Unilever en andere multinationals veroorzaken klimaatramp Indonesië

08/11/2007 08:51



St. Greenpeace Nederland



Amsterdam, 8 november 2007

Unilever en andere multinationals veroorzaken klimaatramp Indonesië Veenbossen Indonesië verwoest voor palmolieplantages

Multinationals als Unilever, Nestlé en Procter & Gamble veroorzaken de verwoesting van veenbossen in Indonesië om in de groeiende vraag naar palmolie te voorzien. Dit blijkt uit het rapport 'Cooking the Climate' dat Greenpeace vandaag lanceert. De veenbossen van Indonesië zijn een van de rijkste opslagplaatsen van koolstof ter wereld. Wanneer het veen wordt drooggelegd of in brand gestoken voor palmolieplantages, ontsnapt de koolstof die er nu in opgeslagen ligt. Dit betekent een enorme klimaatramp. Greenpeace roept op tot een onmiddellijk verbod op de ontbossing voor palmolieplantages.

"De productie van palmolie loopt volledig uit de hand", zegt Suzanne Kröger, campagneleider bossen bij Greenpeace. "De laatste wouden van Indonesië worden gekapt voor palmolie voor dagelijkse boodschappen als margarine, chips en wasmiddel. Hiermee verdwijnt het leefgebied van de Sumatraanse tijger en de orang-oetan. Voedselgiganten als Unilever zijn direct betrokken: voor producten als Knorr soepen en de cosmetica van Dove neemt Unilever af van leveranciers van palmolie uit verwoeste bosgebieden."

Een kwart van alle palmolieplantages van Indonesië ligt in de provincie Riau op het eiland Sumatra. De veenbossen van Riau bevatten de hoogste concentratie koolstof ter wereld. Als alle veenbossen in Riau verwoest worden, komt een hoeveelheid broeikasgas vrij gelijk aan de jaarlijkse wereldwijde uitstoot. De verdere uitbreiding van palmolieplantages is dus een regelrechte ramp voor het klimaat. Toch wil de provincie Riau in de komende jaren nog eens drie miljoen hectare palmolieplantages aanleggen.

Levensmiddelenfabrikanten als het Brits-Nederlandse Unilever nemen hun palmolie af van producenten die zich schuldig maken aan het verwoesten van de veenbossen in Riau. De bedrijven ADM-Kuok-Wilmar, Sinar Mas en Duta Palma branden deze bossen plat voor de aanleg van hun plantages. Uit het onderzoek van Greenpeace blijkt dat Duta Palma hierbij handelt in strijd met de Indonesische wet. De producent ontbost in gebieden waar de veenlaag meer dan twee meter dik is. Veengronden vanaf deze dikte zijn bij wet beschermd.

De palmolie komt zonder enige belemmering op de Nederlandse markt. Nederland is de grootste importeur van Indonesische palmolie in Europa. Door de import van deze palmolie werd tussen 1995 en 2005 bijna 130.000 hectare bos verwoest. Voor het tegengaan van ontbossing vertrouwt de Nederlandse regering op vrijwillige initiatieven vanuit het bedrijfsleven. Voor palmolie is dit de Roundtable on Sustainable Palmoil (RSPO), waarvan Unilever voorzitter is. Uit het onderzoek blijkt echter dat de leden van de RSPO zich in de praktijk toch schuldig maken aan ontbossing. Alleen met bindende regelgeving kunnen bedrijven gestopt worden.

"Door de snelle ontbossing is Indonesië nu al de derde uitstoter van broeikasgassen ter wereld. Op dit moment heeft het land zes miljoen hectare palmolieplantages. De komende jaren dreigt deze oppervlakte te verviervoudigen", aldus Suzanne Kröger. "Dit probleem kan het bedrijfsleven zelf niet oplossen. Er moet een moratorium komen op de ontbossing voor palmolieplantages. Volgende maand praten wereldleiders in Bali over het tegengaan van klimaatverandering. Een verbod op ontbossing is een eerste, effectieve stap."

Zie ook:
www.greenpeace.nl
www.greenpeace.nl/oerbosvrij