Contouren nieuwe regeling chronisch zieken en gehandicapten
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
MEVA/AEB-2809815
1 november 2007
In zijn brief van 4 oktober jl. heeft de Staatssecretaris van
Financiën u namens het kabinet een brief toegezegd over de contouren
van de nieuwe regeling voor chronisch zieken en gehandicapten. Met
deze brief geven wij invulling aan die toezegging.
De afgelopen jaren is herhaaldelijk geconstateerd dat de huidige
fiscale regeling voor buitengewone uitgaven in onvoldoende mate de
groep chronisch zieken en gehandicapten bereikt, onvoldoende gericht
compensatie biedt en onvoldoende beheersbaar is. Mede naar aanleiding
van de bevindingen van de ambtelijke Werkgroep integratie buitengewone
uitgaven en zorgtoeslag, is in het Coalitieakkoord afgesproken de
huidige fiscale buitengewone uitgavenregeling af te schaffen en een
nieuwe regeling voor chronisch zieken en gehandicapten te
introduceren, die beter op de doelgroep is toegesneden, waardoor ook
het niet gebruik wordt tegengegaan.
Zoals eerder aan uw Kamer is meegedeeld is de nieuwe regeling een jaar
uitgesteld om deze zorgvuldig te kunnen voorbereiden. Op dit moment
worden verschillende varianten voor de nieuwe regeling in overleg met
de verschillende betrokken partijen verder uitgewerkt, met als doel om
begin volgend jaar een weloverwogen keuze te kunnen maken over de
concrete vormgeving van de nieuwe regeling.
In het Coalitieakkoord is afgesproken de nieuwe regeling voor
chronisch zieken en gehandicapten via de Wmo vorm te geven. Bij de
nadere uitwerking van deze afspraak, waarbij ook reacties van de
CG-Raad en de VNG worden betrokken, zullen verschillende varianten van
de nieuwe regeling aan de hand van verschillende criteria worden
beoordeeld. Het zonder meer onderbrengen van een nieuwe regeling
binnen de Wmo, zoals in het Coalitieakkoord is beschreven, kan op
praktische bezwaren stuiten in de uitvoering, gegeven deze criteria.
Om die reden wordt naast de Wmo-variant ook gekeken naar alternatieve
manieren om chronisch zieken en gehandicapten met hoge zorgkosten
tegemoet te komen, zoals bijvoorbeeld het "kop-rompmodel" (zie
verderop in deze brief). De verschillende varianten zullen op basis
van de volgende criteria onderling tegen elkaar worden afgewogen. De
doelgroep moet zo goed mogelijk worden bereikt en zo gericht mogelijk
worden gecompenseerd. Daarnaast moet de nieuwe regeling zo eenvoudig
mogelijk uitvoerbaar en budgettair beheersbaar zijn. Tevens zou de
nieuwe regeling voldoende rechtszekerheid moet bieden aan de doelgroep
en passen binnen de normale regels van gemeentelijke autonomie.
In dit kader wordt onderzocht hoe de doelgroep chronisch zieken en
gehandicapten optimaal, en zo mogelijk geautomatiseerd, kan worden
afgebakend. Dat is verre van eenvoudig. In het wetvoorstel waarmee een
verplicht eigen risico in de Zvw wordt geïntroduceerd, is deze groep
afgebakend door aan te sluiten bij farmaceutische kostengroepen (het
FKG-criterium). Daarbij is aangegeven dat deze afbakening nog niet
optimaal is en dat in de komende periode aan een verdere verfijning
wordt gewerkt. Ook is benadrukt dat de afbakening in dit stadium
louter tot doel heeft chronisch zieken en gehandicapten tegemoet te
komen in de kosten van het eigen risico in de Zvw. Desalniettemin
wordt onderzocht of voor het meer gericht compenseren van de doelgroep
chronisch zieken en gehandicapten op deze invalshoek kan worden
voortgeborduurd. Als alternatief voor de FKG's wordt momenteel ook
gekeken of kan worden aangesloten bij de International Classification
of Functioning, Disability and Health (ICF) van de WHO. Het
begrippenkader van de ICF maakt het mogelijk het functioneren van
mensen te beschrijven, alsmede de problemen die mensen in hun
functioneren ervaren. Aldus vormt de ICF mogelijk een instrument voor
de definiëring en categorisering van ziektebeelden, op basis waarvan
een vertaalslag naar chronisch zieken en gehandicapten kan worden
gemaakt.
Een andere belangrijke vraag bij de vormgeving van de nieuwe regeling
is voor welke kosten de nieuwe regeling precies een tegemoetkoming zou
moeten bieden en hoe groot de tegemoetkoming zou moeten zijn. Nader
wordt onderzocht met welke onvermijdbare meerkosten chronisch zieken
en gehandicapten als direct gevolg van hun beperking worden
geconfronteerd, die niet al gedekt worden door een voorliggende
voorziening. Om te voorkomen dat de nieuwe regeling eenzelfde
onbeheersbare groei gaat vertonen als de buitengewone
uitgavenregeling, is het maken van heldere keuzes op dit vlak van
groot belang.
Het kabinet acht het van groot belang dat de totstandkoming van de
nieuwe regeling bestuurlijk en juridisch zorgvuldig geschiedt. Zoals
aangegeven wordt naast de Wmo-variant ook gekeken naar alternatieve
manieren om chronisch zieken en gehandicapten met hoge zorgkosten
tegemoet te komen. Bij het genoemde kop-rompmodel gaat de gedachte uit
naar een romp die zou bestaan uit het op forfaitaire wijze toekennen
van een tegemoetkoming voor meerkosten die voorspelbaar gepaard gaan
met bepaalde op geautomatiseerde wijze vast te stellen
ziektebeelden/ICF-classificaties en waarvan de aanwijsbare meerkosten
binnen de groep mensen met dat ziektebeeld dus weinig verschilt. Zo'n
forfaitaire benadering kan aantrekkelijk zijn om een uniforme
doelgroep als geheel op een relatief eenvoudige wijze te
onderscheiden; in individuele gevallen kan een forfait evenwel nog
onvoldoende gericht zijn. Voor die gevallen waarbij de meerkosten ver
uitgaan boven de kosten waarvan voor de bepaling van de hoogte van het
forfait is uitgegaan, zal alsnog maatwerk vereist zijn. De route via
de gemeenten (de kop) lijkt hiervoor zonder meer het meest aangewezen
omdat op gemeentelijk niveau dergelijke gevallen het beste kunnen
worden beoordeeld. Met de CG-Raad is de mogelijkheid van een
kop-rompmodel besproken. De CG-Raad heeft aangegeven dit een
interessante denkrichting te vinden, waar men niet op voorhand
afwijzend tegenover staat. Ook met de VNG vindt, nu nog ambtelijk,
overleg plaats over de vormgeving en de uitvoering van de nieuwe
regeling op gemeentelijk niveau.
Zoals de Minister van Financiën tijdens het spoeddebat van 11 oktober
jl. over dit onderwerp heeft aangegeven, zal het kabinet u een
voorstel voor een nieuwe regeling voor chronisch zieken en
gehandicapten voor 1 april 2008 toesturen.
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
de Staatssecretaris van Financiën,
mr. drs. J.C. de Jager