Mijlpaal: gelijke behandeling in het basis- en voortgezet onderwijs
De Wet Gelijke Behandeling gehandicapten en chronisch zieken gaat vanaf
schooljaar 2009 ook op in het basis- en voortgezet onderwijs. Dit heeft
staatssecretaris Bussemaker (PvdA) van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
(VWS) op vrijdag 2 november jl. bekendgemaakt. Toepassing van deze wet voor
kinderen die het basisonderwijs of de middelbare school bezoeken betekent
een ware doorbraak. Er komen meer kansen op passend onderwijs voor ieder
kind en ouders hebben een grotere keuzevrijheid.
De CG-Raad pleit al jaren voor uitbreiding van de wet gelijke behandeling
naar meer levensterreinen. Dus ook naar alle vormen van onderwijs. Gelijke
behandeling kan al wel worden afgedwongen in het beroepsonderwijs. De PvdA
was heeft een belangrijke rol gespeeld in de politieke uitbreiding van de
wet. In 2006 diende deze partij, samen met Groen Links en de Christen Unie
daarvoor een initiatiefwet in. Het Kabinet heeft dit idee in het
coalitieakkoord overgenomen. Staatssecretaris Dijksma kondigde de afgelopen
zomer in een brief aan dat zij hier werk van ging maken.
Betekenis in de praktijk
Gelijke behandeling wordt vanaf 2009 ingevoerd op scholen voor
basisonderwijs en op middelbare scholen. Dit houdt in dat een school ieder
kind onderwijs moet bieden. Zo nodig met aanpassingen, in of aan het
onderwijsgebouw, aan het meubilair of het lesmateriaal. En kinderen die
bijvoorbeeld door taalmoeilijkheden meer tijd nodig hebben bij toetsen,
moeten die extra tijd ook krijgen.
Een school mag een kind niet langer weigeren omdat het een handicap of
chronische ziekte heeft. Zon weigering is in strijd met de wet.
Deze uitbreiding van de Wet betekent een betere rechtpositie van de
individuele leerling en zijn ouders. Kinderen krijgen betere kansen op
onderwijs naar vermogen en ouders hebben meer keuzevrijheid. Als een school
een leerling vanwege een beperking of chronische ziekte toch weigert, dan
kunnen de ouders naar de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) stappen. De CGB
kan dan beoordelen of de school een kind inderdaad ongelijk behandelt of
weigert vanwege een handicap of chronische ziekte. Dit is vanaf 2009
verboden. De school krijgt dan ongelijk en moet de leerling accepteren. Als
dat nodig is, moet de school aanpassingen aanbrengen of maatregelen nemen
waardoor de leerling gewoon als iedere andere leerling het onderwijs kan
volgen.