Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Inhoud pagina: Antwoorden op kamervragen een onderscheiding voor een aangevallen brigadier

8 november 2007

Antwoorden op kamervragen van het lid Brinkman (PVV) over een onderscheiding voor een aangevallen brigadier.


1. Vraag Heeft u kennisgenomen van het heldhaftige optreden van de 36-jarige vrouwelijke brigadier van politie, bij de aanval op haar en een collega door Bilal B. op zondag 14 oktober 2007?


1. Antwoord Ja.


2. Vraag Deelt u de mening dat deze vrouwelijke brigadier van politie uitzonderlijk kordaat en heldhaftig is opgetreden?


2. Antwoord De vrouwelijke brigadier van politie en haar te hulp schietende mannelijke collega zagen zich geconfronteerd met buitengewoon bedreigende omstandigheden. Hierbij zijn zij beiden zwaar gewond geraakt. Ik heb mijn medeleven aan hen betoond. Tijdens mijn bezoek aan het wijkteam heb ik gesproken met de collega's van de betrokken agenten. Die gesprekken hebben veel indruk op mij gemaakt.

Zoals gebruikelijk in een dergelijke situatie wordt het gebeuren thans door de Rijksrecherche door middel van een onderzoek nauwkeurig in kaart gebracht.


3. Vraag Deelt u de mening dat deze vrouwelijke brigadier hiervoor een Koninklijke onderscheiding verdient en bent u bereid hiervoor initiatieven te ondernemen? Zo neen, waarom niet?

3. Antwoord
De vraag of iemand in aanmerking komt voor een Koninklijke Onderscheiding is niet voorbehouden aan het oordeel van één individuele minister. Daarvoor bestaan objectieve criteria, die in de wet zijn neergelegd. Er bestaat een zorgvuldige procedure met een vertrouwelijk karakter. Deze start met een initiatief van iemand uit de samenleving die vertrouwelijk een voorstel doet. De burgemeester, de commissaris van de Koningin respectievelijk het Kapittel voor de Civiele Orden brengen daarover advies uit op grond van de wettelijke criteria. Met name het advies van het Kapittel is zwaarwegend voor het uiteindelijke oordeel van de minister. De mogelijkheid tot het doen van een voorstel staat steeds voor ieder open. In het algemeen neem ik zelf geen initiatieven tot een Koninklijke Onderscheiding gezien mijn verantwoordelijkheid aan het eind van de procedure. De criteria voor het toekennen van een onderscheiding betreffen kort gezegd in essentie maatschappelijke verdiensten met een zekere duur en bijzondere betekenis voor de samenleving dan wel exceptionele prestaties die het resultaat zijn van bijzondere talenten en bijzondere inspanningen om die prestaties te bereiken.


4. Vraag Indien u bovenstaande vraag negatief beantwoordt bent u dan bereid deze vrouwelijke brigadier op een andere wijze te onderscheiden? Zo ja, welke initiatieven gaat u hiervoor ondernemen? Zo neen, waarom niet?

4. Antwoord
De gebeurtenissen in Amsterdam Slotervaart hebben zonder twijfel een grote invloed op de directe betrokkenen, op hun familie, op collega's en op de mensen in deze wijk. De brigadier en haar collega verdienen ons respect voor wat zij door moesten maken. Daarvoor is zeker oog bij de korpsleiding, de plaatselijke autoriteiten en anderen. Het respect dat wij hebben voor betrokkenen is niet afhankelijk van de vraag of de getoonde verdiensten wel of niet passen onder de criteria van een bepaalde onderscheiding.
---

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties