Ingezonden persbericht
Natuurwinkels stoppen aanvoer fruit uit Joodse nederzettingen
Het staat op de doos: Produce of Israel. Maar het is niet zo. Het komt uit
een gebied dat door Israël is bezet. Mieke Zagt van ICCO sprak er de keten
van zeventig Natuurwinkels op aan. Inmiddels is dit biologische fruit uit de
illegale joodse nederzettingen van de schappen verdwenen. Dit wordt door de
importeur Udea gegarandeerd. Bij niet-biologische ketens is de situatie nog
steeds zo dat er avocado's, meloenen en ander fruit uit nederzettingen te
koop is. Het is Nederland binnengekomen volgens het zeer gunstige
invoertarief zoals dat met Israël is afgesproken, terwijl heel veel
producten in werkelijkheid door joodse kolonisten op de Westelijke
Jordaanoever zijn geteeld. Voor producten uit nederzettingen in bezet
Palestijns gebied geldt een veel hoger tarief. P+ brengt deze onthulling in
het nieuwste nummer, dat deze week aan de lezers wordt toegezonden.
Mieke Zagt van ontwikkelingsorganisatie ICCO vertelt in de nieuwe P+ hoe ze
de keten van Natuurvoedingswinkels aan het denken zette. Het begon met een
brief, die ze samen met de mensenrechtenactiviste Adri Nieuwhof schreef. Kon
de Natuurwinkel haar garanderen dat hun Israëlische groente en fruit niet
afkomstig waren uit een van de joodse nederzettingen op de westelijke
Jordaanoever? Zagt in P+: ³De Natuurwinkel verwees ons door naar haar
importeur, Udea in Veghel. Omdat Udea geen duidelijk antwoord gaf, hebben we
Palestijnse en Israëlische organisaties benaderd om ook brieven naar deze
importeur te schrijven, met het verzoek producten uit de nederzettingen op
bezet Palestijns gebied te boycotten. Ook de ambassadeur van de PLO in Den
Haag schreef een ondersteunende brief. Samen met de voorzitter van een Ander
Joods Geluid gingen we uiteindelijk op bezoek bij Udea. Directeur Erik Jan
van den Brink beloofde binnen enkele weken een antwoord te zullen geven. En
dat heeft hij gedaan. Er zullen in de Natuurwinkels geen producten meer
verkocht worden, die afkomstig zijn van de illegale joodse nederzettingen.²
De kwestie van de invoerrechten van producten die zogenaamd uit Israël
komen, is al jaren in politiek heikel punt. Zowel de Nederlandse regering
als de Europese Commissie willen deze situatie veranderen. Mieke Zagt tegen
P+: ³Dit jaar maakten de ministers van Buitenlandse zaken, Economische Zaken
en Financiën en Landbouw duidelijk aan de Tweede Kamer dat goederen die in
Golan, op de Westelijke Jordaanoever of in Gaza worden geproduceerd niet als
'Made in Israel' verkocht mogen worden. Al in 2004 bevestigde het
Internationaal Gerechtshof in Den Haag de illegaliteit van de nederzettingen
en van de muur die op bezet Palestijns gebied is gebouwd. Daarom zijn
producten uit Israël die gemengd worden met producten uit de nederzettingen
en met het Israël-etiket verkocht worden niet koosjer. De enige die het kan
controleren, is de douane. Maar waar moet de douane naar kijken, als alles
via Israël binnenkomt en de oorspronkelijke afkomst van niet-biologische
landbouwproducten niet duidelijk vermeld staat?²
In 2006 bereikte de invoer van landbouwproducten uit Israël in ons land een
bedrag van 198 miljoen euro, drie miljoen euro meer dan het jaar daarvoor en
veertien miljoen euro meer dan in 2004. Een flink stuk van de export bestaat
overigens uit bloemen, maar ook bekend fruit als van Jaffa en Carmel. Nogal
wat producten uit Israël kennen een 'nul-recht' ( 0 procent) of een verlaagd
invoerrecht van geen 10 maar slechts 6 procent. De Europese Commissie
schatte in 2001 al dat deze 'fraude' in de honderden miljoenen euro's zou
lopen.