Raad van State
Zaaknummer: 200706130/2
Publicatie datum: dinsdag 6 november 2007
Tegen: het college van gedeputeerde staten van Fryslân
Proceduresoort: Voorlopige voorziening
Rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Friesland
---
200706130/2.
Datum uitspraak: 6 november 2007
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige
voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het
geding tussen:
, wonend te ,
en
het college van gedeputeerde staten van Fryslân,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 15 maart 2007 heeft de gemeenteraad van
Gaasterlân-Sleat het bestemmingsplan "Herziening Bestemmingsplan
Buitengebied (Teatertún)" vastgesteld.
Verweerder heeft bij zijn besluit van 3 juli 2007, nr. 00703834,
beslist over de goedkeuring van het bestemmingsplan.
Tegen dit besluit hebben verzoekers bij brief van 27 augustus 2007,
bij de Raad van State ingekomen op dezelfde dag, beroep ingesteld.
Bij brief van 27 augustus 2007, bij de Raad van State ingekomen op
dezelfde dag, hebben verzoekers de Voorzitter verzocht een voorlopige
voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft de zaak ter zitting behandeld op 23 oktober 2007,
waar verzoekers, in persoon en bijgestaan door mr. J.S. Leenstra,
gemachtigde, verweerder, vertegenwoordigd door mr. F. Jilderda,
ambtenaar bij de provincie, en de gemeenteraad, vertegenwoordigd door
mr. J.V. van Ophem, advocaat te Leeuwarden, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is
niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Het plan voorziet in een nieuwe bestemmingsomschrijving voor de
bestemming "Maatschappelijke doeleinden", in artikel 10 van de
planvoorschriften behorende bij het bestemmingsplan "Buitengebied".
2.3. Verzoekers voeren aan dat verweerder, door goedkeuring te hechten
aan het plan, heeft miskend dat met de nieuwe bestemmingsomschrijving
de bestemming van de Teatertún wordt uitgebreid. Zij vrezen voor de
gevolgen die de uitbreiding zal hebben voor het nabijgelegen
natuurgebied, alsmede voor verstoring van hun woongenot. Verzoekers
menen voorts dat het plan in strijd is met het Streekplan Fryslân 2006
en met de Flora- en faunawet.
2.4. Naar het oordeel van de Voorzitter bestaat er geen aanleiding
voor het treffen van een voorlopige voorziening aangezien niet is
gebleken van een spoedeisend belang dat het treffen van een voorlopige
voorziening rechtvaardigt. De Voorzitter heeft hierbij betrokken dat
ter zitting is gebleken dat in het openluchttheater van de Teatertún
enkel in de zomermaanden kleinschalige muziekvoorstellingen worden
gehouden en dat deze reeds zijn geëindigd. De eerstvolgende
muziekvoorstelling zal vooralsnog plaatsvinden begin juni 2008. Ook is
ter zitting aangegeven dat dit jaar geen kerstmarkt zal plaatsvinden
op het desbetreffende perceel. Hoewel ter zitting is aangegeven dat
mogelijk andere evenementen, waaronder bruiloften, zullen plaatsvinden
in de gebouwen ter plaatse van de Teatertún, welke mogelijk tot enige
mate van geluidhinder kunnen leiden voor verzoekers, hebben zij niet
aannemelijk gemaakt dat zich in dat kader onomkeerbare gevolgen zullen
voordoen.
2.5. De conclusie is dat het verzoek om het treffen van een voorlopige
voorziening moet worden afgewezen.
2.6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. R.J. Hoekstra, als Voorzitter, in
tegenwoordigheid van mr. L.F. Egmond, ambtenaar van Staat.
w.g. Hoekstra w.g. Egmond
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 6 november 2007
426.