Flexibiliteit middel om kostenefficiënter en concurrerender te kunnen
werken
Nederlandse bedrijfsleven kan nog veel flexibeler opereren
01 november 2007 - Nederlandse bedrijven hebben de grenzen van
flexibiliteit nog niet bereikt. De flexibiliteit lijkt nog vooral ad
hoc, niet samenhangend en weinig strategisch. Bedrijven vertrouwen
sterk op de flexibiliteit van de werknemer. Op langere termijn willen
bedrijven meer flexibel personeel inzetten. Dit blijkt uit onderzoek
van TNO onder ruim 900 bedrijven dat vandaag is gepresenteerd. Het
onderzoek werd uitgevoerd voor de Algemene Bond voor
Uitzendondernemingen (ABU).
Nederlandse bedrijven maken vooral gebruik van de flexibiliteit van
het personeel om veranderingen in de markt op te vangen. Ze doen een
beroep op een flexibele houding van het personeel, op overwerk en
flexibele werktijden en maken gebruik van flexibele contracten. Op
meer strategisch niveau zouden bedrijven meer gebruik kunnen maken van
flexibiliteit in hun processen en organisatie: het creëren van
flexibele werkplekken, breed inzetbare werknemers en het spreiden van
het werkaanbod. Bedrijven lijken zelf maar matig tevreden met de door
hen getroffen flexibiliteitmaatregelen.
Op korte termijn zijn er weinig verschuivingen te verwachten in de
flexibiliteitmaatregelen die bedrijven toepassen. Op de langere
termijn wensen de bedrijven hun flexibiliteit verder uit te breiden.
In 2015 willen bedrijven groeien in flexibele contracten van 20% in
2007 naar 25% in 2015. Hierbij vallen vooral de kleine en middelgrote
bedrijven op. De middelgrote bedrijven (100-200 werknemers) denken na
over een groei van hun flexibiliteit naar maar liefst 30%, terwijl de
groei er bij de grote bedrijven uit lijkt te zijn.
Rol uitzendbranche
De verdere groei op lange termijn van de flexibele schil biedt kansen
voor de uitzendbranche. Vooral voor de middelgrote bedrijven zal een
groei naar een schil van 30% niet gemakkelijk efficiënt en kwalitatief
goed te managen zijn. Ondersteuning door een externe partner kan
hierbij zeker voordelen bieden. Ook de ervaren krapte op de
arbeidsmarkt biedt een kans voor de uitzendbranche. Uitzendbureaus
hebben een beter overzicht over de (locale en sectorale) arbeidsmarkt
dan individuele bedrijven. Deze kansen zullen echter niet vanzelf
worden benut: het vraagt om een meer strategische samenwerking tussen
uitzenders en inleners, terwijl de huidige praktijk over het algemeen
nog vrij traditioneel en ad hoc is.