Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
GMT/IB 2806527
6 november 2007
Vorig jaar bent u door mijn voorganger geïnformeerd over het
vervolgbeleid met betrekking tot medicinale cannabis (Kamerstuk
2006-2007, 24 077, nr. 192). Met deze brief informeer ik u over mijn
beleid voor de komende jaren en de huidige stand van zaken rondom
medicinale cannabis. Volledigheidshalve zal ik tevens een korte
terugblik geven van het beleid van de afgelopen jaren.
Vervolgbeleid
Ik zal het beleid met betrekking tot de beschikbaarheid van medicinale
cannabis voor wetenschappelijk onderzoek en productontwikkeling met
vijf jaar verlengen. Net als mijn voorganger ben ik van mening dat
medicinale cannabis een gewoon geregistreerd geneesmiddel moet worden.
Dit is primair een taak van een farmaceutisch bedrijf. In Nederland is
vorig jaar een ontwikkeltraject voor een te registreren geneesmiddel
in gang gezet. Door medicinale cannabis ten minste vijf jaar als
grondstof beschikbaar te stellen wil ik dit traject een serieuze kans
bieden. Wat betreft mijn beleid met betrekking tot de beschikbaarheid
van medicinale cannabis voor patiënten besluit ik als volgt. De
leveringen aan patiënten via de apotheek houd ik gedurende deze
periode in stand zolang er geen alternatieven voor handen zijn én de
exploitatietekorten van de uitvoeringsorganisatie (Bureau voor
Medicinale Cannabis, BMC), binnen acceptabele grenzen blijven. Wanneer
in deze periode een geregistreerd alternatief op de Nederlandse markt
beschikbaar komt voor patiënten, dan zal ik opnieuw bezien of het
noodzakelijk is om de levering aan apotheken (en daarmee de patiënten)
in stand te houden. Indien de exploitatietekorten onverantwoord
mochten stijgen, dan zal ik bezien welke maatregelen getroffen kunnen
worden om dit tekort beheersbaar te houden.
Stand van zaken
Het Nederlands bedrijf dat vorig jaar zijn plan van aanpak
presenteerde om te komen tot een geregistreerd geneesmiddel in
Nederland met medicinale cannabis van het BMC als grondstof, is
inmiddels gestart met de uitvoering van dit plan. Zoals bij elke
geneesmiddelontwikkeling zal het nog een aantal jaren vergen voordat
er een product ter registratie kan worden aangeboden. Overigens is
hiermee ook niet gegarandeerd dat dit stadium bereikt zal worden. De
registratieaanvraag van een ander cannabinoïdproduct (Sativex®) van
het Britse bedrijf GW Pharmaceuticals is in afwachting van nader
onderzoek ingetrokken. De voornemens van diverse (buitenlandse)
partijen om grotere hoeveelheden medicinale cannabis uit Nederland te
betrekken hebben nog niet tot concrete afspraken geleid die BMC in
staat stellen om op een kostendekkende wijze te functioneren. De omzet
van dit jaar lijkt iets toe te nemen ten opzichte van vorig jaar, maar
er zal in 2007 nog steeds sprake zijn van een exploitatietekort.
Terugblik
De Nederlandse overheid had in 2001 medicinale cannabis als grondstof
voor wetenschappelijk onderzoek en productontwikkeling beschikbaar
gesteld. Tot dat moment was geen gestandaardiseerd materiaal met een
constante samenstelling en van een farmaceutische kwaliteit als
grondstof beschikbaar. Door het gebruik van niet gestandaardiseerde
grondstof (de cannabisplanten verschilden onderling van kwaliteit en
samenstelling) waren klinische onderzoeken ongeschikt om eenduidige
uitspraken te kunnen doen over de veiligheid en werkzaamheid van
medicinale cannabis. In afwachting van een geregistreerd geneesmiddel
werd in 2003 de medicinale cannabis in zijn huidige vorm (als gedroogd
plantmateriaal) aan de patiënt ter beschikking gesteld via de
apotheek.
In 2005 is het beleid met betrekking tot medicinale cannabis
geëvalueerd. De belangrijkste resultaten uit deze evaluatie waren: