De Nederlandse Bank

ondernemingspensioenfondsen in een houdbaar pensioenstelsel'

Speech directeur Schilder 'Uitdagingen voor ondernemingspensioenfondsen in een houdbaar pensioenstelsel'

Speech

Datum 8 november 2007
Tijdstip 11:30 uur
Locatie Circustheater Scheveningen
Spreker Prof. dr. A. Schilder, directeur van de Nederlandsche Bank

Het is mij een genoegen hier weer te mogen staan. Weer, omdat ik zes jaar geleden, in 2001, ook al gastspreker was op uw jaarlijks congres. Het thema destijds betrof de toenemende governance-eisen bij pensioenfondsen. Een onderwerp dat ik vandaag opnieuw onder de aandacht wil brengen. Maar in de tussentijd is veel om ons heen veranderd. We hebben de crisis van 2001-2002 doorstaan en zijn er amper van hersteld, of een nieuwe periode van financiële turbulentie dient zich aan. Vandaar dat ik vandaag met u wil spreken over het thema waar wij ons als DNB samen met u sterk voor maken, namelijk de houdbaarheid van ons Nederlandse pensioenstelsel.

U als pensioenfondsbestuurder heeft een spilfunctie in dit stelsel. Dat u de sleutel bezit van een onbezorgde oude dag voor veel Nederlanders mag duidelijk zijn. De deelname aan arbeidsgerelateerde pensioenen is hier meer dan 90%. Dit ligt veel hoger dan in andere Europese landen. De pensioensector beheert daarmee het belangrijkste financiële bezit van werkende Nederlanders. De Nederlandse pensioenbesparingen in de tweede pijler bedragen ongeveer 700 miljard, ofwel 140% van het Bruto Nationaal Product. Voorspellingen van het Centraal Plan Bureau wijzen op een stijging van dit percentage naar bijna 200% in 2040. De omvang van het vermogen en daarmee het belang van de sector, neemt de komende jaren alleen maar toe.

Uw voornaamste taak is het waarborgen van pensioenuitkeringen door risico's op een aanvaardbaar niveau te houden tegen zo laag mogelijke kosten. Voldoende buffers dragen hieraan bij en zorgen daarnaast voor premiestabiliteit en indexatie.
Hoewel u de afgelopen jaren onder moeilijke omstandigheden al veel goeds heeft gedaan, zijn we er nog niet. De komende tijd moeten opnieuw hordes worden genomen. We weten dat dit veel van u vergt, maar ook dat het uiteindelijk in het belang van de deelnemers is. Hierdoor wordt de houdbaarheid van ons stelsel vergroot.

In mijn betoog ga ik in op drie belangrijke thema's waarbij u kunt bijdragen aan de houdbaarheid van het pensioenstelsel:
* I het opstellen van realistische continuïteitsanalyses,
* II het beheersen van de kosten,

* III de implementatie van adequate governance structuren.

In deze speech beschrijf ik de uitdagingen voor u als ondernemingspensioenfonds en zal daarbij enkele handreikingen geven om weloverwogen keuzes te maken.

(I) Een realistische continuïteitsanalyse voorkomt dat een pensioenfonds zich rijk rekent
Ten eerste wil ik ingaan op het belang van de continuïteitsanalyse. Deze analyse geeft zicht op de aanwezige risico's en de mate waarin een fonds die risico's op korte en lange termijn kan dragen. Vervolgens kan op basis hiervan worden bekeken welke sturingsinstrumenten het beste inzetbaar zijn. Hierdoor vormt u een gedegen toekomstvisie zodat sponsoren en deelnemers niet voor al te grote verrassingen komen te staan.

Omdat de continuïteitsanalyse pensioenfondsen stimuleert om vooruit te kijken, wordt de stabiliteit en daarmee de houdbaarheid van uw pensioenregelingen bevorderd. U krijgt namelijk tijdig inzicht in de uitwerking van verschillende economische scenario's op de dekkingsgraad. Vervolgens kunt u met meer vertrouwen inschatten welke instrumenten de positie op lange termijn beschermen. Het ontwikkelen van een continuïteitsanalyse biedt hiermee direct voordelen voor u als pensioenfonds. Ook ontstaat inzicht in de indexatiekwaliteit, en dat mogen deelnemers steeds meer van u verwachten. Belangrijke voorwaarde is dat de continuïteitsanalyse zo realistisch mogelijk is en dat slecht-weer-scenario´s goed zijn uitgewerkt. Naarmate u als fonds hogere rendementen veronderstelt, neemt de kans op een tegenvaller toe en kan het eerder noodzakelijk zijn om bij te sturen via premieverhogingen of indexatiekortingen.

Voor DNB is deze toekomstvisie van belang om de financiële opzet van uw pensioenfonds te beoordelen. Hoewel ieder pensioenfonds anders is, biedt de onlangs gepubliceerde beleidsregel over de continuïteitsanalyse houvast. Zo kunnen fondsen gericht hun bevindingen in kaart brengen.

(II) Kostenbeheersing vormt de basis voor een duurzaam stelsel en vraagt om innovatieve oplossingen
Mijn tweede punt. Toenemende concurrentie zorgt ervoor dat ook kostenbeheersing een steeds belangrijker thema wordt. Het is daarom niet toevallig dat de Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen door PricewaterhouseCoopers een onderzoek heeft laten verrichten naar de kosten van ondernemingspensioenfondsen. Ondanks dat we hier na mijn betoog op terug zullen komen, wil ik hier kort spreken over de visie van DNB.

Lage uitvoeringskosten zijn één van de belangrijkste pluspunten van het Nederlandse pensioenstelsel. Maar dit geldt niet voor alle pensioenfondsen in dezelfde mate. Een ondernemingspensioenfonds heeft als voordeel dat de pensioenvoorzieningen meer zijn toegesneden op de wensen van de deelnemers en werkgever. Een duur maatpak zit vaak mooier dan een confectiepak. Zolang de deelnemer maar ziet waarvoor hij betaalt. Echter, ook het ondernemingspensioenfonds ontkomt niet aan de vraag naar lagere uitvoeringskosten als gevolg van toegenomen concurrentie.

Schaalvergroting vormt hierbij een interessante optie. Zo vindt een DNB-studie dat een 1%-stijging van het aantal deelnemers, leidt tot slechts 0,63% kostenstijging. Er zijn dus substantiële schaalvoordelen te behalen. Een grotere schaal kan worden bereikt door samenwerking tussen pensioenfondsen. Signalen uit de sector, met name van ondernemingspensioenfondsen, wijzen op een toenemende behoefte aan samenwerking om de gewenste schaalgrootte te bereiken. Zo daalde het aantal ondernemingspensioenfondsen tussen 2000 en 2007, van 877 tot 610, ofwel met ruim 30%. Daarbij is de weg naar een bedrijfstakpensioenfonds vaak ingeslagen. Dat pensioenfondsen elkaar weten te vinden is een positieve ontwikkeling. We moeten er voor waken dat dergelijke initiatieven niet worden belemmerd door wet- en regelgeving.

De Algemene Pensioen Instelling, de API, biedt hierbij ook mogelijkheden. Zo kunnen in de API verschillende pensioenregelingen samen worden gebracht en worden administratieve- en beleggingskosten gedeeld. Ook kent de API een ruimere productafbakening, zodat de mogelijkheden tot het aanbieden van geïntegreerde pensioenproducten worden vergroot. Daarnaast biedt de API een Europees paspoort om uw kennis te exporteren. De komende tijd kunt u de mogelijkheden bekijken en uw steentje bijdragen om, mede in het kader van het Holland Financial Centre, Nederland als een aantrekkelijk pensioenland op de kaart te zetten. In dit opzicht is het gewenst dat kleine pensioenfondsen met innovatieve oplossingen komen. Of, zoals een gezegde ons leert: wie de toekomst als tegenwind ervaart, moet wellicht een andere richting kiezen. Maar je kunt ook besluiten te laveren en door te gaan.

