Antwoorden op kamervragen van Schermers, Koppejan en De Vries over de fusieplannen van ziekenhuizen op Walcheren
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
CZ-K-U-2798121
5 november 2007
Antwoorden van minister Klink op Kamervragen van de Kamerleden
Schermers, Koppejan en De Vries over de fusieplannen van ziekenhuizen
op Walcheren (2060724620).
Vraag 1
Is het u bekend dat uit een enquête blijkt dat slechts 15% van de
bevolking voor een fusie van de ziekenhuizen op Walcheren is, en dat
er derhalve onder de Zeeuwse bevolking de nodige onrust is ontstaan
over de fusieplannen?
Antwoord 1
Ja, de uitkomst van de betreffende enquête is mij bekend.
Vraag 2
Is het u bekend dat de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) in het
verleden in een rapport afwijzend heeft gereageerd op de beslissing
tot fusie van de ziekenhuisbesturen?
Antwoord 2
Het is mij bekend dat de Zeeuwse ziekenhuisbesturen in 2006 een
vergunningsaanvraag bij de NMa hebben ingediend. De besturen hebben
destijds besloten hun vergunningsaanvraag in te trekken kort voordat
de NMa met een besluit naar buiten zou komen. De NMa heeft als gevolg
hiervan niet tot een formele reactie op de fusieaanvraag kunnen komen.
Vraag 3
Zijn er objectieve redenen die een concentratie van ziekenhuizen op
Walcheren rechtvaardigen? Zo ja, zijn er ook andere
samenwerkingsmogelijkheden of maatregelen die tegemoet komen aan de
objectief vastgestelde tekortkomingen?
Antwoord 3
Indien de Zeeuwse ziekenhuisbesturen een formele fusieaanvraag
indienen, zal de NMa zich over deze vragen buigen in het kader van
haar mededingingsrechtelijke toets. Die houdt in dat als gevolg van de
fusie geen economische machtspositie mag ontstaan of worden versterkt.
De vragen die u stelt, maken deel uit van bedoelde toetsing door de
NMa.
Zonder al teveel op de deze toetsing vooruit te willen lopen, wil ik
benadrukken dat mijn inspanningen erop gericht zullen zijn een
verslechtering van de bereikbaarheid van acute zorg voor de inwoners
van Walcheren te voorkomen. Ik wil hierbij wel opmerken dat
concentratievoornemens gericht kunnen zijn op het handhaven danwel
verbeteren van de kwaliteit van de te leveren zorg. De Inspectie voor
de Gezondheidszorg (IGZ) zal de fusieaanvraag onder andere op dit
onderdeel beoordelen en de NMa over de gevolgen adviseren. De
kwaliteitsverbetering die voor de Zeeuwse bevolking met de
concentratie wordt bereikt, moet worden afgewogen tegen de eventuele
vermindering van de bereikbaarheid. Op het moment dat de definitieve
fusieplannen beschikbaar zijn, is die afweging aan de orde.
Vraag 4
Is er inzicht in de verandering van de aanrijtijden van de ambulances
na de voorgenomen fusie? Zo ja, acht u die dan nog verantwoord? Deelt
u de mening dat in deze betrouwbare reistijden belangrijker zijn dan
afstanden?
Antwoord 4
Nee, daar is nog geen zicht op. In de Wet Toelating Zorginstellingen
(WTZi) is vastgelegd dat een burger binnen 45 minuten een Spoedeisende
Hulp (SEH) moet kunnen bereiken. Deze 45 minuten zijn als volgt
opgebouwd: een ambulance moet binnen 15 minuten na een spoedmelding
ter plaatse zijn. Het ambulancepersoneel heeft ter plaatse 5 minuten
de tijd om een patiënt te stabiliseren. Vervolgens moet de ambulance
binnen 25 minuten een patiënt op een SEH kunnen brengen. Of aan deze
wettelijke eis wordt voldaan moet blijken uit het definitieve
fusieplan. Reistijd en niet afstand is dus het criterium.
Vraag 5
Is naar uw mening de patiëntveiligheid na de voorgenomen fusie
voldoende gewaarborgd, ook voor de spoedeisende hulp?
Antwoord 5
De fusieplannen mogen geen risico's inhouden voor de veiligheid van de
patiënt. De patiëntveiligheid dient daarom voldoende gewaarborgd te
zijn met de voorgenomen fusie. De IGZ heeft als taak het defintieve
fusieplan op dit aspect te toetsen. De IGZ adviseert de Nederlandse
Zorgautoriteit (NZa) die deze opinie vervolgens meeneemt in een advies
richting de NMa aangaande de gevolgen van de eventuele fusie.
Vraag 6
Is de nu voorgenomen fusie van maatschappen, als alternatief voor een
volledige fusie, niet een mogelijke opmaat naar functieconcentratie
van de zorg op één locatie? Wordt deze voorgenomen fusie van
maatschappen ook door u of de NMa getoetst?
Antwoord 6
Ik heb u tijdens het Algemeen Overleg van 14 juni 2007 toegezegd in
het najaar terug te komen op de gevolgen van de fusie van
maatschappen. Hierover ben ik momenteel in overleg met de NMa. Ik zal
u, overeenkomstig de toezegging, zo spoedig mogelijk over de
resultaten informeren.
Vraag 7
Wat is, al het voorgaande afwegende, uw oordeel over deze voorgenomen
fusie? Acht u die in het belang van de kwaliteit en bereikbaarheid van
ziekenhuiszorg in Zeeland? Zo neen, bent u bereid te bevorderen dat de
voorgenomen fusie geen doorgang zal vinden?
Antwoord 7
De voorgenomen fusie mag geen verslechtering betekenen voor de
kwaliteit van zorg en de toegang tot acute zorg binnen 45 minuten voor
de inwoners van Zeeland. Ook hier wijs ik weer op de in antwoord op
vraag 3 aangegeven spanning tussen bereikbaarheid en kwaliteit. De
kwaliteits- en bereikbaarheidseisen ten aanzien van de ziekenhuiszorg
zijn wettelijk geregeld via de Kwaliteitswet resp. de Wet Toelating
Zorginstellingen (WTZi). In het opzetten van fusieplannen dienen
ziekenhuizen zich hiervan rekenschap te geven en deze eisen na te
leven.
Ik ben als minister niet bevoegd een fusie te blokkeren ofwel af te
dwingen. De beoordeling van de fusieaanvraag is aan de NMa. De NMa zal
zich in deze taak laten adviseren door de IGZ en de Nederlandse
Zorgautoriteit (NZa). Bij de definitieve fusieplannen zal ik bezien
hoe met de spanning tussen bereikbaarheid en kwaliteit om te gaan. Wel
kan ik op grond van de WTZi een ziekenhuis een aanwijzing geven indien
naar mijn oordeel de bereikbaarheid van de acute zorg in gevaar komt.
Ook dient het ziekenhuis haar plannen in te brengen in het Regionaal
Ketenoverleg Acute Zorg (ROAZ) onder leiding van het Traumcentrum
Zuid-West Nederland (Erasmus Medisch Centrum Rotterdam).
Vraag 8
Is de ontwikkeling in Zeeland voor u een extra reden om fusies in de
zorg scherper te toetsen en daarvoor een afzonderlijke fusietoets in
het leven te roepen, zoals aan u is gevraagd?
Antwoord 8
Er wordt momenteel gewerkt aan de uitvoering van de motie-Ten Hoopen.
Met een algemene maatregel van bestuur worden de omzetdrempels voor
concentraties in de zorgsector met ten minste de helft verlaagd. De
Minister van Economische Zaken is voornemens deze op een zo kort
mogelijke termijn in werking te doen treden. Mede tegen die
achtergrond acht ik het huidige instrumentarium van de NMa voor de
beoordeling van fusieaanvragen voldoende.
1) Provinciale Zeeuwse Courant, 1 september 2007
2) Kamervragen, nummer 2060724390, vergaderjaar 2006-2007