Overleg over de aanleg van de kV380 hoogspanningsverbinding
maandag 05 november 2007 10:49
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. De
aanleg van de 380 KV-hoogspanningsverbinding houdt de gemoederen
bezig. Dat is gebleken uit de vele reacties die deze commissie uit het
land ontving. In de PKB wordt uiteengezet dat er bij het uitblijven
van netinvesteringen in de Randstad op termijn een aantal problemen
zal ontstaan. De aanleg van de 380 KV-verbinding is noodzakelijk om
dat te voorkomen. De fractie van de ChristenUnie ziet de noodzaak van
het uitbreiden van het elektriciteitsnet om de leveringszekerheid in
de hele Randstad te verzekeren en de afvoermogelijkheid van bij
voorkeur duurzaam opgewekte energie zeker te stellen. Ik roep de
recent aangenomen motie in herinnering. Er wordt echter ingegrepen in
de directe leefomgeving van een kleinere groep mensen. Vanwege kosten-
en nettechnische redenen worden de verbindingen in beginsel
bovengronds uitgevoerd. Slechts in bijzondere gevallen kan van deze
regel worden afgeweken, bijvoorbeeld waar het gaat om korte trajecten
door landschappelijk en ecologisch kwetsbare gebieden.
Bij het tracé is gekozen voor een traject dat buiten woonbebouwing om
gaat. Dat is een goed uitgangspunt, maar in hoeverre beperkt het tracé
eventuele plannen voor toekomstige woningbouw? Het tracé doorkruist de
Randstad, waar de grond schaars is en open ruimte hoog wordt
gewaardeerd. Is een bovengrondse oplossing op de lange termijn wel zo
wenselijk? Een ondergronds tracé betekent een forse aanslag op het
landschap, omdat een brede strook moet worden afgegraven. Een variant
met de HVDC-lighttechniek neemt ondergronds minder ruimte in, al zal
er bovengronds meer ruimte nodig zijn voor de schakelstations. Beide
ondergrondse varianten dienen in de vervolgbesluitvorming serieus te
worden overwogen.
Wij kennen allemaal de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek naar
de gevolgen van het wonen nabij een hoogspanningsleiding. Er zijn geen
oorzakelijke verbanden bewezen tussen gezondheidsklachten en
blootstelling aan een magnetisch veld van hoogspanningsleidingen. Deze
oorzakelijke verbanden kunnen echter ook niet worden uitgesloten. De
ChristenUnie gaat in de afweging van alle belangen dan ook uit van het
voorzorgprincipe. Alle normen dienen zorgvuldig in acht te worden
genomen. Indien noodzakelijk voor de volksgezondheid dient een
hoogspanningsleiding ondergronds te worden aangelegd. Ook voormalige
staatssecretaris Van Geel is hiervan uitgegaan bij het opstellen van
zijn advies aan gemeenten en provincies, waarin hij uitging van een
norm van 0,4 microtesla. Kan de minister toezeggen dat deze norm niet
wordt overschreden met de veranderende rol van TenneT als
grootschalige transporteur en met een eventuele hogere belasting van
de aan te leggen 380 kV-verbinding?
Ik kom op de financiën. Bij de vergelijking van de kosten van
ondergrondse en bovengrondse aanleg dienen ook aspecten als de te
verwachten planschade en het verschil in ruimtebeslag meegenomen te
worden. Daarbij wenst de fractie van de ChristenUnie op te merken dat
burgers in de besluitvorming niet de dupe mogen zijn van eerder
gevoerd financieel beleid. Bij de aanleg en het onderhoud van
hoogspanningsleidingen in de vorige eeuw was de overheid distributeur
en eigenaar van het elektriciteitsnet. Daarop is nooit afgeschreven.
Nadat de marktwerking in de elektriciteitswereld haar intrede deed,
veranderde er op dat punt niets. Omdat er nooit is afgeschreven, is er
ook geen geld voor gereserveerd. De ChristenUnie-fractie vraagt of de
minister kan aangeven welke stijging van de energieprijs te verwachten
valt als de eventuele meerkosten voor een grootschalige ondergrondse
aanleg daarin verwerkt zouden worden.
De heer Hessels (CDA): Ik begrijp de portee van de vraag van mevrouw
Wiegman niet precies. Stelt zij voor om bij de overheid af te stappen
van begroten op kasbasis? Wil zij een groot bedrag uit welke reserves
dan ook, uit de lege potten, halen?
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Ik zal dat in
het vervolg van mijn betoog aangeven. Ik vind het goed om te
constateren dat in het verleden nooit is afgeschreven.
De heer Hessels (CDA): Nee, want dat kan niet.
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Nogmaals, ik
zal in het vervolg van mijn betoog duidelijk maken welk punt ik wil
maken.
In de voorbereiding op de behandeling heb ik van TenneT begrepen dat
het ondergronds brengen van 150 kV-verbindingen sneller rendabel is
dan het ondergronds brengen van 380 kV-verbindingen. Vanaf 1 januari
2008 maken 150 kV-verbindingen het grootste deel uit van het door
TenneT beheerde net. Dit vraagt volgens de ChristenUnie om een
langetermijnbeleid om hoogspanningsleidingen waar dat rendabel is zo
veel mogelijk ondergronds te brengen. Wat is de visie van de minister
op dit punt, nu er de komende jaren veel onderhoud en vervanging nodig
is?
De ChristenUnie heeft echt behoefte aan een langetermijnvisie. Het
gaat niet alleen om de discussie tussen ondergronds en bovengronds.
