Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
De ministerraad heeft op voorstel van minister Ter Horst (BZK)
besloten dat bestuurders van privaatrechtelijke zelfstandige
bestuursorganen (zbo's) die fulltime bestuurlijke taken uitvoeren,
niet meer mogen verdienen dan 130% van het huidige ministerssalaris.
Het kabinet volgt hiermee het advies van de Adviescommissie
rechtspositie politieke ambtsdragers (commissie Dijkstal) van 4
oktober 2006 over de beloningen van topfunctionarissen bij
privaatrechtelijke zbo's. Het gaat hierbij uitdrukkelijk niet om de
semipublieke sector waarover de commissie Dijkstal afgelopen september
adviseerde. Het kabinetsstandpunt op dat advies is nog in
voorbereiding.
Bij de privaatrechtelijke zelfstandige bestuursorganen is er een
verschil tussen organisaties die voltijds en organisaties die
incidenteel een bestuurlijke taak uitoefenen. Voltijd
privaatrechtelijke zbo's zijn bijvoorbeeld het Waarborgfonds
Motorverkeer, het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen en de
Stichting Fonds voor de Letteren. Het kabinet volgt de commissie bij
het uitgangspunt dat het (aangepaste) ministerssalaris als
maximum-bezoldigingsnorm geldt voor bestuurders van voltijd
privaatrechtelijke zbo's. Dit beleid geldt nu al voor
publiekrechtelijke zbo's.
Bij overschrijding van de norm wordt het beloningsbeleid voorgelegd
aan de voltallige ministerraad, waarna de vakminister besluiten neemt.
De minister van BZK adviseert en ziet toe op de consistentie.
Het kabinet vindt dat de overheid zich niet moet bemoeien met de
bezoldiging van bestuurders van organisaties, die slechts af en toe
een bestuurlijke beslissing nemen. Het gaat hierbij om organisaties
als het Nederlands Meetinstituut, garages die de algemene periodieke
keuring uitvoeren (APK-garages) en de HISWA. Het kabinet vindt dat er
in deze gevallen slechts een zeer beperkt verband bestaat tussen de
bezoldiging en het optreden als zbo, gezien het relatief beperkte
aandeel van de zbo-werkzaamheden in het totaal van werkzaamheden van
de organisatie.