Gemeente Doetinchem

Iedereen de juiste bagage

College Doetinchem stelt Wmo-nota vast

Iedereen doet mee! is de titel van de Wmo-nota die het college van b&w op 6 november heeft vastgesteld. De kaders voor het Wmo-beleid in Doetinchem zijn in nauwe samenwerking met cliënten en lokale en regionale zorg- en welzijnsinstellingen opgesteld.

Sinds de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) op 1 januari 2007 zijn gemeenten zelf verantwoordelijk voor de uitvoering van deze wet. Ook zijn gemeenten wettelijk verplicht een Wmo-beleidsplan op te stellen.
Wethouder Otwin van Dijk: Ook zonder wettelijke verplichting waren wij aan de slag gegaan. Doetinchem ontwikkelt een Sociaal Actie Programma waarvan de uitgangspunten als basis hebben gediend voor deze nota. Waar veel gemeenten nu nog worstelen met de Wmo, heeft Doetinchem al in 2005 de basis gelegd door het draaien van een Wmo-pilot met cliënten en instellingen. Dit heeft bijvoorbeeld geleid tot de opzet van onze Wmo-winkel die op 1 januari 2007 zijn deuren heeft geopend. Menig gemeente komt bij ons op excursie om het concept van onze winkel te bekijken.

Vijf pijlers
Het Wmo-beleidsplan kent vijf belangrijke pijlers, gericht op de verschillende doelgroepen van de wet.

1. Beleid gericht op de leefbaarheid van wijken en dorpen en op het meedoen van iedereen. Doelstelling is het bevorderen van een optimale leefomgeving in de straat, de buurt en de wijk. Mensen met een beperking moeten zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. De directe leefomgeving is de uitvalsbasis voor deelname aan het maatschappelijk verkeer. Hiervoor wordt 1.864.000 euro gereserveerd. Dat geld wordt onder meer ingezet om het wijkwerk uit te breiden met een sociale component. In Oosseld is op 1 oktober een wijkregisseur begonnen die vooral invulling gaat geven aan het sociale programma voor de wijk, bijvoorbeeld in de vorm van cursussen. Ook gaat de gemeente in Gaanderen en Overstegen verder aan de slag met het inrichten van woonservicegebieden die mensen in staat moeten stellen langer thuis te blijven wonen.
2. Beleid gericht op de jeugd met opgroeiproblemen. De gemeente wil de regiefunctie oppakken en een jeugdagenda ontwikkelen. Hiervoor wordt bijna een half miljoen euro uitgetrokken. 3. Beleid gericht op informatie en advies, gekoppeld aan individuele voorzieningen. Doetinchem wil dat de voorzieningen breed toegankelijk zijn voor de burgers in Doetinchem door onder andere het doorontwikkelen van de Wmo-winkel. De unieke samenwerking tussen gemeente, IJsselkring, CIZ en vrijwilligersorganisaties wordt daarmee verder uitgebreid. Het ontwikkelen van een zorgketen, dus een integrale aanpak voor de hulpvragers door verschillende aanbieders is hierbij cruciaal. Hiervoor is ruim 10 miljoen euro beschikbaar. Die 10 miljoen bevat ook het budget van de toegewezen voorzieningen zelf, zoals woningaanpassingen en hulp in de huishouding. 4. Beleid gericht op de mantelzorgers en vrijwilligers. Doetinchem koestert haar mantelzorgers en vrijwilligers en wil voorkomen dat zij overbelast raken. Samen met verschillende zorgpartners zoals IJsselkring, MEE en GGnet worden acties ten gunste van deze groepen ontwikkeld. Dit kost een paar ton.
5. En tot slot beleid gericht op de openbare geestelijke gezondheidszorg. Hiervoor is ruim 2 miljoen euro nodig. Concrete doelstellingen zijn het terugdringen van het aantal daklozen met 75 procent binnen zes jaar en het voorkomen van huisuitzettingen.

Dreigende korting
Met de juiste acties en beleidskaders, is er straks voor iedereen de juiste bagage om mee te kunnen doen in het maatschappelijk leven van Doetinchem. Voor de uitvoering van de Wmo-nota is de komende vier jaar een budget van bijna 16 miljoen euro per jaar beschikbaar. Wel heeft de gemeente Doetinchem zorgen over de dreigende korting op het Wmo-budget die de gemeente boven het hoofd hangt. Otwin van Dijk: Deze korting leek te leiden tot massaontslagen in de thuiszorg. De grootste zorg is echter de gedwongen alfahulpconstructies. De gemeente Doetinchem vindt het noch in het belang van de hulpverlener noch in het belang van de cliënt dat dit gebeurt. Gisteren ben ik met de Abvakabo in Den Haag geweest om onze zorgen kenbaar te maken. Daar blijft het wat ons betreft niet bij. Ook onze sociale raad heeft namens alle Wmo-raden uit de Achterhoek een brief gestuurd naar Jet Bussemaker, verantwoordelijk staatssecretaris voor de Wmo.
Dit Wmo-beleidsplan is goed, is op een interactieve manier in samenspraak met cliënten en zorg- en welzijnsinstellingen tot stand gekomen en schept de juiste voorwaarden voor iedereen in onze gemeente om mee te kunnen doen. Maar daar hebben wij natuurlijk wel de middelen voor nodig.

De raad van de gemeente Doetinchem spreekt zich op 13 december uit over de Wmo-beleidsnota.