Raad van State
Zaaknummer: 200706075/2
Publicatie datum: dinsdag 6 november 2007
Tegen: het college van gedeputeerde staten van Gelderland
Proceduresoort: Voorlopige voorziening
Rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Gelderland
---
200706075/2.
Datum uitspraak: 6 november 2007
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige
voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het
geding tussen:
, wonend te ,
en
het college van gedeputeerde staten van Gelderland,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 14 december 2006 heeft de gemeenteraad van Montferland
het bestemmingsplan "Sportcomplex Montferland" vastgesteld.
Verweerder heeft bij zijn besluit van 3 juli 2007, nr. 2007-001979,
beslist over de goedkeuring van het bestemmingsplan.
Tegen dit besluit hebben verzoekers bij brief van 24 augustus 2007,
bij de Raad van State ingekomen op 28 augustus 2007, beroep ingesteld.
De gronden zijn aangevuld bij brief van 21 september 2007.
Bij brief van 31 augustus 2007, bij de Raad van State ingekomen op 1
september 2007, hebben verzoekers de Voorzitter verzocht een
voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft de zaak ter zitting behandeld op 23 oktober 2007,
waar verzoekers in persoon, verweerder, vertegenwoordigd door P.G.A.L.
Evers, ambtenaar bij de provincie, en de gemeenteraad,
vertegenwoordigd door dr. ir. B. Melles, werkzaam bij Smitshoek Melles
& Partners, en S. Halbesma, werkzaam bij Amer adviseurs B.V, zijn
verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het plan voorziet in de realisering van een nieuw sportcomplex
met een woonvoorziening en drie woongebouwen binnen de kern
's-Heerenberg aan de Oude Doetinchemseweg en de Drieheuvelenweg. In
totaal voorziet het plan in 95 appartementen. Op de locatie is reeds
een sportcomplex aanwezig, dit wordt in zijn geheel herbouwd.
2.2. Verzoekers - wonende in de directe nabijheid van het plangebied -
voeren aan dat verweerder, door goedkeuring te hechten aan het plan,
heeft miskend dat de nieuw te realiseren bebouwing niet past binnen de
schaal van de locatie en de omgeving. Zij menen dat de beoogde hoge
woongebouwen tot aantasting van hun privacy en woongenot zullen
leiden. Daarnaast vrezen zij voor parkeerproblemen. Voorts hebben
verzoekers twijfels bij de uitvoerbaarheid van het plan en zijn zij
van mening dat de gemeenteraad en verweerder hebben miskend dat de
locatie niet geschikt is voor senioren- en jongerenwoningen.
2.3. Ter zitting heeft verweerder aangegeven dat de door de
gemeenteraad in gang gezette vrijstellingsprocedure om de te
realiseren bebouwing mogelijk te maken, in afwachting van de
onderhavige bestemmingsplanprocedure is aangehouden. Desgevraagd heeft
de gemeenteraad aangegeven dat niet voor medio 2008 met de
bouwwerkzaamheden zal worden aangevangen. Nu de Voorzitter ter zitting
heeft aangegeven dat de behandeling van de bodemprocedure in deze zaak
zal plaatsvinden in het eerste helft van 2008, verwacht de Voorzitter
dat de uitspraak in de bodemprocedure voor medio 2008 openbaar zal
zijn. Gelet hierop is van een spoedeisend belang van verzoekers bij
schorsing van het besluit van verweerder over de goedkeuring van het
plan geen sprake. Daarbij wijst de Voorzitter er overigens nog op dat,
indien desondanks vóór de behandeling van het beroep in de
bodemprocedure met de realisering van het nieuwe sportcomplex en de
woonbebouwing wordt begonnen het verzoekers vrij staat wederom een
verzoek om voorlopige voorziening in te dienen.
2.4. Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van
een voorlopige voorziening af te wijzen.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. R.J. Hoekstra, als Voorzitter, in
tegenwoordigheid van mr. L.F. Egmond, ambtenaar van Staat.
w.g. Hoekstra w.g. Egmond
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 6 november 2007
426.