Ministerie van Economische Zaken


Kamervragen pkb BritNedkabel


01-11-2007 | kamerstuk | onderwerp: Overig | PDF document, 51 Kb


Mede namens mijn ambtgenoot van Ruimte en Milieu zend ik u bij deze de antwoorden op de vragen die zijn gesteld door de vaste kamercommissie voor Economische Zaken over de brief van 4 juli 2007 inzake deel 3 van (kabinetsstandpunt) van de planologische kernbeslissing (pkb) BritNedverbinding (Kamerstuk 30 662, nr. 3) en deel 2 (de reacties op de ontwerp-planologische kernbeslissing).

1.
In de kabinetsreactie wordt gesproken over het afvallen van de aanlandingspunten Borssele en Beverwijk vanwege de te geringe capaciteit van het 380 kV-net voor het transport van de bijkomende elektriciteit als gevolg van de BritNedkabel. In hoeverre heeft de 380 kV-verbinding vanaf de Maasvlakte wél voldoende capaciteit? Kan gegarandeerd worden dat aansluiting van de BritNedkabel op het 380 kV-net op de Maasvlakte geen gevolgen zal hebben voor de verdere uitbreiding van de productiecapaciteit (ook kleinschalige groene energie bijvoorbeeld bij tuinders in het Westland) op Nederlands grondgebied? Ten aanzien van de aansluiting van BritNed op het Nederlandse hoogspanningsnet wordt BritNed beschouwd als een normale marktpartij. Dit houdt in dat BritNed, net als andere partijen, een aansluitovereenkomst moet sluiten met TenneT TSO B.V. Om te garanderen dat een dergelijke overeenkomst op non-discriminatoire wijze tot stand komt, is als voorwaarde aan BritNed gesteld dat alle overeenkomsten tussen BritNed en TenneT TSO met de toezichthouder worden overlegd. Bezoekadres Doorkiesnummer Telefax Bezuidenhoutseweg 30, 's-Gravenhage 070 - 379 6459 070 - 379 7841 Behandeld door mw. drs. L.N. den Ouden Voor dergelijke aansluitingen op het hoogspanningsnet maakt TenneT TSO gebruik van een aansluitprocedure op basis van het principe 'first come first served'. Op dit moment wordt onderzocht of een aanpassing van de aansluitprocedure van TenneT TSO wenselijk is. Hierbij wordt ook gekeken of groene stroom door een ander aansluitbeleid beter te faciliteren is. Naar aanleiding van de motie Ten Hoopen/Smeets (motie 31200 XIII, nr. 24) ingediend bij het begrotingsdebat heb ik over dit onderwerp een brief in december toegezegd. BritNed is in de eerste helft van dit jaar een aansluitovereenkomst met TenneT TSO B.V. overeengekomen, voor een aansluiting op de Maasvlakte. Er is op die aansluiting tenminste 1.000 MW (de volle nominale transportcapaciteit van BritNed) aan importcapaciteit beschikbaar vanaf het moment dat de zuidelijke ring van het Randstad 380 kV project gereed is. De verwachting is dat zowel deze zuidelijke ring als de BritNed kabel in 2011 gereed zijn. BritNed is voor de afvoer van geïmporteerde elektriciteit namelijk afhankelijk van de zuidelijke ring van Randstad 380 kV. Een mogelijke tijdelijke importbeperking voor BritNed is er op gericht om overbelasting van de achterliggende netten te voorkomen. Een dergelijke importbeperking voor de volledige importcapaciteit zal zich voordoen indien Randstad 380 vertraging oploopt. Pas als het zuidelijke deel van Randstad 380 kV gereed is, zal deze importbeperking verdwijnen en zal BritNed gebruik kunnen maken van haar volledige capaciteit. Door deze maatregel worden reeds bestaande aansluitingen en eerdere aanvragen voor aansluitingen gerespecteerd, zodat BritNed voor hen geen gevolgen zal hebben. Latere aanvragen (na BritNed) kunnen met dezelfde transportbeperkingen te maken krijgen. De capaciteit voor export is reeds volledig beschikbaar.

2.
Welk effect zal de aanvoer van Britse elektriciteit hebben op de rentabiliteit van in Nederland opgewekte groene stroom? Is er een effect te verwachten op de uitbreiding van de groene stroomproductie in Nederland? Het is niet op voorhand aan te geven of BritNed een effect zal hebben op de groene stroomproductie en hoe groot dit effect zal zijn. Wel zijn een aantal factoren aan te geven die wijzen op een positief effect van de aanvoer van Britse stroom op de rentabiliteit van in Nederland opgewekte groene stroom. Ten eerste zal de BritNed interconnector namelijk leiden tot een vergroting van het afzetgebied en een verbetering van de marktwerking. Dit zal producenten stimuleren tot verbetering van hun efficiëntie. Het effect op de rentabiliteit is afhankelijk van de mate dat producenten er in slagen de nieuwe mogelijkheden en uitdagingen te benutten. Ook producenten van groene stroom kunnen profiteren van de verbeterde afzetmogelijkheden. Daarnaast is in de Milieu Effect Rapportage (MER) van BritNed aangegeven dat een van de voordelen van de BritNed interconnector (en van meer interconnectie in het algemeen) is, dat de inzetbaarheid van groene energie uit windparken verbetert. Dit komt onder andere omdat een interconnector windparken de mogelijkheid geeft van verschillen in weer en consumptie tussen Groot-Brittannië en Nederland (Noordwest Europa) te profiteren: het surplus aan elektriciteit op dagen met veel wind kan worden geëxporteerd, terwijl de importmogelijkheden van de interconnector kunnen worden gebruikt op dagen met relatief weinig wind. Het net is door de interconnector ook beter bestand tegen plotselinge fluctuaties in de productie van windparken. Het allocatiemodel voor de capaciteit van de BritNed interconnector ondersteunt dit. Ten slotte kan de aanvoer van Britse elektriciteit invloed hebben op de rentabiliteit via het effect op de elektriciteitsprijzen. In vraag 8 wordt ingegaan op het onderzoek van Cambridge Economic Policy Associates. Uit dit onderzoek blijkt dat de kabel naar verwachting zal leiden tot een lichte daling van de elektriciteitsprijzen en een positief effect zal hebben op de prijsstabiliteit. Een lichte daling van de elektriciteitsprijzen kan een negatief effect hebben op de rentabiliteit van de stroomproductie, maar het zou hierbij gaan om een gering effect op zowel groene als grijze stroomproductie. Daarnaast zorgt de hogere prijsstabiliteit zorgt voor een beter investeringsklimaat, wat positief effect heeft op de productie van groene stroom.

3.
Het convertorstation zal gebouwd worden bij de Eon-centrale op de Maasvlakte. Welke afspraken zijn met Eon gemaakt teneinde vrije toegang tot de BritNedkabel te garanderen? De allocatie van de capaciteit van de kabel is geregeld via een mix van impliciete veilingen en korte termijn expliciete veilingen. Dit betekent dat de capaciteit vrij toegankelijk is voor alle marktpartijen op een transparante en non-discriminatoire wijze. De grond voor het converterstation op de Maasvlakte zal door BritNed in gebruik worden gekregen via recht van een onder-ondererfpacht en onder-onderopstal. Vanwege bestaande afspraken is geen directe overeenkomst hiervoor mogelijk tussen het Havenbedrijf Rotterdam en BritNed. BritNed zal de grond in onder-ondererfpacht (met een recht van onder-onderopstal) verwerven van TenneT TSO B.V., die op haar beurt de grond in ondererfpacht (met een recht van onderopstal) heeft van Eon, die op haar beurt de grond in erfpacht (met een recht van opstal) heeft van het Havenbedrijf Rotterdam. BritNed heeft derhalve toestemming van Eon nodig voor het verwerven van het recht van onder-ondererfpacht en onder-onderopstal van TenneT TSO. Dit geeft Eon echter op geen enkele manier een voorrangspositie bij het verkrijgen van toegang tot de capaciteit van de interconnector. De vrije toegang tot de capaciteit van de BritNed interconnector is derhalve niet afhankelijk van de locatie van het converterstation. Indien Eon gebruik wil maken van de capaciteit van de kabel dient Eon, net als iedere andere marktpartij, capaciteit te verwerven via de hierboven beschreven mix van veilingen. Er zijn derhalve geen afspraken gemaakt met Eon over toegang tot de capaciteit van de kabel. Overigens heeft Eon geen bezwaren tegen de pkb van BritNed.

