College Bescherming Persoonsgegevens


College bescherming persoonsgegevens (CBP)

Afgeluisterde gesprekken met advocaten niet altijd gewist

Persbericht, onder embargo tot 6 november 2007, 11.00 uur

Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) heeft onderzoek gedaan naar de gang van zaken bij de vernietiging van geheimhoudersgesprekken door de landelijke tapkamers van de politie. Bij strafrechtelijk onderzoek worden regelmatig ook telefoongesprekken tussen advocaten of artsen en hun cliënten afgetapt en vastgelegd. De betrokken officier van justitie dient opdracht te geven tot vernietiging van het digitale bestand en de eventuele uitwerking ervan op papier, zodra hij onderkent dat het om een zogenaamd geheimhoudersgesprek gaat. Dit is een gesprek gevoerd met een beroepsbeoefenaar die een wettelijk beroepsgeheim en verschoningsrecht heeft. Uit het onderzoek van het CBP blijkt onder meer dat niet alle getapte geheimhoudersgesprekken zijn gewist. De toezichthouder concludeert dat de wet onvoldoende wordt nageleefd.

Op 6 november 2007 vanaf 11.00 uur staat het onderzoeksrapport op www.cbpweb.nl

In het onderzoek naar een groot aantal dossiers bij de twee landelijke tapkamers van de politie zijn de volgende feiten vastgesteld:
* Niet alle gecontroleerde digitale opnames van geheimhoudersgesprekken bleken gewist.
* In meer dan driekwart van de onderzochte gevallen bleken de gesprekken niet binnen één dag na ondertekening van het vernietigingsbevel gewist.
* In één van de twee tapkamers bleken schriftelijke uitwerkingen van de gesprekken bewaard gebleven.

Naar het oordeel van het CBP betekent dit dat in deze gevallen is gehandeld in strijd met de plicht de geheimhoudersgesprekken zo spoedig mogelijk te vernietigen. Deze vernietigingsplicht dient niet alleen individuele belangen maar tevens de bescherming van het voor de samenleving als geheel belangrijke beroepsgeheim van enkele beroepsgroepen. In een democratische rechtsstaat moet elke burger vertrouwelijk een beroep kunnen doen op een advocaat, arts, notaris of geestelijke.

In hun reacties op de bevindingen hebben het College van procureurs-generaal van het Openbaar Ministerie en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het belang van een juiste uitvoering van de vernietigingplicht onderschreven. Zij hebben maatregelen aangekondigd ter verbetering van de werkwijze en het inrichten van controle op de uitvoering van de vernietigingsplicht.

Over het CBP
Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) houdt -onder de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP)- toezicht op de naleving van wetten die het gebruik van persoonsgegevens regelen. Bij het CBP moet het gebruik van persoonsgegevens worden gemeld, tenzij hiervoor een vrijstelling geldt.

Het CBP adviseert de regering en organisaties over de bescherming van persoonsgegevens en onderwerpen die daarmee samenhangen. Het CBP toetst gedragscodes en bemiddelt in geschillen tussen burgers en gebruikers van persoonsgegevens. Op eigen initiatief of op verzoek van een belanghebbende kan het CBP onderzoeken of de manier waarop persoonsgegevens in een bepaalde situatie zijn gebruikt, in overeenstemming is met de wet en daaraan zonodig gevolgen verbinden. Voor in gebreke blijven bij de melding kan een boete worden opgelegd. Bij overtreding van de wet of daarop gebaseerde regelingen kan het CBP overgaan tot bestuursdwang of een dwangsom opleggen.


Noot voor de redactie,

College Bescherming Persoonsgegevens