Buitengewoon opsporingsambtenaren met insigne herkenbaar in het straatbeeld
Persbericht | 05-11-2007
Dertien buitengewoon opsporingsambtenaren (boa's) hebben vandaag in de
Koninklijke Schouwburg in Den Haag het boa-insigne in ontvangst
genomen uit handen van de minister van Justitie, Ernst Hirsch Ballin.
Dit insigne wordt per 1 januari 2008 ingevoerd voor de 25.000 boa's
(bijvoorbeeld conducteurs, parkeer- en duinwachters,
milieuinspecteurs). Zij zullen met ingang van die datum dit insigne
zichtbaar gaan dragen om beter herkenbaar te zijn voor het publiek.
Herkenbaar
Het insigne is nodig om boa's in Nederland beter herkenbaar te laten
zijn voor het publiek. Het insigne laat zien dat men te maken heeft
met iemand met bepaalde opsporingsbevoegdheden. Boa's mogen iemand
bijvoorbeeld om het identiteitsbewijs vragen. Ook mogen ze
proces-verbaal opmaken, boetes uitschrijven en iemand aanhouden als
die wordt verdacht van een strafbaar feit. Van het insigne moet een
preventieve werking uitgaan om te voorkomen dat burgers de wet
overtreden. Boa's leveren met hun werkzaamheden een belangrijke
bijdrage aan het terugdringen van de criminaliteit en overlast in
Nederland.
Het boa-insigne beeldt een hand uit die een scepter vasthoudt met
daarachter een schild. De hand, de scepter en het schild staan voor de
taken en bevoegdheden die boa's hebben. Het schild verbeeldt de
bescherming van mensen in de publieke ruimte door de boa. De scepter
(of staf) in de hand geeft aan dat de boa de bevoegdheid heeft om op
te treden als dat nodig is.
Veiligheid
Nederland telt ongeveer 25.000 boa's bij 1.100 organisaties. Ze
bestaan al sinds 1994 en vervullen een rol in de handhaving van de
veiligheid en het tegengaan van criminaliteit. Een boa volgt een
speciale opleiding om het nodige te leren over wetten en regels. Ze
krijgen dan voor vijf jaar de opsporingsbevoegdheden die bij hun
functie horen. Na die vijf jaar moet een boa opnieuw examen doen.
Meer informatie
* Buitengewoon opsporingsambtenaar