Nagegaan moet worden welke vragen in de toekomst op ons afkomen. Hoe
kunnen wij het ruimtelijk gaan inpassen? Welk beeld vinden wij
wenselijk, ook qua duurzame energie? Welke nieuwe technieken zijn
mogelijk? Dit alles moeten wij scherp in beeld hebben. Wij hebben een
langetermijnvisie nodig en zicht op de financiën om daarop in te
spelen,
De heer Hessels (CDA): Ik vind het een heel goede gedachte om er zo
naar te kijken. Volgens mij hebben wij al iets van een
langetermijnvisie in de vorm van SEV-2 en SEV-3. Ik hoor mevrouw
Wiegman zeggen: voor zover het rendabel is ondergronds. Kan zij ter
verduidelijking aangeven, ook ten behoeve van hetgeen de minister moet
onderzoeken, wat volgens haar de definitie van rendabel is?
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Dat vind ik een
heel lastige vraag. Ik zeg niet dat ik nu een bepaalde meetlat heb.
Het is veel meer het uitspreken van een behoefte voor de toekomst om
heel adequaat met dit soort discussies om te gaan. In mijn betoog geef
ik aan dat juist het financiële aspect niet doorslaggevend zou moeten
zijn en dat er heel veel andere dingen meespelen. Ik zeg niet:
ondergronds dat is het en daarmee punt uit. Ik zie namelijk ook wel
bezwaren van ondergrondse aanleg en de technische onmogelijkheden waar
je tegen aan kan lopen. Het is dus een kwestie van afwegen.
De ChristenUnie kan instemmen met het zoekgebied zoals vastgesteld in
de PKB. Bij de verdere besluitvorming dient een zorgvuldige
belangenafweging plaats te vinden waarbij kostentechnische aspecten
niet het zwaarstwegend mogen zijn.
Tot slot ga ik nog een paar specifieke locaties langs. Allereerst de
Haarlemmermeer. Ook ik sluit mij aan bij het voorstel om het
zoekgebied voor dit tracé te verruimen. Overweegt de minister in de
vervolgplannen voor het nu genoemde westelijke voorkeurstracé ook een
ondergrondse aanleg in verband met de woningbouwplanning?
De heer Van Leeuwen (SP): U zegt dat de ChristenUnie akkoord gaat met
het zoekgebied zoals vastgesteld in de PKB. Vervolgens zegt u dat er
ook naar de oostkant van Hoofddorp moet worden gekeken. Dat zoekgebied
staat niet in de PKB. Met andere woorden: het plaatje moet wel in de
PKB komen. Dus in die zin gaat u niet helemaal akkoord met hetgeen nu
voorligt.
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Inderdaad. Bij
al die verschillende varianten is het goed om nog eens te kijken naar
de zoekgebieden .
Dan de locatie Roelofarendsveen/Leiderdorp. In hoeverre is het effect
op het magnetisch veld onderzocht in het geval de 380 kV-leiding nabij
de 25 kV-leiding van de HSL wordt aangelegd? Zoals in de PKB wordt
gesteld is de nieuwe verbinding misschien onvermijdelijk waardoor het
Groene Hart doorsneden kan worden. Daarbij dient dit nationale
landschap toch zo veel mogelijk ontzien te worden? De ChristenUnie
vraagt zich af hoe een eventuele bovengrondse aanleg van de 380
kV-verbinding zich verhoudt met de deels ondergronds aangelegde
HSL-leiding.
Wat betreft de locatie Nootdorp-Pijnacker is het pijnlijk te moeten
constateren dat het voorkeursopstijgpunt en het bovengrondse
hoogspanningstracé het smalste gedeelte van de groenblauwe slinger
zullen doorkruisen. Wij verzoeken de minister om in de
vervolgprocedures ondergrondse aanleg serieus te overwegen.
Met betrekking tot Midden-Delfland geeft het kabinet aan dat in het
geval bovengrondse aanleg leidt tot een onaanvaardbare aantasting van
bijzondere natuur en cultuurhistorische waarden het in beginsel tot de
mogelijkheden behoort om de verbinding daar ondergronds aan te leggen.
Zijn dit alle waarden die worden meegenomen of kijkt de minister ook
naar waarden zoals recreatie, landschap en samenhang tussen stad en
land?
Ten slotte sluit ik mij aan bij de slotopmerkingen van de heer Samsom
over kernenergie en het belang om zich te richten op energie van de
toekomst.
Tweede termijn
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. Ik
dank de minister voor de ferme toezeggingen. Ik heb begrepen dat de
langetermijnvisie terugkomt bij de behandeling van de Energienota zal
terugkomen. Wij zullen daarmee rekening houden bij onze inbreng op dat
moment. Ik dank de minister ook voor de toezegging dat de Kamer zal
worden betrokken bij het vervolgproces van de trajectbesluiten, dat
wil zeggen de rijksprojectenprocedure. Daarbij zullen de
milieueffecten gedetailleerd in kaart worden gebracht in het
afwegingskader. In het licht van die toezegging vind ik dat de motie
van de SP-fractie, waarmee wordt beoogd om de zaak om te keren, te
vroeg komt.
Een aantal vragen die ik in eerste termijn heb gesteld, is nog niet
beantwoord. Ik heb geconstateerd dat nooit is afgeschreven op het
elektriciteitsnet. Als de minister met haar Energienota komt, lijkt
het mij goed dat zij daarin heel duidelijk de financiële component
meeneemt.
Ik heb ook een vraag gesteld over de eventuele meerkosten indien wordt
gekozen voor grootschalige ondergrondse aanleg, maar dat punt komt
misschien in de vervolgprocedure aan de orde.
Kan de minister nog ingaan op mijn vraag over de Groenblauwe Slinger?
Verder heb ik gevraagd of alle waarden worden meegenomen bij het
beantwoorden van de vraag wat een onaanvaardbare aantasting is van
Midden-Delftland. Ik denk daarbij aan recreatie, landschap en
samenhang tussen stad en land.
ChristenUnie