ChristenUnie
Overleg over het emanciaptiebeleid
Overleg over het emanciaptiebeleid
woensdag 07 november 2007 11:00
Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik heb een gedreven en hier en daar zelfs offensieve
emancipatienota gelezen. Ik steun de minister op een groot aantal
onderwerpen, maar hier en daar plaats ik een kanttekening. Ik doe dat
wanneer de minister in zijn gedrevenheid onvoldoende rekening houdt
met andere belangrijke zaken uit het regeerakkoord.
De ChristenUnie is blij met het door de minister aangekondigde
offensief tegen de seksualisering van de samenleving. De ChristenUnie
heeft genoeg van de wijze waarop wij daarmee geconfronteerd worden met
billboards, op internet et cetera. Het is goed dat er een verkenning
plaatsvindt naar de effecten van de seksualisering van de
maatschappij, en dat rond dit thema een maatschappelijke discussie op
gang is gebracht.
De minister legt in deze nota de nadruk op arbeidsparticipatie van de
vrouw als graadmeter voor een succesvolle emancipatie. Natuurlijk
speelt dat een rol. Emancipatie is echter niet hetzelfde als betaalde
participatie. Zorg voor kinderen of pleegkinderen, mantelzorg,
vrijwilligerswerk komt voor een groot deel voor rekening van vrouwen
en mannen die er bewust voor kiezen thuis te blijven of gedeeltelijk
thuis te blijven. In het coalitieakkoord wordt dan ook gesproken over
de waarde van andere bijdragen aan de maatschappij dan betaalde
participatie. Dat is terecht, want anders diskwalificeer je al die
mensen die zoveel waardevol werk verrichten. Dat zou deze minister ook
niet willen. De nadruk op betaalde participatie zou op termijn ook
problemen opleveren, zoals een tekort aan handen aan het bed. Zorg die
niet vrijwillig wordt verricht wordt dan betaalde arbeid. Daarmee
ondersteun ik wat mevrouw Hamer zo-even heeft aangegeven.
De ChristenUnie ziet emancipatie niet in de laatste plaats als
keuzevrijheid van vrouwen én mannen. De ChristenUnie acht mannen én
vrouwen prima in staat eigen afwegingen te maken over de verdeling van
arbeid en zorg naar gelang hun levensfase en gezinssituatie. De
overheid moet er vooral voor zorgen dat mensen die eigen keuzes kunnen
invullen. Het komt dus aan op faciliteren. De ChristenUnie ziet
hiertoe veel mogelijkheden, zoals flexibilisering van arbeidstijden
door bijvoorbeeld het aanbieden van schooltijdbanen en het stimuleren
van de informele kinderopvang.
Het valt op dat het kabinet een aantal doelen tegelijk nastreeft,
zoals verhoogde arbeidsparticipatie, meer vrijwilligers, meer
mantelzorg. Wij vragen ons af hoe mensen dit alles moeten combineren.
Kunnen de verhoging van de arbeidsparticipatie en de verhoging van het
aantal vrijwilligers wel samengaan? Leidt dat er niet toe dat het
aantal vrijwilligers juist afneemt? Daarnaast speelt de vraag wat de
financiële lasten zijn. Onbetaalde zorg moet immers straks door een
professionele kracht worden verleend, en dat kost geld. Tot slot
voorzien wij ook ongewenste maatschappelijke effecten. De mogelijkheid
van ouderen om met behulp van vrienden en familie thuis te blijven
wonen, zal wellicht gaan afnemen. Wat betekent dat voor de sociale
samenhang, en voor eenzaamheid? Het is goed dat het kabinet een
sociaal-economisch onderzoek instelt, maar wat gaat het kabinet
precies onderzoeken? Wij pleiten voor een breed onderzoek, waarbij ook
de genoemde aspecten worden meegenomen. Ik hoor graag een reactie van
de minister.
Mevrouw Van der Burg (VVD):
U zegt dat straks vrijwilligerswerk betaald werk wordt. Wat wilt u
daarmee zeggen? Vindt u dat vrouwen dat moeten blijven doen, want veel
vrijwilligerswerk wordt uiteindelijk door vrouwen gedaan?
Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie):
Vrouwen moeten de keuze blijven houden om al dan niet
vrijwilligerswerk te doen. Nu al is er sprake van een tekort in de
zorg. Op het moment dat straks alles wat nu vrijwilligerswerk is,
wordt overgedragen aan professionele krachten, denk ik dat ook de VVD
problemen zal krijgen, want dan zullen de zorgbudgetten ontzettend uit
hun voegen gaan barsten.
In het coalitieakkoord is opgenomen dat er een betere financiële
ondersteuning komt voor tweeverdieners die gebruikmaken van informele
kinderopvang. Wij hadden gehoopt dat er een plan op tafel had gelegen
om dit te regelen. Helaas is dat niet het geval. Sterker nog, het
belang van formele opvang wordt in de Emancipatienota nog eens
benadrukt. Nu heeft dat natuurlijk zijn waarde, maar wij zien in de
samenleving dat ook op grote schaal gebruik wordt gemaakt van
informele opvang. Wij verzoeken de minister om op korte termijn te
komen met een plan voor de financiële tegemoetkoming voor informele
kinderopvang.
Mevrouw Hamer (PvdA):
U zegt dat vrouwen vrijwilligerswerk moeten blijven doen. Ik heb de
minister gevraagd om een onderzoek naar de vraag of wij niet te veel
van vrouwen vragen. Bent u dat met mij eens?
Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie):
Ik heb dat zojuist aangegeven. Het zou goed zijn om de effecten te
onderzoeken. Wij zijn voornemens om eventueel daarover een motie in te
dienen, afhankelijk van het antwoord van de minister.
Voorzitter. Het kabinet wil de belemmeringen voor herintreders
wegnemen om op de arbeidsmarkt terug te keren. Mijn fractie kan zich
hierin vinden. Wel constateren wij dat veel herintreders relevante
vaardigheden en capaciteiten hebben opgedaan, door bijvoorbeeld
vrijwilligerswerk of mantelzorg. Dit zijn echter geen erkende
kwaliteiten. Wij kennen al de elders verworven competenties, die
ingezet worden voor bijvoorbeeld jongeren. Mijn fractie wil versterkt
inzetten op het gebruik van EVC voor herintredende vrouwen. Zo wordt
ook hun mobiliteit vergroot, aangezien zij al werkende een diploma
halen. Hoe staat de minister tegenover dit voorstel?
De minister wil dat de overheid het goede voorbeeld geeft bij het
doorbreken van het glazen plafond. Daar zijn wij blij mee. Wel mis ik
in de nota de plannen van de minister om in het bedrijfsleven de
doorbreking van het glazen plafond te stimuleren. Ik wil graag dat de
minister hierbij ook de positie van de hoog opgeleide allochtone
vrouwen meeneemt. Zij komen niet eens tot aan het glazen plafond; het
is een en al vechten.
Tot slot ben ik verbaasd over de aangekondigde korting op de subsidie
voor E-Quality. De kennisstructuur die wij nu in Nederland hebben, is
van groot belang om de ambities uit de emancipatienota te realiseren.
Wij verzoeken de minister, het besluit om de subsidie aan E-Quality
vanaf 2010 met 25% per jaar te korten, te heroverwegen.