31 087 Wijziging van enige wetten teneinde het verhaal van kosten van re-
integratiemaatregelen te vergemakkelijken
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
De regering heeft met genoegen geconstateerd dat de fracties de doelstelling van het
wetsvoorstel, te weten het vergemakkelijken van het verhaal van re-integratiekosten door
(overheids)werkgevers en het UWV, onderschrijven. Zo zijn de leden van de CDA-fractie met
de regering van oordeel dat het wetsvoorstel op een aantal punten duidelijkheid verschaft
waarmee de re-integratie van zieke werknemers is gediend. Deze leden kunnen dan ook
instemmen met de hoofdlijnen van het wetsvoorstel. Wel bestaan er bij hen enkele vragen
over de uitvoeringspraktijk en de mogelijkheid tot het verhalen van redelijke kosten op een
aansprakelijke derde. Zo vragen deze leden of een aantal voorbeelden kan worden gegeven
van situaties waarin sprake is van een aansprakelijke derde. Verder vragen deze leden of
bijvoorbeeld ook een particulier of een sportvereniging een aansprakelijke derde kan zijn.
Een aansprakelijke derde kan bijvoorbeeld een automobilist zijn die een verkeersongeval
heeft veroorzaakt en daarvoor ingevolge artikel 185 WVW 1994 of artikel 6:162 BW
aansprakelijk is. Voorts valt te denken aan een arts die een medische fout heeft begaan. Een
aansprakelijke derde kan ook een particulier zijn die een verkeersongeval heeft veroorzaakt of
een sportvereniging waar tijdens een wedstrijd een ernstige blessure is ontstaan. Daarbij zij er
wellicht ten overvloede op gewezen dat het enkele ontstaan van de schade nog niet tot
aansprakelijkheid leidt.
De leden van de CDA-fractie vragen of het kostenverhaal in het algemeen plaatsvindt via
verzekering.
Dit zal in de praktijk inderdaad de meest voorkomende situatie zijn, omdat zowel
particulieren als rechtspersonen doorgaans hun aansprakelijkheid door verzekering hebben
gedekt. In dat geval zal de schade in de regel door de aansprakelijkheidsverzekeraar worden
vergoed.
De leden van de CDA-fractie vragen of onder de noemer van redelijkheid ook rekening kan
worden gehouden met de draagkracht van de aansprakelijke derde.
Daar wordt onder die noemer geen rekening mee gehouden. Met de in de voorgestelde
bepalingen voorkomende woorden "redelijke kosten" wordt tot uitdrukking gebracht dat de
omvang van de kosten van re-integratie redelijk moeten zijn geweest. Daarmee is niet gezegd
dat onder omstandigheden geen rekening kan worden gehouden met de draagkracht van een
aansprakelijke derde. Ingevolge artikel 6:109 BW kan de rechter immers een verplichting tot
schadevergoeding matigen indien toekenning van volledige schadevergoeding
onaanvaardbare gevolgen zou hebben. De draagkracht van beide partijen is een
omstandigheid die bij de beoordeling daarvan van belang is.
De leden van de CDA-fractie vragen welke bezwaren er bestaan tegen verhaal van de
brutoloonkosten in plaats van nettoloonkosten door de werkgever. Ook de leden van de VVD-
fractie vragen hiernaar.
Het kunnen verhalen van het bruto loon in plaats van het netto loon zou niet stroken met het
zogenaamde civiel plafond. Weliswaar dient de aansprakelijke derde er niet van te profiteren
dat de werkgever (een deel van) de door hem veroorzaakte schade vergoedt, maar hij dient
daardoor ook niet in een slechtere positie te geraken. Dit brengt mee dat de werkgever niet
meer kan verhalen dan het bedrag dat de zieke werknemer zelf zou hebben kunnen verhalen
als diens werkgever geen loondoorbetalingsplicht zou hebben gehad. De Hoge Raad gaat er in
zijn jurisprudentie vanuit dat die hypothetische schadevergoeding van de werknemer zou
worden betaald in de vorm van een bedrag ineens. Aangezien een schadevergoeding wegens
verlies aan arbeidsvermogen niet onderworpen is aan de heffing van loonbelasting en sociale
premies, zou de werknemer dus aanspraak hebben gehad op (de contante waarde van) het
netto gederfde loon. Daarom kan de werkgever `slechts' het netto doorbetaalde loon op de
aansprakelijke derde verhalen (zie Hoge Raad 24 oktober 2003, NJ 2004, 396).
Laatstgenoemde persoon zou anders, dat wil zeggen als de werkgever ook de ingehouden
belasting en sociale premies zou kunnen verhalen, meer moeten vergoeden dan ingeval de
werknemer zelf de schade had gevorderd. Dit zou strijdig zijn met het uitgangspunt van het
schadevergoedingsrecht dat een aansprakelijke persoon niet meer dan de volledige schade
behoeft te vergoeden.
De leden van de CDA-fractie vragen in hoeveel gevallen jaarlijks kostenverhaal van re-
integratiemaatregelen aan de orde is. Ook de leden van de SP-fractie vragen hiernaar,
uitgesplitst naar (overheids)werkgever en het UWV. Verder vragen de leden van de SP-fractie
in hoeveel gevallen het verhaal succesvol was en welke bedragen de overheid en het UWV
hebben verhaald sinds 2004. Ook de leden van de VVD-fractie vragen hiernaar. De leden van
de SP-fractie vragen welke rol verzekeraars van de kosten voor ziekteverzuim spelen bij het
instellen van regres, hoe vaak zij verhaalsacties voor re-integratie hebben ingezet voor de bij
hen verzekerde werkgevers en wat daarvan het succespercentage is. Tot slot vragen de leden
van de SP-fractie wat het gevolg zal zijn voor het totaal aantal regreszaken in de toekomst, de
bedragen die daarmee gemoeid zijn en wat de gevolgen zullen zijn voor de premies voor
aansprakelijkheidsverzekeringen en andere schadeverzekeringen. Ook de leden van de VVD-
fractie vragen hiernaar.
Navraag bij het CBS heeft geleerd dat er geen centrale registratie plaatsvindt van het aantal
verhaalsacties dat werkgevers instellen tegen aansprakelijke derden. En het Verbond van
Verzekeraars heeft gemeld dat verzekeraars evenmin centraal registreren hoe vaak
inkomensverzekeraars verhaalsacties instellen voor bij hen verzekerde werkgevers. Het UWV
beschikt wel over een centrale registratie van ingestelde regresvorderingen. In 2004 heeft het
UWV een bedrag verhaald van in totaal ruim 43 miljoen, waarvan 330.000 betrekking had
op verhaal van re-integratiekosten. In 2005 heeft het UWV 904 regresvorderingen ingesteld
en een bedrag verhaald van in totaal bijna 39 miljoen, waarvan 414.000 betrekking had op
verhaal van re-integratiekosten. In 2006 heeft het UWV 763 regresvorderingen ingesteld en
een bedrag verhaald van in totaal ruim 36 miljoen, waarvan 241.000 betrekking had op
verhaal van re-integratiekosten. Tot slot heeft het UWV in 2007 tot en met de maand augustus
591 regresvorderingen ingesteld en een bedrag verhaald van 29 miljoen, waarvan 202.000
betrekking had op verhaal van re-integratiekosten. Hierbij moet worden aangetekend dat de
bedragen betrekking hebben op regresvorderingen waarvoor de derde vaak al jaren eerder
aansprakelijk is gesteld. Het is dus bijvoorbeeld niet zo dat het in 2005 verhaalde bedrag
betrekking heeft op de in dat jaar ingestelde regresvorderingen.
Daarnaast heeft Loyalis Schaderegeling, een onderdeel van ABP, cijfers verstrekt over
regresvorderingen die zij voor overheids- en onderwijswerkgevers instelt. Van 1 januari 2002
tot 1 januari 2005 heeft Loyalis ruim 300 verhaalsdossiers ten behoeve van het USZO/UWV
(USZO staat voor Stichting uitvoeringsinstelling Sociale Zekerheid voor Overheids- en
onderwijspersoneel) in behandeling gehad. Daarvan is in 171 gevallen een regresvordering
vanwege re-integratiekosten ingesteld. Dit heeft in 91 gevallen geleid tot een verhaalsresultaat
van in totaal ruim 396.000. Daarbij dient te worden aangetekend dat het verhaalsrecht van
Loyalis betrekking had op 75% van de totale re-integratiekosten van overheidswerkgevers,
omdat 25% voor rekening kwam van die overheidswerkgevers zelf.
Een kwantitatieve onderbouwing van het aantal toekomstige regresvorderingen kan niet
worden gegeven, maar wel een kwalitatieve. De verwachting is dat het aantal succesvolle
regresacties zal toenemen, omdat met dit voorstel duidelijk is dat een aantal in de praktijk
door (de verzekeraar van) de aansprakelijke derde aangevoerde verweren geen kans van
slagen meer hebben. In de eerste plaats is niet langer succesvol het verweer dat deze kosten
niet verhaalbaar zijn omdat onwaarschijnlijk is dat - als de (overheids)werkgever
respectievelijk het UWV de re-integratiemaatregelen niet had genomen de werknemer ze
dan zelf zou hebben genomen. Voorts staat nu buiten kijf dat ook niet meer kan worden
aangevoerd dat deze kosten niet verhaalbaar zijn omdat de werknemer, aangezien deze
maatregelen verplicht door de (overheids)werkgever of UWV zijn genomen, nimmer zelf
deze kosten had gemaakt. Ten slotte heeft ook geen kans van slagen het verweer dat de
maatregelen die verplicht zijn genomen, niet redelijkerwijs verantwoord waren, en om die
reden niet vergoed behoeven te worden. In hoeverre het aantal regresvorderingen zal
toenemen hangt uiteraard ook af van het claimgedrag van genoemde partijen. Een toename
van het aantal succesvolle regresvorderingen betekent echter niet zonder meer dat de premie
voor aansprakelijkheidsverzekeringen zal toenemen. Ten eerste gaan (overheids)werkgevers
en het UWV de laatste jaren steeds sneller over tot het re-integreren van werknemers en
uitkeringsgerechtigden, waardoor de kans op (eerdere) werkhervatting toeneemt. Met andere
woorden, de verwachting is dat er minder aan loon of uitkering zal worden verhaald; de
inkomensschade van de werknemer neemt dus af. Ten tweede zullen verzekeraars van
aansprakelijke derden eenvoudiger tot een vergelijk komen en het dus ook minder snel op een
procedure laten aankomen na invoering van dit wetsvoorstel. De transactiekosten verbonden
aan het instellen van een regresvordering zullen naar verwachting dan ook afnemen.
De leden van de SP-fractie vragen hoe het regres van re-integratiekosten in de praktijk
verloopt. Zo vragen zij onder meer of de eventuele afwezigheid van een verzekering bij de
aansprakelijke derde invloed heeft op de mate en omvang van de re-integratie-inspanning.
Het UWV gaat als volgt te werk. Zodra het UWV onderkent dat er sprake is van een
aansprakelijke derde, wordt deze aansprakelijk gesteld voor de schade, te weten de verstrekte
arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en de gemaakte re-integratiekosten. Het verhalen van de
re-integratiekosten loopt nagenoeg altijd mee met het verhalen van de uitkeringskosten. Er
wordt vooraf geen contact opgenomen met (de verzekeraar van) de aansprakelijke derde om
na te gaan of in potentie de schade met succes is te verhalen. Het al dan niet kunnen verhalen
van de schade speelt geen rol bij het verstrekken van de uitkering dan wel het betalen van re-
integratiekosten. De eventuele afwezigheid van een verzekering bij de aansprakelijke derde
heeft dan ook geen invloed op de mate en omvang van de re-integratie-inspanning.
