Werkloze ouderen profiteren het minst van krappe arbeidsmarkt


Ook arbeidsgehandicapten blijven achter

LEIDEN, 20071101 -- Werkloze arbeidsgehandicapten en ouderen profiteren veel minder van de krapte op de arbeidsmarkt dan werkloze jongeren, vrouwen en allochtonen. Verwacht wordt dat dit de komende jaren niet zal veranderen. Personeelsselecteurs schatten de kansen op het vinden van een nieuwe werkgever voor deze twee kwetsbare groepen laag in.

Dit blijkt uit onderzoek dat bureau AStri onlangs uitvoerde onder 935 personeelsselecteurs. In dit onderzoek zijn de kansen op werk in kaart gebracht van de vijf kwetsbare groepen die centraal stonden op de participatietop van juni j.l. De resultaten van het onderzoek worden vandaag in Leiden gepresenteerd op een symposium ter ere van het 15-jarig bestaan van AStri met als titel `Arbeidsparticipatie van iedereen....lukt dat?'.

De helft (51%) van de personeelsselecteurs geeft aan dat de kansen voor jongeren op een betaalde baan de afgelopen 5 jaar zijn toegenomen. Bij vrouwen en allochtonen liggen die percentages rond de 40%. Slechts één op de vijf geënquêteerden geeft aan dat de kansen van arbeidsgehandicapten en ouderen zijn toegenomen.

Bij aanblijvende krapte op de arbeidsmarkt zullen vooral jongeren en vrouwen meer kansen maken op betaald werk. Arbeidsgehandicapten en ouderen zullen het minst profiteren van een aanhoudende personeelsschaarste.

Werkloze jongeren (tot 25 jaar) en vrouwen hebben momenteel de meeste kans op het vinden van een hogere, leidinggevende functie; werkloze arbeidsgehandicapten veruit de laagste kans. Bij het vinden van een lagere, uitvoerende functie op de arbeidsmarkt maken volgens de personeelsselecteurs werkloze jongeren (18-jarigen) de meeste en werkloze ouderen de minste kans.

In het onderzoek wordt teruggegrepen op een vergelijkbaar onderzoek dat 15 jaar geleden is uitgevoerd door de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. De sterke overeenkomst in resultaten tussen beide onderzoeken doet de vraag rijzen wat 15 jaar beleidsinspanningen voor doelgroepen hebben opgeleverd.

Marktwerking en individuele aanpak:
Veerman, directeur AStri.: `Een ruimere werkgelegenheid is de beste remedie om werklozen, - ook uit moeilijke groepen - te laten participeren. In plaats van doelgroepenbeleid kan daarom beter gekozen worden voor generiek werkgelegenheidsbeleid, gekoppeld aan een specifiek werklozenbeleid, dat zich zo scherp mogelijk richt op specifieke moeilijke en kwetsbare werklozen. Inzet van re-integratie-inspanningen op een te brede doelgroep lijkt op het duwen van een reeds rijdende auto. Daarnaast loop je door het opdelen in doelgroepen ook het risico dat de inspanningen zich teveel richten op de problemen en belemmeringen aan de aanbodkant, terwijl focus op de specifieke (regionale) vraag van de werkgevers en de competentie van werkzoekenden veel effectiever is.





AStri