Radboud Universiteit Nijmegen


Jongens vinden pabo te weinig uitdagend

Toekomstige meesters vinden de pabo-opleiding te weinig uitdagend. Veel jongens haken af omdat de opleiding te veel is gericht op de interesse van vrouwelijke studenten. Dat blijkt uit onderzoek waar lerarenopleider Gerda Geerdink maandag 5 november op promoveert aan de Radboud Universiteit.

Veel mannelijke studenten op de pabo haken na een paar jaar af omdat het onderwijs te veel is gericht op de ontwikkeling van het kind en te weinig op het bijbrengen van kennis. Ze vinden de opleiding te vrijblijvend, weinig uitdagend en te veel gericht op de belangstelling van de grote meerderheid aan vrouwelijke studenten. De pabo-opleiding is volgens Geerdink te veel aangepast aan de beroepsmotievatie en de wijze van studeren van meisjes. Vrouwelijke studenten worden door de opleiding bevestigd in hun beroepskeuze en in de ideeën die ze over het beroep hebben.

Gerda Geerdink vindt dat de pabo's zich weer eens moeten afvragen wat eigenlijk een goede leerkracht voor de basisschool is. Ze moeten meer rekening houden met sekseverschillen. Dat betekent dat er aanpassingen moeten komen in het curriculum, de didactische werkwijze, aansturing en toetsing van studenten en dat de pabo's rekening moeten houden met de beroepswensen van studenten.

Gerda Geerdink (Haaksbergen, 1954) studeerde onder meer geschiedenis en volgde de lerarenopleiding geschiedenis. Vanaf 2000 was ze als opleider, onderzoeker en onderwijsontwikkelaar verbonden aan Pabo Arnhem. Haar promotie is begeleid vanuit het Research Centre of the Graduate School of Education van de Radboud Universiteit Nijmegen.