Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Antwoorden op kamervragen over investeringen van de
Amsterdamse politie in het bouwen van politiefaciliteiten in Suriname
8 november 2007
Antwoorden op kamervragen van het lid Brinkman (PVV) over
investeringen van de Amsterdamse politie in het bouwen van
politiefaciliteiten in Suriname.
1. Vraag
Hebt u kennisgenomen van het artikel "Politie Amsterdam bouwt in
Suriname"?
1. Antwoord
Ja.
2. Vraag
Hoeveel geld heeft het Amsterdamse politiekorps ondertussen
geïnvesteerd in het bouwen van politiefaciliteiten in Suriname en in
het opleiden van Surinaamse politiemensen?
2. Antwoord
Zie hiervoor vraag 3.
3. Vraag
Heeft het Amsterdamse korps dergelijke initiatieven ook al in andere
"herkomstlanden"ontplooid? Zo ja, welke en hoeveel geld is daarin
geïnvesteerd?
3. Antwoord
Het is mij bekend dat de regiopolitie Amsterdam-Amstelland met een
aantal landen vormen van samenwerking kent. In het kader van die
samenwerking hebben de regiopolitie Amsterdam-Amstelland en de
gemeente Amsterdam gezamenlijk geïnvesteerd in de bouw van de
betreffende faciliteiten. Het betreft voor het korps een bedrag van
circa 50.000,- euro per jaar.
In zijn algemeenheid is het echter vaak lastig om exact aan te geven
hoeveel geld met de samenwerking is gemoeid aangezien een belangrijk
deel van de `investeringen' de vorm heeft van afgeschreven materieel.
Ook brengt de regiopolitie Amsterdam-Amstelland bijvoorbeeld geen
salariskosten in rekening wanneer er kennis dan wel kunde wordt
overgedragen. Ten slotte wil ik benadrukken dat de Nederlandse politie
als zodanig en de regiopolitie Amsterdam-Amstelland in het bijzonder,
ook voordelen heeft bij de samenwerking. Zo bevordert de samenwerking
de uitwisseling van informatie tussen onze landen en heeft
bijvoorbeeld ook een positieve invloed op de culturele sensitiviteit
van onze politiemensen. Ook deze `baten' laten zich moeilijk
kwantificeren.
4. Vraag
Zijn er andere politiekorpsen die dergelijke initiatieven hebben
genomen of van plan zijn te nemen? Zo ja, welke?
4. Antwoord
Zie hiervoor de beantwoording van vraag 6.
5. Vraag
Deelt u de mening dat de politie zich strikt moet houden aan haar
taak, namelijk het bewaken van de openbare orde en het opsporen van
strafbare feiten en dat er geen plaats is voor regionale
ontwikkelingssamenwerking? Zo neen, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dit
Amsterdamse beleid stoppen?
5. Antwoord
Zie hiervoor de beantwoording van vraag 6.
6. Vraag
Deelt u de mening dat het schrijnend is te constateren dat het
Amsterdamse politiekorps kennelijk zo rijk is dat het een beleid op
ontwikkelingssamenwerking kan bekostigen en dat het goed zou zijn de
extra gelden af te romen van het korps Amsterdam-Amstelland en deze te
herverdelen onder de andere korpsen die minder rijk zijn? Zo neen,
waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dit verwezenlijken?
5 en 6. Antwoord
Politiewerk krijgt als gevolg van globalisering in toenemende mate een
internationaal karakter. Vanuit Nederland wordt veelvuldig met
buitenlandse korpsen samengewerkt. Een aantal buitenlandse korpsen
wordt daarbij ook ondersteund in hun ontwikkeling. Zoals reeds bij
vraag 3 is aangegeven plukken de Nederlandse korpsen hiervan
nadrukkelijk de vruchten.
Nederland heeft met het land Suriname reeds meerdere jaren een
samenwerkingsrelatie, welke in mei van dit jaar is verlengd en
verdiept. De minister van Justitie en Politie van Suriname heeft zijn
beleid vastgelegd in een sectorplan rechtsbescherming en veiligheid.
De uitvoering van dit plan kost circa 40 miljoen euro waarvan 15.7
miljoen euro door Nederland wordt bekostigd uit de zogenaamde
verdragsmiddelen. Op basis van dit plan en in het kader van de eerder
genoemde samenwerking is door het ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties op verzoek van de minister van Justitie en Politie
van Suriname een landenprogramma opgesteld. In het landenprogramma is
een aantal programma's en projecten opgenomen welke voorvloeien uit
het sectorplan.
Teneinde het ad-hoc beleid van de korpsen tegen te gaan en de
coördinatie vanuit het departement sterker te verankeren heb ik
bepaald dat voor wat betreft de internationale politiesamenwerking met
een bepaald land, er een specifiek politiekorps wordt aangewezen om de
coördinatie van deze samenwerking op zich te nemen: het zgn.
"driverkorps".
De regiopolitie Amsterdam-Amstelland is in dit verband aangewezen als
driverkorps voor Suriname. Dit betekent dat het korps de inzet van
andere bij het landenprogramma betrokken korpsen coördineert. De
activiteiten van de regiopolitie Amsterdam-Amstelland moeten bezien
worden in het kader van het landenprogramma.
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties