Protest Joodse oorlogsgetroffenen tegen afwijzingen Duitse vergoeding
07/11/2007 13:04
STICHTING JOODS MAATSCHAPPELIJK WERK
Nederlands-Joodse organisaties in Nederland en Israël bieden op 8 november 2007 via de Duitse ambassades in Den Haag en Tel Aviv een petitie aan de Duitse regering aan. Nederlands-Joodse oorlogsgetroffenen in Nederland en in Israël voelen zich door de Duitse Overheid onrechtvaardig behandeld.
In 2004 verschenen in de Nederlandse pers advertenties met de bekendmaking van het zogenaamde 'Artikel 2 Fonds'. Dit Fonds is een uitvloeisel van onderhandelingen tussen de Duitse Bondsregering en de Claims Conference. De oproep stelde Joodse oorlogsgetroffenen met lage inkomens -onder een aantal voorwaarden- een levenslange uitkering van EUR 270 per maand in het vooruitzicht. 3.000 Nederlands-Joodse oorlogsgetroffenen in Nederland en Israël reageerden op deze bekendmaking.
De in het vooruitzicht gestelde vergoeding werd door de kleine groep nog in leven zijnde oorlogsgetroffenen als een belangrijke erkenning van het door de nazi's aangerichte leed gezien. Het leek een sluitstuk van een jarenlange strijd om erkenning van hetgeen hen en hun familie gedurende de oorlog is overkomen. Daarbij komt dat de gestelde vergoeding een belangrijke bijdrage kan leveren in het verlichten van de moeilijke financiële situatie van een deel van de overlevenden.
Inmiddels is gebleken dat ruim 85 procent van de Nederlandse aanvragers is afgewezen op grond van het feit dat zij in de jaren '60 een zogenaamde CADSU II-uitkering hebben ontvangen. Deze eenmalige uitkering (gemiddeld ca. EUR 1.415) is echter op geen enkele wijze vergelijkbaar met een levenslange uitkering van EUR 270 per maand, die de 15 procent Nederlandse aanvragers die destijds geen CADSU II-uitkering ontvingen nu krijgen uitgekeerd. De afwijzing van de overige 85 procent heeft bij de Joodse oorlogsgetroffenen dan ook een reactie opgeroepen van ongeloof, frustratie, verdriet en woede.
De ontstane situatie is voor de Nederlands-Joodse gemeenschap in Nederland en Israël onacceptabel. In de afgelopen jaren is geprobeerd via reguliere wegen tot een oplossing te komen. De Claims Conference heeft deze zaak in onderhandelingen met de Duitse Overheid aangekaart. Onlangs heeft het Ministerie van Financiën zich gewend tot het collega-ministerie in Duitsland. Deze inspanningen hebben niet tot een resultaat geleid. Deze zaak kan echter geen verder uitstel velen. De groep oorlogsslachtoffers wordt immers snel kleiner