Gepubliceerd op 8 november 2007
Gemeente Amsterdam, UvA en VU slaan handen ineen
Wetenschappelijke kennis kan grotere rol spelen in de stad
Gepubliceerd op 8 november 2007
De gemeente Amsterdam, de Universiteit van Amsterdam (UvA) en de Vrije
Universiteit (VU) gaan in de toekomst nauw met elkaar samenwerken om
te zorgen dat de aanwezige kennis in de stad beter benut wordt. Dat is
de belangrijkste uitkomst van het symposium Kennis voor de Stad dat op
vrijdag 2 november plaatsvond. Het is voor het eerst dat de gemeente
en de twee Amsterdamse universiteiten op zo'n manier met elkaar
samenwerken.
Topwetenschappers van de VU en de UvA hebben tijdens het symposium met
gemeenteambtenaren en -bestuurders in een aantal masterclasses van
gedachten gewisseld over actuele thema's die in de stad spelen. De
inzichten die zij daarbij over en weer opdeden, waren nuttig en soms
ook verrassend. De belangrijkste conclusie was dat wetenschap een
grotere rol kan spelen bij de totstandkoming van gemeentelijk beleid.
De stad Amsterdam is gezegend met de luxe van twee universiteiten. De
twee instellingen en de bijbehorende academische medische centra
tellen samen ruim 48.000 studenten en ruim 7500 wetenschappers. Met
het enorme potentieel aan kennis beschikt de stad dan ook over een
bron van grote rijkdom. Die rijkdom ontstaat overigens pas echt als de
aanwezige kennis wordt benut, zodat de kennis in de stad kennis voor
de stad wordt.
De gemeente Amsterdam wil dat Amsterdam een welvarende en prettig
leefbare stad blijft. Bovendien is de gemeente ambitieus: Amsterdam
moet weer terug in de top vijf van Europese vestigingssteden. De twee
universiteiten hebben daar ook belang bij. Een goede uitstraling van
de stad Amsterdam en de aanwezigheid van grote (inter)nationale
bedrijven zijn gunstig voor de aantrekkingskracht van Amsterdam als
studentenstad en voor het vinden van externe financiering van
onderzoek.
Bron: UvA Persvoorlichting
Universiteit van Amsterdam