(III) Om in 2008 aan de eisen van interne governance te voldoen is een spurt nodig
Hierbij kom ik tot mijn derde punt. Vanwege de maatschappelijke tendens naar transparantie en verantwoording, speelt governance in elke organisatie een steeds belangrijkere rol. Voor pensioenfondsen geldt dit eens te meer, gezien de toenemende complexiteit van financiële structuren en het feit dat de meeste werknemers verplicht deelnemen. U heeft ervoor gekozen om zelf principes voor pension fund governance op te stellen. Deze zijn vervolgens vertaald naar een aantal randvoorwaarden op het gebied van verantwoordelijkheid en deskundigheid van het pensioenfondsbestuur, verantwoording en intern toezicht. Het bestuur van het pensioenfonds dient hierbij aan te tonen dat het voldoet aan alle facetten van aansturing, kwaliteit en transparantie.

Al sinds 2003 is door SZW het belang van governance bij pensioenfondsen benadrukt. Het vastleggen van een inspanningsverplichting in 2007 en een resultaatverplichting in 2008 in de nieuwe Pensioenwet, is hierop een logisch vervolg. De constatering is echter dat veel pensioenfondsen een aantal maanden geleden nog niet op het gewenste niveau van interne governance zaten. Zo bleek uit een door DNB gehouden enquête dat een aantal pensioenfondsen te weinig mensen beschikbaar heeft om aan deze eisen te voldoen. Dit is zorgelijk.

Voor een pensioenfonds staat het voortbestaan van het pensioenfonds en het welvaren van deelnemers op de eerste plaats. Ook gezien de enorme omvang van de pensioensector, ligt het in de lijn der verwachting dat governance hoog bij u in het vaandel staat. De door de Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen georganiseerde themadagen hierover zijn een prima stap richting de finish, maar het lijkt er op dat een spurt noodzakelijk is. We zien dat pensioenfondsen bezig zijn met benchmarking en veel goede ontwikkelingen van elkaar overnemen. Doe daar uw voordeel mee. Want op 1 januari 2008 moeten alle pensioenfondsen deze finish hebben gehaald en voldoen aan de gestelde principes. DNB zal dan pensionfund governance meenemen in haar toezicht. De focus zal met name liggen op de bestuurskracht en deskundigheid van het pensioenfondsbestuur. In de jaarstaten over 2007 wordt specifiek gevraagd naar de mate waarin fondsen zijn geslaagd aan de gestelde principes te voldoen. Als DNB werken wij risicogeoriënteerd. Fondsen die hun governance goed op orde hebben zullen op dit vlak minder van ons merken dan degenen bij wie dit nog niet het geval is. Dit betekent dus dat uzelf bepaalt hoe intensief het toezicht voor uw fonds is.

Afsluitend

De houdbaarheid van het pensioenstelsel blijft onderwerp van discussie. En dat is maar goed ook, want de pensioenaanspraak is doorgaans het belangrijkste financiële bezit van een werknemer. Het waarborgen van deze pensioenaanspraken en daarmee het vertrouwen van de deelnemers is uw voornaamste taak. Maar u staat er natuurlijk niet alleen voor en DNB stelt zich graag constructief op. Daarom organiseren we in samenwerking met de pensioenkoepels in de eerste maanden van 2008 enkele workshops. Hier wordt ingegaan op praktische problemen bij vooral de kleine fondsen. U kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan het door middel van cases uitwerken van de continuïteitsanalyse. Complexe producten kunnen een ander thema zijn.

In het begin van deze eeuw zijn een aantal stappen gezet tot verbetering van het operationele kader met de invoering van de Pensioenwet en het Financieel Toetsingskader. Het inkleuren van dit kader is de volgende horde. In mijn betoog heb ik een drietal onderwerpen gegeven waarin kleuring van u wordt verwacht: realistische continuïteitsanalyses, kostenbeheersing en een spurt op het gebied van governance-eisen. In 2001 sprak ik al met u over de toekomst. Vandaag deed ik dat ook. Een volgende keer hoop ik met u terug te kijken op geslaagde stappen die de houdbaarheid van ons pensioenstelsel verder hebben vergroot. Ik ben er van overtuigd dat u, met de nodige inspanning, ook deze stappen kunt zetten. Wij zijn graag bereid met u mee te bouwen aan een houdbaar pensioenstelsel.
---