KAMERVRAGEN EN ANTWOORDEN
02-11-2007
Beantwoording vragen over uitgelekt advies inzake
besluitvormingsproces Uruzgan
Vraagsteller: Leden Knops en Van Gennip
In bijlage bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
van de leden Knops en Van Gennip over een uitgelekt advies inzake het
besluitvormingsproces Uruzgan. Deze vragen werden ingezonden op 24
oktober 2007 met kenmerk 2070803340.
DE MINISTER VAN DEFENSIE,
E. van Middelkoop
Vragen van de leden Knops en Van Gennip (beiden CDA) aan de minister
van Defensie over een uitgelekt advies inzake het
besluitvormingsproces Uruzgan. (Ingezonden 24 oktober 2007)
1. Heeft u kennisgenomen van het artikel "Berlijn: krimp missie in"
waarin geciteerd wordt uit vertrouwelijke stukken van de Commandant
der Strijdkrachten (CDS) ten behoeve van het besluitvormingsproces
Uruzgan? 1)
Ja.
2. Deelt u de zorgen over de situatie op het departement van Defensie
nu er voor de zoveelste keer in enkele maanden tijd vertrouwelijke
informatie gelekt wordt?
Ja.
3. Welke maatregelen gaat u nemen?
Door de Beveiligingsautoriteit is een kort vooronderzoek uitgevoerd
naar deze zaak. Daaruit is voortgekomen dat een huishoudelijk
onderzoek zal moeten uitwijzen of er daadwerkelijk sprake is van een
schending van het staatsgeheim. Afhankelijk daarvan zal ik bepalen
welke maatregelen passend zijn.
4. Bent u bereid de Rijksrecherche hiervoor in te schakelen?
Een schending van het staatsgeheim is volstrekt onaanvaardbaar.
Indien het huishoudelijk onderzoek daartoe aanleiding geeft, dan zal
ik conform de gangbare procedure aangifte doen. Het OM bepaalt
vervolgens of de Rijksrecherche tot onderzoek zal overgaan.
5. Waarom hebben eerdere door u genomen maatregelen blijkbaar geen
effect gehad?
In de afgelopen twee jaar zijn de lekincidenten onderzocht door de
Beveiligingsautoriteit. De bevindingen en aanbevelingen uit deze
onderzoeken zijn in de organisatie uitgezet. De implementatie ervan
kost echter enige tijd om effect te sorteren, omdat de technische
aanpassingen in systemen (en de bijbehorende procedure aanpassingen)
tijd vergen. Door deze onderzoeken is de aandacht binnen de
organisatie voor de vertrouwelijkheid van informatie verhoogd. Door de
uitvoering van de interne campagne âBeveiligingsbewustzijnâis eveneens
de vooruitgang geboekt in deze korte tijd. Dit zijn echter processen
die een eigen dynamiek en tijdspad kennen en niet op korte termijn
zichtbaar zijn.
6. Deelt u de opvatting dat dit lekken een zorgvuldig
besluitvormingsproces over het al dan niet verlengen van de missie in
Uruzgan belemmert?
Het lekken van vertrouwelijke informatie over een zo gevoelig en
complex onderwerp is volstrekt onaanvaardbaar. Inhoudelijk zal dit
geen effect hebben op de zorgvuldigheid van het besluitvormingsproces.
7. Kunt u deze vragen binnen een week beantwoorden?
Ja.
1) Telegraaf, 20 oktober 2007
Ministerie van Defensie