Eis voorwaardelijke werkstraf tegen gezinsvoogd
Den Haag, 1 november 2007
Het openbaar ministerie heeft vandaag in de strafzaak tegen de
gezinsvoogd van Savanna een voorwaardelijke
werkstraf geëist. Het OM acht bewezen dat de gezinsvoogd schuld heeft
aan zwaar lichamelijk letsel van de peuter Savanna. Door haar nalaten
kon Savanna stelselmatig worden geslagen en ondervoed, waardoor ze
ernstig letsel opliep. De voogd kan geen schuld aan de dood van
Savanna worden verweten. Dit omdat geen rechtstreeks verband gelegd
kan worden tussen het nalaten van de voogd en het handelen van de
moeder dat de dood heeft veroorzaakt (verstikking door een washandje
in haar mond).
Het OM concludeert dat de gezinsvoogd zich in haar toezicht op de
veiligheid van Savanna liet leiden door het perspectief van de moeder
en daarbij de belangen van Savanna uit het oog verloor. Vanaf de
eerste dag dat zij in het gezin was, heeft zij signalen van
geestelijke en fysieke mishandeling genegeerd. Zij controleerde niet
of nauwelijks wat de moeder haar vertelde. Ook stond zij toe dat de
moeder hulpverleners die haar niet bevielen en kritisch waren de deur
uitzette. Door onvoldoende afstand te nemen van de moeder legde zij
het verband tussen de verschillende noodsignalen niet en verzuimde zij
Savanna uit huis te plaatsen. Integendeel, de voogd zocht naar een
reden om Savanna nÃet uit huis te plaatsen als anderen daar bij haar
op aandrongen. De signalen waren in haar ogen nooit ernstig genoeg.
Door haar (niet) handelen heeft zij volgens het OM niet gefunctioneerd
als een normale goed functionerende gezinsvoogd en kan haar
strafrechtelijk het verwijt zware mishandeling door schuld worden
gemaakt.
In het requisitoir is de officier ingegaan op de vele noodsignalen die
de gezinsvoogd van andere in het gezin betrokken hulpverleners kreeg
en hoe zij daarop reageerde. Het complete requisitoir is voor
journalisten op aanvraag beschikbaar. Hieronder volgt een aantal
voorbeelden waarin volgens het OM de voogd anders had moeten handelen.
Het uit het gezin laten vertrekken van (kritische) hulpverleners in
2003
Als de voogd begin 2003 de voogdij over Savanna overneemt van een
collega zijn er in het gezin drie hulpverleners actief, een
sociaal-psychiatrisch verpleegkundige (SPV), een psychiatrisch
verpleegkundige (PV) en een gespecialiseerde gezinsverzorgster (GGV).
Allemaal melden zij de voogd zich zorgen te maken over de veiligheid
van Savanna. Zij zien hoe de moeder te fel en te hard straft en horen
haar zeggen dat Savanna haar manipuleert en pest. Savanna is dan een
jaar oud. Ook zien ze blauwe plekken bij het meisje. Zij vinden dat
Savanna uit huis moet worden geplaatst. De PV weigert in januari van
dat jaar al nog langer in het gezin te blijven, omdat zij niet langer
de verantwoordelijkheid wil dragen. De voogd laat dit vertrek
gebeuren. Korte tijd later staat zij toe dat de moeder de SPV uit huis
zet omdat zij niet gediend is van diens bemoeienis. In december 2003
verlaat ook de GGV het gezin. Dit ondanks het feit dat de voogd in
november constateert dat de moeder zwanger is,
haar medicijnen niet gebruikt, en daardoor instabieler wordt.
Het niet reageren op signalen van de arts van het consultatiebureau
In de maanden januari-maart 2004 maakt de arts van het
consultatiebureau diverse keren haar grote zorgen over Savanna kenbaar
aan de gezinsvoogd. Zo constateert de arts in januari dat de moeder
liegt over blauwe plekken (Savanna zou van de trap zijn gevallen, maar
er is geen trap in de woning). Ook constateert ze een taalachterstand
en herhaalt ze haar klemmende advies om Savanna op een
peuterspeelzaal te plaatsen. Begin maart dringt de arts van het
consultatiebureau er bij de voogd op aan dat ze wil dat de moeder
gedwongen wordt Savanna op te geven en wel per direct. Op 30 maart
2004 bezoekt de voogd samen met de moeder het consultatiebureau. De
arts zegt tegen de voogd dat er sprake is van kindermishandeling. De
voogd onderneemt hierop geen actie. Zij volgt de moeder âdie niets van
de arts van het consultatiebureau moet hebben- in haar weigering
Savanna naar een peuterspeelzaal te laten gaan.
