ChristenUnie
Bijdrage debat begroting VROM
Bijdrage debat begroting VROM
woensdag 07 november 2007 11:57
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Voorzitter. Voor alle duidelijkheid zeg ik dat ik één betoog zal
houden over de beide onderdelen ruimtelijke ordening en milieu
tezamen. Mijns inziens is het belangrijk om ruimtelijke ordening en
milieu met elkaar te verbinden. Ik vraag om een spreektijd van vijf
minuten voor dit betoog, zodat ik nog drie minuten overhoud voor de
tweede termijn.
Voorzitter. In het oktobernummer van het blad Building Business staat
een boeiend interview met Jan Rotmans, hoogleraar duurzame
systeeminnovaties en -transities aan de Erasmus Universiteit
Rotterdam. Uit onderzoek zou blijken dat mensen zich niet meer
verbonden voelen met de ruimte en het landschap. Er is sprake van een
gevoel van vervreemding en desintegratie. Volgens Rotmans zijn voor de
klassieke regierol van het Rijk de tijden te ingewikkeld geworden. Hij
vindt echter wel dat je een zekere regisserende en kaderstellende rol
van het Rijk mag verwachten. Het grote verhaal zijn wij in Nederland
kwijtgeraakt. Daarvoor is nieuw leiderschap op centraal niveau nodig.
Voor de fractie van de ChristenUnie geldt als groot verhaal dat de
mens van zijn schepper de opdracht heeft gekregen om de schepping te
onderhouden en een goed rentmeester te zijn. Wij zien een duidelijke
taak voor de overheid weggelegd bij het bestrijden van de
vervreemding. Verbinden is een cruciale term die wat ons betreft
centraal dient te staan in het beleid op het gebied van de ruimtelijke
ordening en het milieu.
Het programma Mooi Nederland spreekt onze fractie aan. Dit moet echter
wel tot concrete resultaten leiden. Ruimtelijke ordening houdt meer in
dan het leveren van financiële bijdragen aan complexe projecten. Neem
de bedrijventerreinen. Er is voldoende bouwrijpe grond aanwezig.
Willen wij echt herstructureren, dan moet daar niet meer grond
bijkomen. Hoe komen wij tot echte afwegingsplanologie in plaats van
tot een onderhandelcircus? Kan de minister toezeggen dat de afspraken
met de provincies in het voorjaar aan de Kamer worden voorgelegd?
Het kabinet wenst de leefbaarheid van het platteland te stimuleren.
Veel provincies werken met een rood-voor-roodregeling, met name bij
bedrijfsbeëindiging . Ik constateer dat dit beleid een wat negatief
imago heeft door de belastingen die rond de bedrijfsbeëindiging
betaald dienen te worden. Wij zouden dit graag anders zien. Kunnen er
niet meer positieve maatregelen worden getroffen? Mijn fractie denkt
bijvoorbeeld aan een sloopaftrekregeling. Kan de minister op dit punt
reageren?
De R van het MIRT zouden wij graag meer benadrukt zien. Het mag wat
ons betreft geen MIT worden met een smal VROM-randje.
Tijdens de algemene politieke beschouwingen en het notaoverleg Schoon
en zuinig heeft de fractie van de ChristenUnie aangedrongen op
tussendoelen. Ik bedank de minister voor de brief. De geformuleerde
doelen hebben echter iets weg van voorzichtig geraamde prognoses. Wij
zien de minister graag met ambitie en voortvarendheid de
doelstellingen uit het coalitieakkoord realiseren. Hetzelfde geldt
voor het Duurzaamheidsakkoord.
De heer Duyvendak (GroenLinks):
De minister heeft het over 6 tot 10 megaton reductie in 2011. Vindt de
fractie van de ChristenUnie dat dit fors meer zou moeten zijn?
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ik ben erg benieuwd of de minister bij haar beantwoording nog meer
toelichting kan geven bij de tussendoelen die zij stelt. De doelen die
in het coalitieakkoord staan, zijn immers fors hoger. Het kan zijn dat
zij met een heel goed verhaal komt en uitlegt wat er op korte termijn
te bereiken valt en wat er daarna voor volgende grote stappen genomen
kunnen worden waardoor uiteindelijk de in het coalitieakkoord gestelde
doelen te halen zijn. Wie ben ik dan om te zeggen dat ik het toch
anders wil? Mijn eerste indruk was echter: tja, gaan wij het hiermee
redden? Ik hoor graag hoe ambitieus en voortvarend de minister is.
De heer Duyvendak (GroenLinks):
Wist u dat aan het eind van deze kabinetsperiode meer CO2 wordt
uitgestoten dan aan het begin? Wij zijn in 2007 begonnen en dat is dus
het resultaat in 2011. Wij zouden op weg moeten zijn naar die 30%
reductie. In plaats daarvan komt er een nettotoename van de
CO2-uitstoot. Gelet op haar opdracht kan de ChristenUnie daar toch
nooit mee akkoord gaan.
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Nee, juist niet omdat wij zelf hard hebben meegewerkt aan het
formuleren van die doelstelling. Zij is opgenomen in het
coalitieakkoord. Onze fractie heeft steeds aangedrongen op het
formuleren van tussendoelen en om 2010 als een belangrijk ijkmoment te
nemen. Dat neemt niet weg dat wij vanaf nu jaarlijks de vinger aan de
pols moeten houden en ons jaarlijks moeten afvragen hoe het staat met
het realiseren van de reductie. Ik denk in dit verband aan het
duurzaamheidsakkoord. Ik ben heel erg benieuwd naar de uitwerking van
de sectorakkoorden. Daarmee moet meer duidelijkheid ontstaan. Verder
zeg ik tegen de minister wat wij ook bij de behandeling van Schoon en
zuinig hebben gezegd: houdt een goed instrumentarium achter de hand,
zodat op een gegeven moment ontwikkelingen in gang kunnen worden gezet
en de doelstelling alsnog kan worden gehaald. Ik denk aan het
belastingplan. Wij zijn de weg van vergroening van het
belastingstelsel ingeslagen. Er zijn dus goede instrumenten en wij
kunnen jaarlijks aan de knoppen draaien om de doelstellingen te halen.
U kunt zeker de ChristenUnie aanspreken als dat niet gebeurt.
Voorzitter. Vorig jaar is gesproken over de koppeling tussen
economische groei, duurzaamheid en de mogelijke inzet van extra
milieudrukcompensatiemiddelen als de groei boven de 2% uitkomt. De
toenmalige staatssecretaris vond dit een punt voor het nieuwe kabinet.
Is de minister van plan om met de Voorjaarsnota deze compensatie toe
te passen? Extra middelen zouden wat mij betreft kunnen worden
gebruikt voor de Subsidieregeling maatschappelijke organisaties en
milieu, SMOM, die ook dit jaar weer enkele malen is overtekend.
Een aantal projecten van geloofsgemeenschappen heeft dit jaar geen
SMOM-subsidie gekregen. Voor dit soort projecten, die een wat langere
adem hebben, moet wat de ChristenUnie betreft bij SMOM ook ruimte
zijn. Hiermee kunnen grote groepen mensen worden bereikt. Over
verbinding gesproken! Al Gore had een heel aardig citaat. Hij zei:
kerken voegen aan inzichten van wetenschap en technologie de
perspectieven toe van geloof, waarde, profetische verbeeldingskracht,
spirituele motivatie en morele passie. Graag krijg ik hierop een
reactie van de minister.
Water is voor de ChristenUnie een belangrijk thema. Bij de behandeling
van de Watervisie komen wij hierop uitgebreid terug. Wij zijn blij met
het bestuursakkoord Waterketen, dat de minister samen met
staatssecretaris Huizinga en onder andere de decentrale overheden en
de waterschappen heeft gesloten. Echter, dit vinden wij nog wat
defensief als het gaat om innovatieve maatregelen. Er wordt vooral
geknepen op de beheerskosten. Alle creativiteit die op dit moment
opbloeit, moeten wij niet doodslaan. Ik denk dan aan het gebruik van
regenwater als toiletspoeling of het afkoppelen van het riool en het
hergebruik van nutriënten of het afvangen van urine, waardoor
waterzuivering efficiënter zou kunnen. Het zou mooi zijn als wij op
korte termijn op kleine schaal nieuwe technieken de ruimte geven. Voor
de overheid is een belangrijke rol weggelegd met het bestuurlijk
afdekken van risico's bij de toepassing van innovaties, het investeren
in en het wettelijk mogelijk maken van demo's en het meewerken aan de
randvoorwaarden voor succes door integrale organisatie. Kortom, zij
kan een verbindende rol vervullen.
Al verschillende keren hebben wij als commissie gesproken over de
negatieve consequenties van de inzet van de eerste generatie van
biomassa en het over het belang van duurzaamheidscriteria. Ik vraag
vandaag de aandacht van de minister voor de suikerpalmplantages in
Indonesië. Een dergelijk project stimuleren past precies bij het
verhaal van deze regering: biomassa op basis van duurzaamheid. Daarom
wil ik graag actieve ondersteuning van de regering voor dit project.
De heer Duyvendak (GroenLinks):
U sprak over de tussendoelen en het duurzaamheidsconvenant met het
bedrijfsleven. De Kamer moet haar oordeel over dat convenant nog
geven. Is het mogelijk dat u dit convenant te mager vindt en dat u de
minister terugstuurt naar de onderhandelingstafel om het convenant
ambitieuzer te maken en om het aan te scherpen?
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ik vraag mij af wat het meest effectief is. Je kunt verschillend over
het bestuursakkoord denken. Je kunt het mager vinden en daarom iets
anders verlangen. Je kunt er echter ook van uitgaan dat daarmee een
goede basis wordt gelegd en dat de bedoelingen en intenties van het
bedrijfsleven goed zijn. Ik meen dat het winst is als je alle groepen
aan tafel krijgt. Daarmee heb je een goede basis gelegd. Vervolgens
kun je bepalen dat met de sectorakkoorden goede, meetbare resultaten
moeten worden bereikt, zodat je verder komt dan alleen het uitspreken
van goede intenties. Ik zou het jammer vinden als je dat convenant
meteen van tafel veegt. Ik ben bang dat je het draagvlak -- je merkt
met het akkoord dat dat er is -- in één klap tenietdoet.
Dat zou ik ontzettend jammer vinden. Het is wel heel goed om te kijken
hoe wij die doelstellingen bereiken, wat daarvoor de beste weg is en
hoe wij die resultaten krijgen.
De heer Duyvendak (GroenLinks):
Hoeksteen van het akkoord is dat het bedrijfsleven zegt tot maximaal
-20% te gaan als het daartoe wordt gedwongen door Europa, terwijl het
kabinet en u in het regeerakkoord uitgaan van -30%. Het vertragen of
het niet halen van die doelen heeft daar mogelijk van alles mee te
maken. In die sectorakkoorden wordt nu doorgebouwd op dat te lage
doel, die -20%. Draait u zichzelf dan niet vast? Is dit dan niet het
moment om in te grijpen door in dat akkoord hogere doelen te
formuleren?
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Het is heel belangrijk dat vanuit Europa het signaal komt dat men voor
die -30% gaat. Het is ook heel belangrijk wat de Kamer gaat doen. Welk
instrumentarium houd je achter de hand om die doelen te bereiken? De
doelen die in het coalitieakkoord zijn geformuleerd, staan voor de
ChristenUnie overeind. Daar willen wij naartoe.
De heer Duyvendak (GroenLinks):
Het probleem met dat akkoord is dat het Europese level playing field,
het gelijke speelveld, ongeveer heilig wordt verklaard; dat belooft
dit kabinet aan het bedrijfsleven. Dat beperkt je enorm in de
mogelijkheid om aanvullende wettelijke maatregelen te nemen: je doet
niks extra's, want dat verstoort dat speelveld. Zou je bijvoorbeeld
niet wat aan die afspraken in het akkoord moeten sleutelen, zodat de
politiek straks toch nog wat ruimte heeft?
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Als Europa zich uitspreekt voor die 30% reductie, ligt er een heel
duidelijk level playing field. Dat biedt heel veel duidelijkheid, ook
voor het Nederlandse bedrijfsleven, waar men in Europees verband aan
toe is.
Mevrouw Spies (CDA):
Het laatste voorstel van mevrouw Wiegman had betrekking op duurzame
biomassa in Indonesië. Mag ik erop vertrouwen dat mevrouw Wiegman of
een van haar collega's dat ook inbrengt bij de bespreking van de
begroting voor Ontwikkelingssamenwerking? Daar hebben wij in de
komende vier jaar 50 mln. extra voor duurzame energie uitgetrokken. Ik
ben van mening dat die middelen bij uitstek geschikt zijn om voor dit
soort projecten, gericht op duurzame biomassa, te worden ingezet. Als
zij dat voorstel volgende week bij de begrotingsbehandeling van
Ontwikkelingssamenwerking herhaalt, dan kunnen wij daarin gezamenlijk
optrekken.
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ik zal dit doorgeven aan mijn collega binnen mijn fractie. In
VROM-verband hebben wij het voortdurend over de eerste en tweede
generatie biomassa. Als wij nieuwe ontwikkelingen zien, moeten wij
niet zeggen dat het iets is voor Ontwikkelingssamenwerking. Wij moeten
in de gaten houden wat er speelt. Als de minister van VROM een
bijdrage kan leveren om op dat terrein mooie resultaten te behalen,
dan lijkt het mij heel waardevol dat dit geluid ook vanuit de
commissie voor VROM wordt gehoord.
De heer Madlener (PVV):
Wij spreken vandaag veel over het jaar 2020: 30% of 20%. Feit is dat
dit kabinet dan al tien jaar achter de rug is. U zegt dat tussendoelen
belangrijk zijn. Ik ben benieuwd naar het tussendoel van de
ChristenUnie op het gebied van CO2. Wat is uw tussendoel over drie
jaar?
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Wij hebben onze doelen heel duidelijk geformuleerd in het
coalitieakkoord. Ik vind het heel bijzonder dat deze coalitie haar
blikveld niet beperkt tot deze kabinetsperiode, maar juist verder
kijkt en iets wil achterlaten voor de volgende generaties en voor de
volgende kabinetten om erop voort te borduren. Het lijkt mij een heel
belangrijk signaal dat je in deze periode die stappen zet om die
doelstellingen te behalen.