Ingezonden persbericht


Schriftelijke vragen van de fractie Gemeentebelangen aan B. en W.

volgens artikel 34 van het Reglement van Orde van de Raad 2006.

Vragen over gebruik van omstreden chemicaliën openbare ruimten

Datum: 29 oktober 2007

Inleiding:
In april 2006 heeft Gemeentebelangen haar veroordeling uitgesproken van het gifgebuik in de openbare ruimten van onze Gemeente en heeft hierover schriftelijke vragen gesteld. In de beantwoording van de vragen onderschreef het college de zorgen van Gemeentebelangen. Sindsdien wijst niets op aanpassing van het beleid.

Nu, anderhalf jaar later, mist Apeldoorn, als groenste stad van Nederland "goud" in de nationale competitie Entente Florale 2007 als gevolg van het gifgebruik.

In het deskundigen rapport wordt een hard oordeel uitgesproken over het gebruik van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen in de openbare ruimten van Apeldoorn.

Drie citaten uit het deskundigenrapport Entente Florale 2007:
1. Apeldoorn richt zich vooral op het thema duurzaamheid. De jury betreurt echter de voortdurende chemische onkruidbestrijding, die niet past in het gemeentelijk milieubeleid.
2. Het groen, de natuur en het landschap zijn van oudsher in vertrouwde handen van de gemeente, maar ook vele bewoners, instanties en maatschappelijke organisaties voelen zich actief betrokken bij dit proces. Daarom verbaast het de jury dat de chemische onkruidbestrijding nog steeds wordt toegepast, want dat past niet in het natuur- en milieubeleid van de gemeente.
3. Storend is de soms te hoge boomopkroning in de parken en effecten van de zichtbare chemische onkruidbestrijding.

De stellige veroordeling in het deskundigenrapport Entente Florade 2007 was voor Gemeentebelangen aanleiding tot nader onderzoek. Tot onze verbazing blijkt, dat Gemeente Apeldoorn bijna alle voorhanden zijnde vergiften gebruikt om (ongewenste) planten te verdelgen.

Het blijkt, dat de volgende chemische middelen gebruikt worden: glyfosaat, dichlobenil, triclopyr, fluazifop-P-butyl en fenoxyzuren. Deze chemische stoffen zijn allen, in meer of mindere mate, giftig voor mens en dier, kankerverwekkend, persistent en spoelen uit naar grond- en drinkwater. Het gebruik van glyfosfaat is er 1 januari 2007 vanwege haar giftigheid door de Rijksoverheid aan banden gelegd. Voor particulier gebruik is glyfosfaat verboden en gemeenten mogen het middel enkel nog toepassen onder strikte voorwaarden. Het middel dichlobenil is zo giftig dat het, onder een voorbehoud van het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden, per 1 oktober 2008 verboden is. Voor wat betreft een eventueel verbod op de andere spuit- en strooimiddelen wacht de toelatingscommissie Europese regelgeving af.

Gemeentebelangen heeft de volgende vragen:

Vraag 1:
Hoe beschouwt het college de geciteerde beoordelingen uit deskundigenrapport t.b.v. de Entente Florale 2007?

Vraag 2:
Erkent het college dat zij alle genoemde chemische middelen gebruikt om planten te doden in openbare ruimten of daartoe opdracht geeft?

Vraag 3:
Erkent het College dat deze chemicaliën giftig zijn voor mens en dier en kunnen uitspoelen naar het grond- en drinkwater?

Vraag 4:
Blijft het College doorgaan met het gebruik van deze vergiften?

Vraag 5:
Waarom heeft het College de oproep van Gemeentebelangen in april 2006, om te stoppen met vergif te spuiten of te strooien, genegeerd?

Vraag 6:
Mocht het College de redenering aanhangen, dat zij met het gebruik van genoemde chemicaliën niet in strijd handelt met de letter van de wet, vindt zij dan niet dat het voorzorgsbeginsel *, zoals geformuleerd in de "Verklaring van Rio"(1992) in acht zou moeten worden genomen?

Theo van Kerkhof, Raadslid Gemeentebelangen
Telefoon: 055-3556474 E-mail: t.vankerkhof@apeldoorn.nl


* Voorzorgsbeginsel zoals geformuleerd in de milieuconferentie van Rio de Janeiro (1992):

"Wanneer er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat een activiteit of een product ernstige, onherstelbare schade kan veroorzaken aan gezondheid of milieu moeten er maatregelen genomen worden. Die maatregelen kunnen zijn: als het om een activiteit gaat, deze activiteit verminderen of voorkomen. Gaat het om een product, dan kan men het product verbieden. Er moet niet noodzakelijk een onweerlegbaar oorzakelijk verband zijn tussen de activiteit of het product en de vermeende schade."


---- --