Met het oog op de onderhavige wetgeving heeft het UWV sinds het laatste kwartaal van 2006
met de (grootste) verzekeraars afgesproken dat deze 50% van de openstaande vorderingen
alsnog zullen betalen, met uiteraard nog een eventuele correctie. Nadat de wet in werking is
getreden zullen de daarna gemaakte re-integratiekosten weer worden verhaald als er sprake is
van een aansprakelijke derde in overeenstemming met de mate van diens aansprakelijkheid.
Loyalis Schaderegeling gaat als volgt te werk. Gedurende de duur van de
arbeidsongeschiktheid wordt de loondoorbetaling periodiek verhaald. Zodra de
overheidswerkgever (desgevraagd) aan Loyalis te kennen geeft dat er sprake is van re-
integratiekosten, worden deze kosten neergelegd bij de aansprakelijkheidsverzekeraar. De
kosten worden veelal achteraf verhaald; in ieder geval niet eerder dan nadat de werkgever de
kostennota van de re-integratie heeft overgelegd aan Loyalis. Er wordt vooraf geen contact
opgenomen met (de verzekeraar van) de aansprakelijke derde om na te gaan of in potentie de
schade met succes is te verhalen. Loyalis heeft geen aanwijzingen dat overheidswerkgevers de
mate en omvang van de re-integratie-inspanning laten afhangen van de mogelijkheid om de
kosten te kunnen verhalen op (de aansprakelijkheidsverzekeraar van) de aansprakelijke derde.
De leden van de SP-fractie vragen of een succesvol verhaal van de re-integratiekosten op de
aansprakelijke derde ook expliciet tot de erkenning van de aansprakelijkheid van de schade
die de te re-integreren werknemer leidt of zal leiden als de re-integratie toch mislukt. Verder
vragen deze leden of een werknemer bijvoorbeeld met beroep op een succesvol regres ook het
eventuele verschil tussen zijn loon en het doorbetaalde loon tijdens ziekte kan verhalen. Ten
slotte vragen deze leden of de werknemer zich voor het verhaal van zijn schade kan voegen in
de verhaalsactie van de re-integratiekosten.
Indien een derde de kosten van re-integratie vergoedt omdat hij erkent dat hij aansprakelijk is,
zal hij uit dien hoofde ook het verschil tussen het oorspronkelijke loon en het doorbetaalde
loon vergoeden. Desalniettemin is niet uitgesloten dat een derde zonder erkenning van
aansprakelijkheid de kosten van re-integratie vergoedt en vervolgens tegenover de werknemer
zijn aansprakelijkheid betwist. Een uitspraak van de rechter daarover in een procedure waarbij
een derde wordt veroordeeld om deze kosten te vergoeden is enkel bindend tussen dezelfde
procespartijen (art. 236 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). Een werknemer kan zich
derhalve niet beroepen op het gezag van gewijsde van de uitspraak van de rechter over de
aansprakelijkheid van de derde. Wel heeft die uitspraak precedentwerking. Naar verwachting
zal de rechter, mede om tegenstrijdige beslissingen te voorkomen, in een volgende zaak
waaraan dezelfde feiten ten grondslag liggen, maar waarbij nu de werknemer partij is, tot
eenzelfde beslissing komen.
Als het uiteindelijk tot een civiele procedure komt, is het denkbaar dat de werknemer samen
optrekt met degene die de re-integratiekosten wil verhalen, in casu de werkgever. Men spreekt
in zo'n geval van subjectieve cumulatie indien beide partijen om redenen van doelmatigheid
elk hun eigen vordering bij één dagvaarding tegen de aansprakelijke derde doen gelden. Het is
in dit geval ook te verwachten dat de rechter zo'n gezamenlijke behandeling om redenen van
doelmatigheid zal toestaan. Niet mogelijk is daarentegen dat een werknemer zich in een al
lopende procedure voegt teneinde in deze procedure ook zijn vordering geldend te maken.
Wel is weer denkbaar dat in het geval in een civiele procedure vergoeding van re-
integratiekosten worden gevorderd een werknemer bij dezelfde rechter zelfstandig een civiele
procedure instelt en vervolgens ingevolge artikel 222 van het Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering om voeging van beide zaken vraagt.
Mede namens de Ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(J.P.H. Donner)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid