Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht

PB07-073
8 november 2007

Inflatie omhoog door duurdere voeding

De inflatie is in oktober 2007 uitgekomen op 1,6 procent. Dat is 0,3 procentpunt hoger dan in september. Zo blijkt uit het consumentenprijsindexcijfer van het CBS. De stijging is vooral toe te schrijven aan hogere prijzen van voeding. Volgens de raming van Eurostat komt de inflatie in de eurozone in oktober uit op 2,6 procent. De Nederlandse inflatie ligt daar dus fors onder.

Voedingsmiddelen en brandstoffen duurder Voedingsmiddelen verhoogden de inflatie met bijna 0,2 procentpunt. Brood, melkproducten en verse groenten waren 6 tot 7 procent duurder dan een jaar eerder.
De hogere brandstofprijzen droegen voor 0,1 procentpunt bij aan de toename van de inflatie. Gemiddeld lagen de brandstofprijzen 9,6 procent hoger dan een jaar geleden.

Inflatie in de eurozone stijgt nog sterker De Nederlandse inflatie volgens de Europees geharmoniseerde methode (HICP) is in oktober ook gestegen naar 1,6 procent. In september was dat nog 1,3 procent. Volgens de raming van Eurostat komt de inflatie van de eurozone in oktober uit op 2,6 procent. Dit is 0,5 procentpunt hoger dan in september. De inflatie in Nederland lag in oktober dus 1,0 procentpunt lager dan gemiddeld in de eurozone.

Technische toelichting
ln.... consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van de overeenkomstige periode in Inflatie
De inflatie in Nederland wordt gemeten als de stijging van de sbc.... Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex het voorgaande jaar. De consumentenprijsindex geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten zoals dit gemiddeld wordt aangeschaft door de Nederlandse huishoudens. w De geharmoniseerde indices dienen speciaal voor het vergelijken van de w inflatie tussen de lidstaten van de Europese Unie. Het CBS publiceert daartoe w voor Nederland naast de CPI de HICP (Harmonized Index of Consumer Prices). Voor Europa zijn er twee met de HICP vergelijkbare CBS Persbericht PB07-073 pagina 1 van 5

inflatiemaatstaven. De consumentenprijsindex voor de monetaire unie (de MUICP) geeft de gemiddelde prijsontwikkeling weer in de 13 landen die de euro hebben ingevoerd (de eurozone). De Europese index van consumentenprijzen (EICP) geeft de gemiddelde prijsontwikkeling weer in de 27 landen van de Europese Unie. De uitkomsten over oktober 2007 voor de afzonderlijke landen van de Europese Unie worden op 15 november gepubliceerd door Eurostat.
Voorlopige uitkomsten
De uitkomsten over de consumentenprijsindex zijn in de regel één maand voorlopig. Cijfers kunnen worden aangepast op grond van nagekomen gegevens.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u de website van het CBS bezoeken (www.cbs.nl) . Op de website vindt u ook het conjunctuurbericht van het CBS, waarin een samenhangend beeld wordt gegeven van de conjuncturele ontwikkeling. U kunt zich op het conjunctuurbericht abonneren via de website (Informatie voor/Publiek/Abonnementen). Het telefoonnummer van de persdienst is (070) 337 44 44.

CBS Persbericht PB07-073 pagina 2 van 5

Inflatie, historische reeks

Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. Jaar in procenten
1989 0,8 0,9 0,8 1,1 1,0 1,0 1,1 1,1 1,3 1,4 1,2 1,3 1,1 1990 2,2 2,3 2,3 2,2 2,3 2,3 2,4 2,4 2,7 2,9 2,8 2,6 2,5 1991 3,2 2,9 3,2 3,1 3,2 3,4 4,5 4,6 4,4 4,5 4,8 4,9 3,9 1992 4,1 4,4 4,2 4,4 4,2 4,0 3,1 3,5 3,4 3,0 2,9 2,6 3,7 1993 2,5 2,4 2,3 2,3 2,3 2,1 2,2 2,0 1,8 1,9 1,7 1,7 2,1 1994 2,4 3,0 2,9 2,8 2,9 3,0 2,7 2,6 2,7 2,8 2,5 2,6 2,7 1995 2,4 2,4 2,3 2,3 2,1 2,1 1,8 1,5 1,5 1,3 1,6 1,7 2,0 1996 1,9 1,8 2,0 2,0 2,0 1,8 2,2 1,9 2,0 2,4 2,3 2,5 2,1 1997 2,3 2,2 2,0 1,8 2,2 2,2 2,3 2,6 2,6 2,3 2,5 2,3 2,2 1998 1,8 2,2 2,3 2,4 2,0 2,2 2,0 1,7 1,7 1,9 1,7 1,7 2,0 1999 2,2 2,1 2,2 2,2 2,3 2,3 2,1 2,6 2,2 2,1 2,2 2,2 2,2 2000 2,0 2,0 1,9 2,1 2,4 2,7 2,8 2,5 2,9 3,1 3,0 2,9 2,6 2001 4,2 4,5 4,6 4,9 4,9 4,5 4,6 4,7 4,7 4,3 4,2 4,4 4,5 2002 4,0 3,8 3,6 3,6 3,3 3,4 3,4 3,3 3,3 3,2 3,1 3,1 3,4 2003 2,4 2,4 2,4 2,1 2,0 2,0 2,1 2,1 2,0 2,0 2,0 1,7 2,1 2004 1,3 1,2 1,1 1,4 1,5 1,4 1,1 1,1 1,0 1,4 1,3 1,2 1,2 2005 1,5 1,6 1,8 1,5 1,3 1,6 1,6 1,8 1,8 1,6 1,8 2,0 1,7 2006 1,3 1,1 1,0 1,2 1,2 1,3 1,3 1,4 1,1 0,9 1,0 1,1 1,1 2007 1,4 1,5 1,8 1,8 1,8 1,7 1,5 1,1 1,3 1,6 *)
*) Voorlopige cijfers.
NB. Van jan. 1989 ­ jan. 1994: reeks werknemers met een laag inkomen 1985=100 Van febr. 1994 ­ sep. 1997: reeks alle huishoudens 1990=100 Van okt. 1997 ­ dec. 2002: reeks alle huishoudens 1995=100 Van jan. 2003 ­ dec. 2006: reeks alle huishoudens 2000=100 Vanaf jan. 2007 : reeks alle huishoudens 2006=100 Bron: CBS

CBS Persbericht PB07-073 pagina 3 van 5

Procentuele wijzigingen t.o.v. de overeenkomstige periode uit het voorgaande jaar

Nationale CPI Nederland Geharmoniseerde index

Alle Alle Nederland Eurozone Europese huishoudens huishoudens Unie afgeleid 1) jaargemiddelden
1997 2,2 2,0 1,9 1,6 1,7 1998 2,0 1,7 1,8 1,1 1,3 1999 2,2 1,7 2,0 1,1 1,2 2000 2,6 2,2 2,3 2,1 1,9 2001 4,5 3,6 5,1 2,3 2,2 2002 3,4 3,4 3,9 2,2 2,1 2003 2,1 1,9 2,2 2,1 2,0 2004 1,2 0,9 1,4 2,1 2,0 2005 1,7 1,4 1,5 2,2 2,2 2006 1,1 1,5 1,7 2,2 2,2 maanden
januari 2006 1,3 1,6 1,8 2,4 2,3 februari 2006 1,1 1,5 1,4 2,3 2,2 maart 2006 1,0 1,4 1,4 2,2 2,1 april 2006 1,2 1,7 1,8 2,5 2,3 mei 2006 1,2 1,8 1,8 2,5 2,4 juni 2006 1,3 1,7 1,8 2,5 2,4 juli 2006 1,3 1,7 1,7 2,4 2,4 augustus 2006 1,4 1,8 1,9 2,3 2,3 september 2006 1,1 1,4 1,5 1,7 1,9 oktober 2006 0,9 1,3 1,3 1,6 1,8 november 2006 1,0 1,3 1,6 1,9 2,1 december 2006 1,1 1,5 1,7 1,9 2,2 januari 2007 1,4 1,2 1,2 1,8 2,1 februari 2007 1,5 1,3 1,4 1,8 2,1 maart 2007 1,8 1,6 1,9 1,9 2,3 april 2007 1,8 1,6 1,9 1,9 2,2 mei 2007 1,8 1,6 2,0 1,9 2,1 juni 2007 1,7 1,6 1,8 1,9 2,1 juli 2007 1,5 1,3 1,4 1,8 2,0 augustus 2007 1,1 1,0 1,1 1,7 1,9 september 2007 1,3 1,2 1,3 2,1 *) 2,2 *) oktober 2007 1,6 *) 1,5 *) 1,6 *) 2,6 *) 1) In de afgeleide consumentenprijsindices van het CBS is het effect van veranderingen in de tarieven van de consumptie- gebonden belastingen en subisidies uit de prijsontwikkeling geëlimineerd. Enkele voorbeelden zijn BTW en accijns, motorrijtuigenbelasting, hondenbelasting, maar ook subsidies op milieuvriendelijke producten.
*) Voorlopige cijfers
Bron: CBS/Eurostat
CBS Persbericht PB07-073 pagina 4 van 5

