Gerechtshof Arnhem


Uitspraken gijzelingszaak Paleis van Justitie Arnhem

Het gerechtshof Arnhem heeft vandaag in hoger beroep uitspraak gedaan in de strafzaken tegen de mannen, die ervan worden verdacht betrokken te zijn bij de gijzeling in het Paleis van Justitie te Arnhem op 29 januari 2003. Bij de op die gijzeling volgende bevrijdingsactie werd de gijzelnemer gedood en de gegijzelde officier van justitie zwaar gewond. Verdachte B. wordt er van verdacht het gebruikte wapen te hebben geleverd, verdachte S. wordt -kort gezegd- verweten de actie op touw te hebben gezet.

Bij de rechtbank
De rechtbank heeft beide verdachten op 26 april 2005 veroordeeld; B. tot een gevangenisstraf van 42 maanden, S. tot een gevangenisstraf van acht jaar en acht maanden. Zowel de verdachten als de officier van justitie zijn in hoger beroep gekomen.

Het hoger beroep
De berechting in hoger beroep heeft lang geduurd (vanaf de eerste zitting op 12 oktober 2005). Dit komt doordat het wenselijk was dat getuigen, waarvan een aantal in het buitenland (Albanië en Macedonië) werden gehoord. Uiteindelijk is dat niet ten volle gelukt.

Het hof komt, na verwerping van een aantal door de verdediging opgeworpen verweren, tot bewezenverklaring van de met de gijzeling verband houdende feiten. Ten aanzien van B. luidt de kwalificatie âmedeplichtigheid aan medeplegen van gijzelingâ en âopzettelijk iemand die krachtens rechterlijke beschikking van zijn vrijheid is beroofd bij zijn zelfbevrijding behulpzaam zijnâ.

S. wordt veroordeeld voor âmedeplegen van gijzeling, meermalen gepleegdâ en âhet door het verschaffen van inlichtingen opzettelijk uitlokken van opzettelijk iemand die krachtens rechterlijke beschikking van zijn vrijheid is beroofd bij zijn zelfbevrijding behulpzaam zijnâ.

Strafmaatoverweging
Het hof geeft de volgende strafmaatoverweging in beide zaken. Vast staat, dat het gijzelingsincident niet alleen de rechtsorde in hoge mate heeft geschokt, maar ook dat het nog andere zeer aanzienlijke gevolgen heeft gehad. De gijzelnemer is immers om het leven gekomen en de beide gegijzelden zijn tijdens de uitoefening van hun ambt c.q. beroep op schokkende wijze geconfronteerd met de betrekkelijkheid van het bestaan. Ook andere direct betrokkenen, te denken valt aan parketpolitie- en ander gerechtspersoneel, hebben een traumatische ervaring opgedaan.

Dat zal voor hen, naar zonder meer mag worden aangenomen, psychische gevolgen van langere duur hebben (gehad), terwijl de gegijzelde officier van justitie daarnaast bij zijn bevrijding ernstig gewond is geraakt. Voorts heeft dit incident tot gevolg gehad, tenminste indirect maar naar alle waarschijnlijkheid rechtstreeks, dat het noodzakelijk is geacht alle Nederlandse gerechtsgebouwen van vergaande beveiliging te voorzien, hetgeen ten koste is gegaan van het open karakter van, algemeen gezegd, het huis van de rechtspraak.

(in de zaak tegen B. aangevuld met:)
Verdachte heeft zijn medeverdachte, die op dat moment in voorlopige hechtenis zat, op diens verzoek voorzien van een wapen. Het moet voor verdachte, zelf geen onbekende in het strafrechtelijk bedrijf, duidelijk zijn geweest hoe groot het potentieel gevaarzettend gehalte daarvan was. Die gevaarzetting heeft zich volgens plan verwezenlijkt. Door het plegen van de feiten die ten laste van verdachte bewezen zijn geacht, heeft hij een onmisbare schakel gevormd in de keten van gewelddadige gebeurtenissen die daarop zijn gevolgd. Zijn rol in dit geheel moet verdachte dan ook ernstig worden aangerekend en kan niet anders worden bestraft dan met een langdurige gevangenisstraf.

(in de zaak tegen S. aangevuld met:)
De feiten zoals die ten aanzien van verdachte bewezen zijn geacht, raken het hart van de rechtspleging. Indien, zoals in dit geval, een voorlopig gehechte verdachte probeert zich gewapenderhand een weg naar de vrijheid te banen, daarbij anderen inschakelend en mogelijk ernstig leed en onrust bij alle betrokkenen niet schuwend, ja zelfs op de koop toe nemend, dan past daarop een scherpe sanctie. Die sanctie dient in de opvatting van het hof niet alleen in de richting van verdachte ondubbelzinnig te zijn, maar ook een generaal-preventieve werking te hebben.

Strafoplegging
Aan B. wordt een gevangenisstraf van vier jaar opgelegd, aan S. een gevangenisstraf van tien jaar.

LJ Nummers

BB6874
BB6875

Bron: Gerechtshof Arnhem Datum actualiteit: 1 november 2007 Naar boven