Politie Limburg-Noord


Venlo: Minder jeugdige verdachten in 2006

Uit de criminaliteitsbeeldanalyse-jeugd (CBA-J) blijkt dat het aantal verdachten en het aantal incidenten in 2006 is gedaald ten opzichte van 2005. De CBA-J 2006 geeft op lokaal en regionaal niveau informatie over de criminaliteit die door de jeugd gepleegd wordt. Voor het eerst is in de CBA-J informatie opgenomen over het slachtofferschap van jeugd. Jeugdigen en jongvolwassenen worden vooral slachtoffer van vermogensincidenten en geweldsincidenten. Inzicht in de jeugdcriminaliteit maakt het mogelijk effectieve en efficiënte maatregelen in te zetten in de gezamenlijke aanpak van jeugdcriminaliteit. De politie deelt de informatie uit het CBA-J met haar partners op het gebied van jeugd, bijvoorbeeld de gemeenten, met als doel de handen in elkaar te slaan bij de aanpak van jeugdcriminaliteit.

De CBA-J geeft inzicht in incidenten en verdachten onder jongeren van 0 tot en met 24 jaar. Waar worden de incidenten gepleegd? Hoeveel incidenten? Welke typen incidenten? Is er een trend waar te nemen in de afgelopen jaren? Hoeveel mannelijke en vrouwelijk verdachten zijn er in onze regio? Worden jongeren ook slachtoffer van criminaliteit?

Minder verdachten
In totaal zijn er 2.155 0 t/m 17 jarige verdachten en 2.709 18 t/m 24 jarige verdachten. 83% van de verdachten is van het mannelijke geslacht en 16% van het vrouwelijke geslacht. Er is sprake van een daling van het aantal 12 t/m 17 jarige verdachten met 10% in 2006 ten opzichte van 2003. Voor 18 t/m 24 jarigen geldt een daling van 5%. Opvallend is dat de verdachten van 12-17 jaar maar zelden criminaliteit plegen in andere gemeenten dan hun woonplaats. Onder de 18 t/m 24 jarigen is de mobiliteit veel groter. Zij plegen veel vaker criminaliteit in een andere gemeente.

In 2006 waren er 26 jeugdige veelplegers en 221 jeugdige meerplegers bekend. De gemeenten Venlo (62), Roermond (39) en Weert (32) vertegenwoordigen het grootste deel van de jeugdige meerplegers, gevolgd door de gemeenten Beesel en Helden met beiden 13 meerplegers. In alle districten behalve Venray is een stijging in 2006 te zien ten opzichte van 2005 van het aantal jeugdige meerplegers en volwassen veel- en meerplegers.

Vermogensdelicten, openbare orde- en geweldsincidenten Incidenten kunnen worden ingedeeld naar zes verschillende typen, namelijk vermogen, openbare orde, geweld, zeden, verkeer en overige incidenten. De jeugd (beide leeftijdscategorieën) pleegt voornamelijk vermogensincidenten, gevolgd door openbare orde incidenten en geweldsincidenten. Op alle typen incidenten is een daling ten opzichte van 2005 waar te nemen, met uitzondering van de verkeersincidenten onder 18 t/m 24 jarigen.

Het is mogelijk 'typische' jeugdcriminaliteit weer te geven; dit zijn de incidenten die met name worden gepleegd door jeugdigen en jongvolwassenen. Op de eerste, tweede en derde plaats onder de jeugdigen staan respectievelijk diefstal van brom-, snor-, fietsen, overlast en vernieling. Bij 18 t/m 24 jarigen ziet de top drie er als volgt uit: drugshandel, vernielingen en mishandeling.

Jeugd als slachtoffer
Naast het kerndeel van de rapportage is ook het slachtofferschap van jeugdigen en jongvolwassenen inzichtelijk gemaakt. In de politieregio Limburg-Noord zijn in 2006 40.943 slachtoffers bekend, waarvan 8% 0 t/m 17 jaar is en 13% 18 t/m 24 jaar. Voor de gehele regio geldt dat het percentage slachtoffers onder 0 t/m 17 jarigen met 8% is gedaald en onder 18 t/m 24 jarigen met 9%.

Ook voor slachtofferschap kan een verdeling gemaakt worden per type incident. 'Typisch' slachtofferschap geeft weer waarvan jeugdigen en jongvolwassenen relatief veel slachtoffer worden. Jongeren worden vooral slachtoffer van verkeersongevallen, diefstal brom-, snor-, fiets en mishandeling.

Sturingsinformatie
Een van de aanbevelingen uit de CBA-J luidt om samen met partners op het gebied van jeugd het criminaliteitsbeeld te delen en tevens te toetsen. Naast het kerndeel wordt een verdiepend deel gemaakt. Input voor een verdiepende analyse kan voortkomen uit het kerndeel, maar nog belangrijker vanuit partners. Zij kunnen aangeven aan welke verdieping zij behoefte hebben. Ook trends die samenhangen met jeugd en criminaliteit kunnen worden aangedragen voor een verdiepende analyse. De resultaten van het CBA-J leiden uiteindelijk tot operationele sturingsinformatie.