Mutatie consumentenprijsindex alle huishoudens (2006 = 100) naar artikelgroep Artikelgroep Weging Mutatie okt '07 *) t.o.v. Bijdrage aan inflatie % sep '07 okt '06 sep '07 okt '07 *) 0 Totaal bestedingen 100,0 0,0 1,6 1,3 1,6 1 Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken 10,8 0,8 1,7 0,0 0,2 Voedingsmiddelen 9,9 0,8 1,5 0,0 0,1 Brood en graanproducten 2,0 2,2 3,7 0,0 0,1 Vlees 2,2 -0,1 -0,5 0,0 0,0 Vis, schaal- en schelpdieren 0,4 0,5 -1,3 0,0 0,0 Melk, kaas en eieren 1,4 2,5 6,2 0,1 0,1 Oliën en vetten 0,2 2,2 5,5 0,0 0,0 Fruit 0,8 -1,5 1,3 0,0 0,0 Groenten en aardappelen 1,1 0,2 0,6 0,0 0,0 Suiker, zoetwaren en ijs 0,9 0,3 -0,4 0,0 0,0 Overige voedingsmiddelen 1,0 0,3 -1,8 0,0 0,0 Alcoholvrije dranken 0,9 0,3 4,5 0,0 0,0 Koffie, thee en cacao 0,3 -0,5 1,9 0,0 0,0 Mineraalwater, frisdranken en sappen 0,6 0,7 5,8 0,0 0,0 2 Alcoholhoudende dranken en tabak 3,0 0,4 2,0 0,0 0,1 Alcoholhoudende dranken 1,2 1,0 1,9 0,0 0,0 Tabak 1,8 0,0 2,1 0,0 0,0 3 Kleding en schoeisel 5,4 0,9 -1,2 -0,1 -0,1 Kleding en kledingstoffen 4,5 0,9 -1,3 -0,1 -0,1 Schoeisel en schoenreparaties 0,9 0,7 -1,0 0,0 0,0 4 Huisvesting, water en energie 23,5 0,0 1,6 0,4 0,4 Werkelijke huur 6,4 0,0 1,4 0,1 0,1 Toegerekende huur eigen woning 9,9 0,0 1,4 0,1 0,1 Onderhoud en reparatie van de woning 1,5 0,3 5,1 0,1 0,1 Watervoorziening en overige diensten i.v.m. de woning 1,0 0,1 1,6 0,0 0,0 Energie 4,8 0,0 1,3 0,1 0,1 5 Stoffering, huishoudelijke apparaten 6,2 0,3 1,6 0,1 0,1 Meubelen en vloerbedekking 2,5 0,6 1,7 0,0 0,0 Huishoudtextiel 0,5 -0,8 1,6 0,0 0,0 Huishoudelijke apparatuur incl. reparatie 0,7 0,3 -1,2 0,0 0,0 Vaat- en glaswerk en huishoudelijke artikelen 0,6 0,8 3,3 0,0 0,0 Gereedschappen en werktuigen voor huis en tuin 0,4 0,2 1,9 0,0 0,0 Dagelijks woningonderhoud 1,5 0,1 2,0 0,0 0,0 6 Gezondheid 1,1 -0,2 0,9 0,0 0,0 7 Vervoer 11,3 0,1 4,0 0,3 0,4 Aankoop voertuigen 3,2 0,0 0,9 0,0 0,0 Gebruik van privé-voertuigen, w.o. autobrandstoffen 6,4 0,0 6,3 0,3 0,4 Vervoersdiensten 1,8 0,8 1,4 0,0 0,0 8 Communicatie 4,7 -1,8 -3,4 -0,1 -0,2 9 Recreatie en cultuur 10,2 -0,2 -0,7 -0,1 -0,1 Audio en video, computers en software 2,0 -1,8 -12,8 -0,2 -0,3 Duurzame goederen voor recreatie en cultuur 0,5 0,1 2,0 0,0 0,0 Spelartikelen, bloemen, planten en huisdieren 1,9 -0,5 2,0 0,0 0,0 Recreatieve en culturele dienstverlening 2,3 0,4 3,2 0,1 0,1 Boeken, kranten, tijdschriften en schrijfwaren 1,9 0,8 1,3 0,0 0,0 Pakketreizen 1,5 0,0 2,3 0,0 0,0 10 Onderwijs 0,1 0,0 -0,8 0,0 0,0 11 Hotels, cafés en restaurants 4,6 0,2 3,4 0,2 0,2 Restaurants, cafés en kantines 4,2 0,1 3,2 0,1 0,1 Accommodatie 0,5 1,0 4,9 0,0 0,0 12 Diverse goederen en diensten 11,1 0,2 3,4 0,4 0,4 Lichaamsverzorging 2,3 0,6 2,9 0,0 0,1 Artikelen voor persoonlijk gebruik, n.e.g. 0,8 0,4 3,7 0,0 0,0 Sociale bescherming (w.o. kinderopvang, thuiszorg) 1,2 0,0 2,7 0,0 0,0 Verzekering 3,9 0,0 2,9 0,1 0,1 Financiële diensten 0,9 0,1 6,6 0,1 0,1 Andere diensten n.e.g. 2,0 0,2 3,7 0,1 0,1 13 Consumptiegebonden belastingen en overheidsd. 3,4 0,0 2,4 0,1 0,1 Consumptiegebonden belastingen 2,6 0,0 2,6 0,1 0,1 Overheidsdiensten, w.o. college- en lesgeld VO 0,8 0,0 1,6 0,0 0,0 14 Consumptie in het buitenland 4,6 -1,8 2,7 0,1 0,1
*) Voorlopige cijfers.
Bron: CBS
CBS Persbericht PB07-073 pagina 5 van 5


---- --