'Doel convenant reikt verder dan 2011'
Toespraak, 6 november 2007
Minister Klink is onder de indruk van wat de partners van het Conveant
Overgewicht tot nu toe hebben gepresteerd. De kritische opmerkingen
die hij maakt zijn dan ook bedoeld als aanmoediging voor de tweede
helft van de convenantperiode.
Geachte dames en heren,
Wat doe je met een marathonloper die halverwege de wedstrijd beseft
dat hij nog een heel eind te gaan heeft? Inderdaad: applaus geven en
aanmoedigen.
Paul Rosenmöller zegt in het voorwoord van dit boekje: `Het
voorzitterschap van het Convenant Overgewicht is me op het lijf
geschreven, want ik ben een recreatief marathonloper en een overtuigd
voorstander van een gezonde leefstijl.'
Toch heb ik hem, ook in de media, een aantal keren horen verzuchten:
`als we zo doorgaan, halen we het niet'. Met andere woorden: dan
zullen we ons einddoel niet binnen de vastgestelde tijd bereiken.
Natuurlijk ben ik hier om marathonloper Rosenmöller en zijn ploeg aan
te moedigen, applaus te geven en om te roepen: doorgaan! Maar als
minister van het departement dat ooit het initiatief nam voor dit
convenant, vind ik het ook terecht dat we halverwege de marathon
kritisch kijken naar het resultaat tot nu toe, en naar de gevolgde
tactiek.
Het startschot van het convenant werd in 2005 gegeven door mijn
voorganger, minister Hans Hoogervorst. Ik heb zijn toespraak uit dat
jaar nog even opgezocht. Hij gaf toen voorbeelden van bedrijven die al
met gezonde acties bezig waren. Zo was er een bedrijf dat bij de
aankoop van hamburgers een stappenmeter uitdeelde. En vlak na de
kerstdagen had hij in een supermarkt een aanbieding voor sinaasappels
gezien onder het motto: `nu is het weer tijd voor gezond eten.'
Mijn voorganger zei in 2005: `Het kan haast niet anders of dit soort
initiatieven leiden ertoe dat mensen zich steeds bewuster worden van
hun leefstijl. En dat zal er ongetwijfeld toe leiden dat we het
overgewicht weten te tackelen.'
We zijn nu ruim twee jaar verder. Het aantal convenantpartners is
intussen enorm toegenomen en er zijn tientallen acties ontwikkeld.
Zoals het vanmiddag gepresenteerde evaluatieonderzoek van Schuttelaar
laat zien, is er in de media veel aandacht voor overgewicht en gezonde
leefstijl. De onderzochte intermediairs zijn bekend met de basiskennis
over overgewicht, maar de deelname aan activiteiten is vaak nog
beperkt.
Cruciaal is natuurlijk de vraag of al die projecten ervoor hebben
gezorgd dat het voor de consument gemakkelijker is de gezonde keuze te
maken. Het onderzoek laat wat dat betreft een genuanceerd beeld zien.
Op sommige punten is het wel degelijk gemakkelijker geworden, maar er
zijn veel gebieden waar nog winst is te behalen. Gelukkig heb ik van
Paul Rosenmöller gehoord dat de stuurgroep van het convenant heeft
besloten tot een intensivering van de activiteiten.
Een van de onderwerpen waarvoor de voorzitter zich persoonlijk wil
inzetten is het laten verdwijnen van de snoepreclames voor kinderen
tot 12 jaar. De oproep aan het bedrijfsleven tot zelfregulering op dit
punt wil ik graag onderschrijven. Ik hoop dan ook dat deze handschoen
wordt opgepakt door het bedrijfsleven. Evenals de andere twee punten
van Paul Rosenmöller in de Volkskrant van afgelopen vrijdag, namelijk
het laten verdwijnen van de zeurkassa's en de inzet op één logo voor
gezonde producten. Laten we met elkaar de stappen zetten die nodig
zijn om daar te komen, en de Gezonde Keuze écht de Gemakkelijke Keuze
maken.
De aanpak van overgewicht raakt niet alleen gezondheidszorg, sport en
onderwijs. Maar ook de ruimtelijke ordening, het verkeer, het milieu,
jeugd en gezin, integratie, wijkopbouw en economie. Alleen een
gezamenlijke, integrale aanpak die alle facetten van het dagelijks
leven omvat, heeft kans van slagen. Bestuurlijk komen die facetten het
dichtst bij elkaar binnen de gemeente. Zoals u misschien weet, heeft
VWS een handleiding laten ontwikkelen om de gemeenten te helpen bij
het aanpakken van overgewicht. Het lijkt mij een goed idee om in die
handleiding ook te verwijzen naar activiteiten van het convenant.
Sommige partners van het convenant ondervinden bij de uitvoering van
hun activiteiten hinder van bestaande wettelijke regels. Ik zal vanuit
mijn ministerie met andere ministeries gaan bespreken hoe we die
knelpunten kunnen wegnemen.
Wij als overheid gaan ook zorgen dat er betrouwbare gegevens komen
over de prevalentie van overgewicht. TNO volgt de groei en
ontwikkeling van Nederlandse kinderen door middel van zogenoemde
groeistudies. Samen met de onderzoeken van de GGD in de gemeenten, is
het daardoor mogelijk trends te volgen en, waar nodig, actie te
ondernemen. Ik heb TNO opdracht gegeven voor een nieuwe Landelijke
Groeistudie die in januari 2008 van start gaat. De nieuwe
groeidiagrammen zijn dan eind 2009 beschikbaar.
Ook heb ik het RIVM gevraagd een onderzoek te doen naar overgewicht
bij volwassenen.
In dit verband wil ik nog een laatste belangrijk punt aan de orde
stellen. Dat is het volgen van de verschillende activiteiten en van
resultaten. Het is de verantwoordelijkheid van hem ministerie van VWS
om de ontwikkeling van overgewicht bij de bevolking in kaart te
brengen. Maar aan het begin van het convenant hebben we ook
vastgesteld dat de convenantpartners de resultaten van hun eigen
activiteiten moeten volgen. Ik besef wel dat dit niet altijd even
gemakkelijk is, maar in de rapportages tot nu toe zie ik daar nog te
weinig van terug.
Ik vraag u dus de benen nog even stevig te strekken, zodat we deze
marathon met een goed resultaat gaan afronden.
Ik wil aan het eind van deze Balans Top benadrukken dat ik wel
degelijk onder de indruk ben van u tot nu toe heeft gedaan. Ziet u
mijn misschien wat kritische opmerkingen vooral als een aanmoediging.
Want dat ik u er vandaag op aanspreek is één, maar zeker is dat wij er
allemaal, binnen nu en enkele jaren, in maatschappelijk opzicht op
worden aangesproken.
De pas op de plaats, die u die vandaag heeft gemaakt, was nodig en zal
de marathon ten goede komen. Laten we dan ook niet te snel afstappen
van onze zelfgestelde einddoelen. En laten we vooral niet vergeten dat
waar wij mee bezig zijn, verder reikt dan 2011. Want ik ben ervan
overtuigd dat u zich ook zonder convenant bewust bent van uw
maatschappelijke verantwoordelijkheid en van uw mogelijkheden om bij
te dragen aan de strijd tegen overgewicht.
Ik dank u voor uw aandacht.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport