Klink wil aanspreken op `gerechtvaardigd belang' bij preventie


Vakblad G: toelichtingen en reacties op de preventieplannen van het kabinet

WOERDEN, 20071101 -- `Samen op weg naar een gezonder Nederland!' Dat schrijft minister Klink van Volksgezondheid op 24 september 2007 aan de Tweede Kamer in een `kaderbrief' over preventie. G ging naar Den Haag en tekende een paar duidelijke boodschappen van de minister op: geen zware regie vanuit rijk en RIVM, maar veel ruimte voor lokaal beleid. Zorg is niet alleen een kostenpost, maar `een van de grootste investeerders in menselijk talent.' En: we moeten af van het `dominante vertrouwen' in de curatieve zorg om alle gezondheidsproblemen op te lossen.

G constateert dat het kabinet een wezenlijke wending in het gezondheids(zorg)beleid voorstaat. Volgens Klink staan we voor `de forse opgave om Nederland vitaal en gezond te houden', zeker nu onze volksgezondheid naar de Europese middenmoot is afgezakt en het aantal chronisch zieken razendsnel stijgt. Gezondheid is `een waarde op zich', vertelt Klink aan G, en is bovenal van belang voor het functioneren van onze maatschappij op alle niveaus. `Zorg heeft een grotere toegevoegde waarde dan bijvoorbeeld het onderwijs.' De minister ziet een cruciaal aangrijpingspunt voor zijn beleid in het belang dat iedereen op zijn manier heeft bij een gezonde samenleving. Het zijn `allemaal potentiële partners': zorgverleners, werkgevers, scholen, gezinsleden. Klink: `Ik wil ze aanspreken op hun gerechtvaardigd belang, het besef dat ze zélf bij preventie kunnen winnen; dan is er sprake van een motivatie van binnenuit.'

In de kaderbrief schrijft de minister dat het `dominante vertrouwen' in de curatieve zorg om alle gezondheidsproblemen op te lossen `niet realistisch' is. G legde hem de vraag voor of hij dit ook wil vertalen in fundamentele wijzigingen van geldstromen, bijvoorbeeld van de gezondheidszorg naar de `zorg voor gezondheid'. Klink noemt dit `een belangrijke vraag'. `Als we op een gegeven moment constateren dat voorzorg beter werkt dan nazorg, en dus ook écht effectiever is, dan moeten we uiteindelijk die afweging wel gaan maken. Maar aan die afweging zijn we op dit moment nog niet toe. Dan moet er eerst meer evidence zijn.'

De eerste reacties vanuit het veld op de kabinetsvisie op preventie zijn beslist positief, valt te constateren uit enkele andere bijdragen aan dit nummer van G. Ook als het gaat om specifieke onderdelen als een bredere aanpak buiten de zorg (bijvoorbeeld Joël Gijzen van zorgverzekeraar CZ), de wijkgerichte benadering (Katja van Vliet van het Verwey-Jonker Instituut) of de integratie van preventie en curatie (Han Willems van de KNMG en Marc Roosenboom van de LVG). Toch, schrijft Erik Lieber in zijn redactioneel, zal de wezenlijke wending van het beleid geheid mislukken als ze niet gepaard gaat met een even wezenlijke wijziging in onze benadering van de volksgezondheid. Nodig is een omslag van denken in ziekten naar gezondheid (Roosenboom), het loslaten van het monopolie van de zorg (columnist De Regt), en nieuwe sturingsmodellen, geen nieuwe structuren (Van Vliet).

Nieuwsgierig naar meer reacties op de kabinetsplannen voor een gezonder Nederland? Lees G! Hét vakblad over gezondheid en maatschappij.

verder in dit nummer:
- het RIVM als klaar-over van gezond beleid: interview met Marc Sprenger en Monique Pieters
- blaasvoetbal: `een zorgtaks op ongezond leven is goed voor de volksgezondheid'

G - vakblad over gezondheid en maatschappij is een uitgave van de samenwerkende organisaties GGD Nederland, het Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ) en de Nederlandse Public Health Federatie (NPHF). G schrijft over de zorg voor de gezondheid van de samenleving, die zich vaak afspeelt achter de schermen, in de schaduw van de cure en de care. G: voor een gezonde gemeenschap en een sluitende zorg. Kijk ook op www.g-online.nl.