Geen gevolg geven aan een alarmsignaal van de kraamhulp
Op 5 mei 2004 wordt het zusje van Savanna, Rowena geboren. De
kraamhulp die 8 dagen lang in het gezin is ziet hoe Savanna opgesloten
wordt op haar kamer, wordt geslagen en nauwelijks te eten krijgt. Zij
verklaart hoe zij met het kind in haar armen staat en de drang voelt
haar mee naar huis te nemen. Ze heeft dat niet gedaan maar volgens de
regels gemeld dat Savanna mishandeld wordt. De voogd neemt n.a.v. deze
melding niet zelf contact op met de kraamhulp, maar geeft desgevraagd
aan dat deze melding voor haar een incident was: 'De melding is ook
afkomstig van een kraamhulp. Deze heeft 8 dagen in het gezin gezeten,
dus het kan nooit over een periode gaan van langer dan 8 dagen'. Een
onbegrijpelijke reactie naar de mening van het OM.
Geen gevolg geven aan ondertekend verzoek tot machtiging spoed
uithuisplaatsing
Op 14 mei 2004 trekt ook het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling
(AMK) naar aanleiding van de zorgen van de kraamhulp en de
verloskundige aan de bel bij de gezinsvoogd. Het AMK dringt er op aan
dat direct actie wordt ondernomen. Verdachte heeft op die 14^e mei
2004 naar het oordeel van het OM de plicht om over te gaan tot een
spoed uithuisplaatsing van Savanna. Zij beschikt ook over een door
haar teamleider ondertekend verzoekschrift machtiging daartoe.
Desondanks besluit zij zelf deze uithuisplaatsing niet door te zetten.
Geen gevolg aan fax van de moeder in juni 2004
Op 8 juni 2004 ontvangt de gezinsvoogd van de moeder een fax waarin
staat dat de voogd Savanna kan komen ophalen om een goed gezin voor
haar te zoeken. De moeder verklaart dat de voogd daarna bij haar
langskomt en zij er op aandringt dat de voogd Savanna direct meeneemt
omdat zij het niet meer aan kan. De voogd zelf zegt dat korte tijd
later de moeder het al niet meer wilde. Volgens het OM had de voogd
deze fax echter moeten plaatsen in de context van de eerdere signalen
die op dat moment al heeft gekregen. Maar dat doet ze niet.
Integendeel. Ze geeft de moeder een compliment voor het feit dat zij
haar grens aangeeft en laat het daar verder bij.
Slechte instructie van en contact met nieuwe hulpverleners
Na de fax van 8 juni 2004 plaatst de voogd wel een aantal nieuwe
hulpverleners in het gezin. In de maanden juli en augustus komen een
GGV, een andere SPV en een coördinator van de Basiszorg Kwetsbare
Kinderen (BKK) voor Rowena. Uit het onderzoek blijkt nergens dat deze
hulpverleners, die in de laatste fase van het leven van Savanna bij
het gezin betrokken waren, door de voogd goed werden geïnformeerd
over de voorgeschiedenis. Ook blijkt niet dat zij instructies kregen
om op specifieke zaken in het gezin (bijvoorbeeld blauwe plekken,
mogelijk opsluiten van Savanna en haar eetpatroon) te letten. Nergens
blijkt dat de voogd contact opneemt met deze hulpverleners om zo een
vinger aan de pols te houden in dit gezin, waarvan zij op dat moment
als enige op de hoogte is van de voorgeschiedenis en de grote risicoâs
die Savanna loop.
Op 20 september 2004 overlijdt Savanna door verstikking nadat de
moeder een washandje in haar mond had gestopt en haar mond met tape
had omwonden. Zij was toen drie en half jaar oud en woog 10,7 kilo.
Openbaar Ministerie