Partij voor de Vrijheid (PVV)


donderdag 01 november 2007

Plenair, 31 oktober 2007

Voorzitter, René Magritte tekende een pijp na en schreef eronder "ceci n'est pas une pipe" .
De europese regeringsleiders bespraken in Lissabon een ontwerp-Verdrag dat in de ogen van velen (en bepaald niet de minsten) grotendeels overeenkomt met het Ontwerp-Grondwettelijk Verdrag en schreven eronder: dit is geen Grondwet.

Het eerste, van Magritte, noemen we: kunst.
Het laatste, van dit kabinet, noemen we: politiek...........Nou vooruit: een politiek kunstje.

Draagt het Europees Hervormingsverdrag wel of niet niet grondwettelijke trekjes, daarover hebben we enkele weken geleden uitvoerig gedebatteerd. De regering en een meerderheid van deze Kamer, wilden zich niet laten overtuigen en wezen een referendum over dat Europees Hervormingsverdrag af.
Zelfs die Kamerleden van de PvdA, die eerder in de media lieten weten dat ze wel voelden voor een referendum over dat Hervormingsverdrag, stemden uiteindelijk tegen mijn motie waarin de regering werd verzocht om dat referendum uit te schrijven.

Om die reden wil ik het vandaag over een andere boeg gooien. Ik houd u allen de vraag voor of wij, de "Haagse Politiek" rekening moeten en willen houden met redelijke verwachtingen van de burgers. En dan doel ik natuurlijk op de wens van de burgers, dat over het Hervormingsverdrag wèl een referendum gehouden moet worden. Dat een meerderheid van de burgers dat wel degelijk wil, daarvoor is een heel belangrijke aanwijzing te vinden in een opiniepeiling door Maurice de Hond, gehouden in september jl.
Daaruit kwam naar voren dat 58% van de burgers vindt dat er een referendum moet worden gehouden over het Hervormingsverdrag. Slechts
36% (MP, knoop het in uw oren) vindt dat er geen referendum moet volgen.
De uitkomsten van die opiniepeiling zijn ook uitgesplitst naar de politieke binding van de kiezers.
En dat is nog interessanter.
Ik neem even de grootste partijen onder de loep, die mijn motie voor het referendum hebben verworpen.
Dat er geen referendum moet worden gehouden, vindt niet meer dan 47% van de CDA-kiezers, 41% van de VVD-kiezers en slechts 38% van de PvdA-kiezers.
Dat er wel degelijk een referendum moet komen, vindt 47% van de CDA-kiezers, 56% van de VVD-aanhang en 58% van de PvdA-kiezers. Bij de CDA-aanhang zijn er dus evenveel voor- als tegenstanders en de VVD- en PvdA-aanhang zit
vrijwel op het landelijk gemiddelde, nl. dat 58% wel degelijk een referendum wil.

Ook de indruk die de burger heeft van de belangrijkste reden waarom het kabniet geen referendum wil, is onderzocht. Slechts 16% gelooft de regering, wanneer zij zegt dat zij geen referendum wil uitschrijven, omdat het Hervormingsverdrag minder ingrijpend is dan het Grondwettelijk Verdrag. Maar liefst 77% denkt dat de regering geen referendum wil, uit angst dat ook het Hervormingsverdrag door de burgers verworpen zal worden. Met andere woorden: de burgers hebben een heel slecht beeld van de motieven van de regering in deze.
Zelfs onder de aanhang van de regeringspartijen, Is dit beeld glashelder en overduidelijk aanwezig. Van de CU-aanhang denkt 60% dat vrees voor het oordeel van de kiezer, de belangrijkste reden van de regering is om het referendum tegen te houden.
Van de CDA-aanhang denkt 65% dat ook en bij de PvdA-kiezers is 76% er van overtuigd, dat de regering het referendum vooral tegenhoudt uit angst voor het oordeel van de kiezer.

Vz, ik vind dat we dergelijke belangrijke en ook schokkende signalen als politiek niet mogen negeren. Het wantrouwen van de burger jegens de regering, slaat terug op het beeld dat de burger heeft van "de Haagse politiek" .
Dat beeld is: Den Haag doet uiteindelijk toch wat ze zelf willen en maalt niet om de mening van de burger.

Dergelijke beeldvorming is schadelijk voor gezonde politieke verhoudingen en is schadelijk voor de democratie. Ik vraag daarom de regering om daar acht op te slaan; daar rekening mee te houden.
Kom op uw schreden terug. Neem die slechte beeldvorming weg. Geef de burger wel de eerlijke kans waar hij aanspraak op maakt, om zich over het Hervormingsverdrag uit te kunnen spreken. Minister-president, schrijf het referendum uit om de burger te laten zien dat u hem serieus neemt.
Schrijf het uit in het belang van gezonde democratische verhoudingen. Betoon u het bindend element bent tussen "Den Haag" en de burgers. Laat zien dat u niet bang bent voor de burgers en schrijf dat referendum dan om deze redenen uit.

Motie van het lid De Roon

De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er belangrijke aanwijzingen zijn dat een aanmerkelijk deel van de burgers een referendum wenst over het Europees Hervormingsverdrag,

overwegende dat gezonde democratische verhoudingen in onze samenleving er mee gediend zijn om met die wens rekening te houden,

overwegende dat aan die wens het beste recht wordt gedaan door een referendum over het Europees Hervormingsverdrag,

verzoekt de regering een referendum uit te schrijven over het Europees Hervormingsverdrag,

en gaat over tot de orde van de dag.


____________________