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Beantwoording vragen Oefeningen met
laagvliegende helikopters in natuurgebieden | 23 kB
Ministerie van Defensie Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88 Aan De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Datum 8 november 2007 Ons kenmerk D2007030724 Onderwerp Antwoorden op vragen van het lid Ouwehand (PvdD) over oefeningen met laagvliegende helikopters in natuurgebieden Hierbij bied ik u, mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de antwoorden aan op vragen van het lid Ouwehand (PvdD) over oefeningen met laagvliegende helikopters in natuurgebieden (2070802920).
DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Pagina 1/4 Ministerie van Defensie
1. Bent u op de hoogte van de klachten over de vele laagvliegoefeningen die Defensie houdt boven Veluwse natuurgebieden? 1)
Ja.
2. Kunt u aangeven of er een directe aanleiding is om de frequenties van dergelijke oefeningen te verhogen en de vlieghoogtes te verlagen?
Voorafgaand aan de uitzending van eenheden en personeel naar Afghanistan in het kader van ISAF Stage III wordt iedere vier maanden een grote afsluitende integratieoefening gehouden. Dit gebeurt met een hogere frequentie dan in het verleden. De vlieghoogtes zijn niet aangepast.
3. Kunt u aangeven wat gedaan wordt om verstoring van en schade aan dieren, natuur en milieu bij deze oefeningen te vermijden?
Defensie streeft er naar om verstoring, overlast en schade als gevolg van oefeningen te vermijden. Oefeningen worden zoveel mogelijk gespreid over de verschillende laagvlieggebieden. Ook binnen het laagvlieggebied worden oefeningen gespreid. Sinds twee jaar wordt bijvoorbeeld in de bronsttijd, naar aanleiding van gesprekken met de Veluwecommissie en in goed overleg met de "Vereniging ter Behoud van het Veluws Hert", rekening gehouden met de belangrijke bronstgebieden. Dit geschiedt zowel in tijd als in ruimte. Hiermee wordt door Defensie naar vermogen invulling gegeven aan het in stand houden van de natuurwaarden op de Veluwe.
4. Wat is de minimale vlieghoogte die is toegestaan voor legerhelikopters? Heeft u de indruk dat deze minimale vlieghoogte gerespecteerd wordt?
De algemene vlieghoogte van helikopters in Nederland is 50 meter. Binnen een laagvlieggebied is de minimale hoogte 30 meter of zoveel lager als noodzakelijk is voor het uitvoeren van de opdracht, zoals bijvoorbeeld het in- of uitstappen van personeel, het aanhaken van lading of het uitvoeren van verkenningen met
gebruikmaking van sluipvliegtechnieken. De minimale vlieghoogten worden gerespecteerd.
5. Welke garanties kunt u bieden dat verdere overlast en schade door dergelijke oefeningen vermeden zullen worden?
Ik verwijs naar het antwoord bij vraag 3. Overigens is het niet mogelijk een garantie te geven dat overlast of verstoring als gevolg van dit type oefeningen in alle gevallen vermeden kan worden.
1) http://www.dumpert.nl/mediabase/29033/57957b8d/heli's_maken_veluwe_stuk.html
Ministerie van Defensie