VVD


6-11-2007

VVD stemt tegen kindgebonden budget

Op 30 oktober 2007 is in de Eerste Kamer de wet kindgebonden budget behandeld. De VVD fractie heeft tegengestemd. Onderstaande leest u waarom:

De heer Biermans (VVD): Mevrouw de voorzitter. Ik hoop dat ik na uw bemoedigende woorden aan de "nieuwe" minister, zijn plezier niet helemaal verpest.

Vandaag behandelen wij het voorstel van Wet op het kindgebonden budget. Tevens is een wijzigingsvoorstel op dat wetsvoorstel, dat dient tot verhoging van de kindertoeslag voor het jaar 2008, aan de orde. De vraag dient zich aan hoe dit wetsvoorstel is te duiden en wat het karakter daarvan is. Aan de overkant is dit wetsvoorstel, waar wij het in eerste instantie over hebben, aangenomen. Daarom praten wij er ook over. Aan de overkant is de novelle ook al aangenomen. De vraag aan de minister en de staatssecretaris van een fiscaal geschoold jurist, zo voeg ik er uitdrukkelijk aan toe, dus een eenvoudig senator, is om op die punten te reageren en om aan te geven hoe zij dit staatsrechtelijk duiden. Wellicht weten zij het antwoord ook niet. Ik zal dat beide bewindslieden niet kwalijk nemen. Ongetwijfeld zullen wij er op een ander moment nog een keer op terugkomen.

Het voorstel van Wet op het kindgebonden budget is het eerste voorstel in een reeks van wetsvoorstellen waarmee het kabinet de verzilveringsproblematiek bij fiscale heffingskortingen wil oplossen. De oplossing die het kabinet kiest, kan de goedkeuring van de leden van de VVD-fractie niet krijgen. Er kleeft namelijk een aantal zeer negatieve neveneffecten aan de oplossing die het kabinet ziet.

Ik noem als eerste dat de voorgestelde inkomensafhankelijke regeling nivellerend werkt. Ik zou mij bijna verspreken, dus voor alle duidelijkheid: het werkt nivellerend. Deze linkse reflex spreekt liberalen niet aan vanwege de demotiverende werking. Mijn fractievoorzitter heeft hier bij de algemeen politieke beschouwingen ook al uitvoerig bij stil gestaan. De armoedeval blijft door dit wetsvoorstel bestaan. De ene inkomensafhankelijke regeling wordt vervangen door een andere inkomensafhankelijke regeling. De herintredersval voor alleenverdieners met kinderen op WML-niveau verslechtert volgens de nota naar aanleiding van het verslag. De deeltijd- en de doorstroomval blijven even groot. Wéér, méér en gekwalificeerder werken straft dit kabinet af. Je verdient meer, maar je krijgt uiteindelijk minder. De leden van de VVD-fractie zijn tegen regelingen die mensen van werk afhouden. En dit is zo'n regeling.

Er is nog een reden waarom wij tegen zullen stemmen. Ik realiseer mij dat het uitzonderlijk is om dit reeds in de eerste termijn aan te kondigen, waarmee ik geen ruimte laat voor een wezenlijke beïnvloeding van het standpunt. Zo helder staat de VVD hier in.

De tweede reden waarom wij tegen zullen stemmen is het feit dat door de oplossing die het kabinet kiest, de uitkeringen die samenhangen met dit wetsvoorstel voor export gereedstaan. Afgezien van de handhavingsperikelen brengt deze ongewenste export onevenredig veel kosten met zich mee, net als de uitvoering van de regeling op nationaal niveau. Ten minste de leden van de VVD-fractie achten 20,5 mln. uitvoeringskosten disproportioneel voor een oplossing van 72 mln. Voor de exportuitkeringen van 7 mln. zijn de uitvoeringskosten maar liefst 4,5 mln., oftewel een uitvoeringslast van 65%.

Dit wetsvoorstel is een slecht wetsvoorstel. Het biedt geen oplossing voor een van de echte problemen van ons land. Wij moeten ervoor zorgen dat iedereen werk heeft; werk dat loont en een sociaal veilige omgeving biedt. Dit wetsvoorstel leidt daartoe absoluut niet, net zoals de vrijstelling van de sollicitatieplicht voor bijstandsmoeders daartoe niet leidt. Het levert bovendien geen bijdrage aan de in verband met de vergrijzing zo noodzakelijke vergroting van de arbeidsparticipatie. De leden van de VVD-fractie zullen dan ook tegen dit wetsvoorstel stemmen. Een logisch gevolg daarvan is dat wij ook tegen het wetsvoorstel op stuk nr. 31210 zullen stemmen. Door de in dit wetsvoorstel geregelde verhoging van het kindgebonden budget worden immers de door ons gesignaleerde problemen en nadelige effecten van het wetsvoorstel op stuk nr. 30912 alleen nog maar groter. De opmerking van de minister voor Jeugd en Gezin dat een bedrag per kind goed is, omdat het gezin de plaats is waar kinderen worden opgevoed en waar essentiële waarden en normen worden overgedragen, zal hieraan niets afdoen.