4.
Wat zijn de gevolgen van het koppelen van een gelijkspanningskabel aan het hoogspanningsnet? Is het voldoende bekend wat de invloed van de kabel is op de omgeving? Zo ja, wat is deze invloed? Zo nee, zal hier nog onderzoek naar worden gedaan? Op grond van de Elektriciteitswet 1998 is voor een aansluiting op het Nederlandse hoogspanningsnet een aansluitovereenkomst met TenneT TSO B.V., de beheerder van het landelijk hoogspanningsnet, noodzakelijk. In de aansluitovereenkomst worden onder andere de randvoorwaarden voor het ontwerp en de bedrijfsvoering van de interconnector vastgelegd, voor zover nodig om een te grote beïnvloeding van het aansluiten van de BritNed interconnector op het hoogspanningsnet te voorkomen. Aangezien BritNed een aansluitovereenkomst met TenneT TSO is overeengekomen staat vast dat BritNed aan de benodigde randvoorwaarden uit wet- en regelgeving en de aansluitovereenkomst kan voldoen. Het is voldoende bekend wat de invloed van de BritNed interconnector op de omgeving is. Uit de MER blijkt dat de interconnector geen onacceptabele gevolgen voor de omgeving heeft en dat eventuele gevolgen mitigeerbaar zijn. De MER is opgesteld om de invloed van de kabels op de omgeving (in ruime zin) te beschrijven: alle effecten op alle omgevingsaspecten (geluid, lucht, bodem, natuur etc., maar ook andere gebruiksfuncties zoals scheepvaart en andere infrastructuur) worden beschreven, getoetst aan de daarvoor geldende normen en vergelijken. Dat gebeurt op het abstractieniveau van een planbesluit (de PKB). Een meer gedetailleerde toets van de effecten op bijvoorbeeld andere kabels- en leidingen vindt plaats bij de uitvoeringsvergunningen. Het uitgangspunt daarbij is uiteraard dat wordt voldaan aan vigerende regelgeving.

5.
In hoeverre is de nieuwe hoogspanningsleiding door de Randstad (380kV) noodzakelijk om de hoogspanningsverbinding tussen Groot-Brittannië en Nederland te faciliteren? De aanleg van een hoogspanningsverbinding tussen Groot-Brittannië en Nederland heeft positieve effecten op de leveringzekerheid. Een interconnector biedt namelijk de


---
mogelijkheid om reservevermogen te delen en eventuele schaarste en crisis samen op te vangen. De kabel is de eerste verbinding die Nederland aan de westgrens met een ander land verbindt en is hiermee een belangrijke toevoeging aan de reeds bestaande interconnectiecapaciteit in Nederland. De onderzeese hoogspanningsverbinding dient op het vasteland aangesloten te worden op het Nederlandse hoogspanningnet. Hiervoor is een aansluitovereenkomst tussen BritNed en de Nederlandse netbeheerder TenneT TSO vereist. BritNed heeft ondertussen een dergelijke overeenkomst met TenneT TSO B.V. gesloten overeengekomen. In deze aansluitovereenkomst staat dat BritNed voor importen afhankelijk is van het Randstad 380 kV project. Na oplevering van het Randstad 380 kV project zal tenminste 1.000 MW voor import beschikbaar zijn (de volledige nominale capaciteit van de interconnector). De volledige exportcapaciteit is in ieder geval wel beschikbaar en is derhalve onafhankelijk van het Randstad 380kV project. In de investeringsbeslissing en planning van BritNed is rekening gehouden met mogelijke importbeperkingen als gevolg van vertraging in het Randstad 380 kV project.

6.
Is het mogelijk om de transportcapaciteit van de BritNed kabel uit te breiden? Bij een hoge vraag naar transportcapaciteit kan het rendabel zijn om de interconnectorcapaciteit tussen Groot-Brittannië en Nederland uit te breiden. De nominale capaciteit van de BritNed interconnector bedraagt 1.000 MW. Het is mogelijk om met bepaalde technieken en op basis van het gemeten gedrag van de interconnector de capaciteit nog wat te verbeteren (zogenaamde dynamic rating mogelijkheden tot maximaal 1.320 MW). Mocht BritNed overwegen de capaciteit nog verder uit te breiden dan dient een 2e interconnector (kabel plus converters) te worden aangelegd.

7.
Wanneer kan de BritNed kabel operationeel zijn en hoe groot zal de import- en exportcapaciteit zijn? De verwachting is dat de interconnector begin 2011 operationeel zal zijn. De nominale capaciteit van de kabel zal 1000 MW bedragen met dynamic rating mogelijkheden tot maximaal 1.320MW (voor zowel import als export).

8.
Is het waar dat de stroom in Groot-Brittannië goedkoper is dan in Nederland? Hoe gaat dit zich doorvertalen naar de Nederlandse stroomprijzen? Met hoeveel kan de gemiddelde Nederlandse energierekening omlaag?
---
Prijsontwikkeling in UK en Nederland laat zien dat stroomprijzen soms hoger zijn in Groot-Brittannië en soms in Nederland. Het voordeel voor de markt betreft het convergeren van de prijzen tussen beide landen bij het koppelen van beide markten, hetgeen de volatiliteit van de prijzen in Nederland zal verminderen. Daarnaast zal de mededinging in Nederland worden bevorderd hetgeen een positief effect zal hebben op de prijsvorming in Nederland. BritNed profiteert van dergelijke prijsverschillen doordat deze verschillen behoefte aan im- en export genereren. Ten behoeve van haar advies aan de Minister heeft de NMa een studie laten uitvoeren door Cambridge Economic Policy Associates. In deze studie wordt gekeken naar de verwachte prijsontwikkelingen in UK en Nederland en de verwachte effecten van de interconnector op de Nederlandse markt. Een openbare versie van deze studie is gezamenlijk met het ontheffingsbesluit en het advies van NMa gepubliceerd. Op basis van deze studie concludeert NMa dat de interconnector naar verwachting een positief effect zal hebben op de Nederlandse markt. Dit positieve effect wordt veroorzaakt doordat verwacht mag worden dat de interconnector: * de marktconcentratie zal verlagen;
* de liquiditeit kan verbeteren, en
* zal leiden tot gemiddeld lagere en stabielere prijzen.


Naar verwachting is het effect op de gemiddelde prijs niet al te groot. Het effect op de prijsstabiliteit zal groter zijn en komt met name tot uiting in de prijsvorming tijdens de piekuren en bij prijsvolatiliteit als gevolg van onvoorziene gebeurtenissen.

9.
Is het waar dat TenneT samen met de Britse hoogspanningsnetbeheerder de kosten zal dragen van BritNed? Op welke manier worden de kosten later doorberekend en aan wie? BritNed is een Brits-Nederlandse joint venture waar van Nederlandse zijde NLink International B.V. voor 50% in deelneemt en van Britse zijde, eveneens voor 50%, National Grid International Ltd. NLink International B.V. is een 100% dochtermaatschappij van TenneT Holding B.V. National Grid International Ltd. is een 100% dochtermaatschappij van National Grid plc. Samenvattend is het aandeelhouderschap van BritNed als volgt geregeld.


---
In deze structuur is TenneT Holding, via NLink, voor 50% aandeelhouder in BritNed en draagt hiermee 50% van de kosten. De beheerders van de landelijke hoogspanningsnetten, TenneT TSO B.V. aan Nederlandse zijde en National Grid Electricity Transmission plc aan Engelse zijde, zullen de kosten van de BritNed interconnector derhalve niet dragen. BritNed dient haar kosten terug te verdienen uit de opbrengsten van de veiling van capaciteit. Door de juridische en financiële scheiding tussen BritNed en de landelijk netbeheerders aan beide zijden van de interconnector kunnen de kosten van BritNed niet worden doorberekend in de transporttarieven van TenneT TSO.

10.
Op welke manier wordt in de Elektriciteitswet het onderscheid geregeld tussen een aansluiting en een nieuwe reguliere verbinding? Komen de kosten van een verbinding tussen een windpark op zee en het reguliere net voor rekening van de exploitanten van off shore windparken of voor rekening van TenneT? Wat zijn de criteria om te kunnen spreken van een aansluiting dan wel van een verbinding? BritNed is een verbinding die de twee elektriciteitsnetten van Nederland en het Verenigd Koninkrijk aan elkaar koppelt. Aan beide zijden is deze verbinding met het net verbonden door middel van een aansluiting, zoals die in de elektriciteitswet is gedefinieerd: "(art 1 lid 1, b. aansluiting: één of meer verbindingen tussen een net en een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met e, van de Wet waardering onroerende zaken, dan wel tussen een net en een ander net op een ander spanningsniveau;)". 50%
50%
TenneT TSO B.V.
NLink International B.V.
BritNed Development Ltd.
National Grid International Ltd.
TenneT Holding B.V.
National Grid plc.


---
Wezenlijk is dus dat een aansluiting ten dienste staat van één derde partij, afnemer eerder (w.g.) aria J.A. van der Hoeven danwel producent van elektriciteit. Deze derde partij kan dus ook een andere netbehzijn of een exploitant van een interconnector, zoals in het geval van BritNed.
---


---