Raad van State
Uitspraak Raad van State -
Zaaknummer: 200706501/1
Publicatie datum: vrijdag 26 oktober 2007
Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer
Proceduresoort: Voorlopige voorziening
Rechtsgebied: Kamer 2 - Milieu - Overige
---
200706501/1
Datum uitspraak: 26 oktober 2007
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige
voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het
geding tussen:
{verzoeker} en anderen, wonend te {woonplaats},
en
het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 25 juli 2007 heeft verweerder een melding van 't Lange
Land Ziekenhuis voor de verandering van de inrichting op het perceel
Toneellaan 1 te Zoetermeer geaccepteerd.
Tegen dit besluit heeft verzoeker bezwaar gemaakt.
Bij brief van 10 september 2007, bij de Raad van State ingekomen op 10
september 2007, heeft verzoeker de Voorzitter verzocht een voorlopige
voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft de zaak ter zitting behandeld op 15 oktober 2007,
waar verweerder, vertegenwoordigd door mr. S. Haak, advocaat te Den
Haag, en {gemachtigde}, is verschenen. Voorts is 't Lange Land
Ziekenhuis, vertegenwoordigd door mr. M.H. Fleers, advocaat te Den
Haag, en {gemachtigde}, gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 8.19, tweede lid, van de Wet milieubeheer geldt
een voor een inrichting verleende vergunning tevens voor veranderingen
van de inrichting of van de werking daarvan die niet in
overeenstemming zijn met de voor de inrichting verleende vergunning of
de daaraan verbonden beperkingen en voorschriften, maar die niet
leiden tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan die
de inrichting ingevolge de vergunning en de daaraan verbonden
beperkingen en voorschriften mag veroorzaken, onder de voorwaarde dat:
a. deze veranderingen niet leiden tot een andere inrichting dan
waarvoor vergunning is verleend;
b. het voornemen tot het uitvoeren van de verandering door de
vergunninghouder schriftelijk overeenkomstig de krachtens het zevende
lid, onder a, gestelde regels aan het bevoegd gezag is gemeld, en
c. het bevoegd gezag aan de vergunninghouder schriftelijk heeft
verklaard dat de voorgenomen verandering voldoet aan de aanhef en
onderdeel a en de verandering naar zijn oordeel geen aanleiding geeft
tot toepassing van de artikelen 8.22, 8.23 of 8.25.
2.2. De melding betreft de plaatsing van portocabins ten behoeve van
een tijdelijk dialysecentrum voor de periode van maximaal 5 jaar op
het parkeerterrein van het ziekenhuis op het perceel Toneellaan 1 te
Zoetermeer.
2.3. Verzoekers hebben beoogd, dat de aanvraag onvolledig is en de
gevolgde procedure onjuist is.
De Voorzitter is niet gebleken tekortkomingen in de melding of
gebreken in de gevolgde procedure.
2.4. Verder hebben verzoekers beoogd dat het bestreden besluit in
strijd is met gemaakte afspraken en gewekte verwachtingen naar
omwonenden.
De Voorzitter stelt vast dat verweerder in het licht van het wettelijk
kader gehouden is een besluit te nemen naar aanleiding van de melding.
Bij het nemen van het besluit dient te worden getoetst aan
bovenstaande wettelijke criteria. Hierbij is geen sprake van toetsing
aan eventuele gemaakte afspraken en gewekte verwachtingen naar
omwonenden in de door verzoekers bedoelde zin.
2.5. Vervolgens hebben verzoekers betoogd dat de aanwezigheid van de
inrichting zich niet verdraagt met het ter plaatse geldende
bestemmingsplan. Deze grond heeft geen betrekking op het belang van de
bescherming van het milieu in de zin van artikel 8.10 van de Wet
milieubeheer en kan reeds om die reden geen rol spelen in deze
procedure.
2.6. Voorts hebben verzoekers gesteld dat het bestreden besluit in
strijd is met wet- en regelgeving.
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting ziet de
Voorzitter geen grond om ervan uit te gaan, dat verweerder in
aanmerking genomen de wettelijke criteria de melding op onjuiste
gronden heeft geaccepteerd. Overigens is ter zitting gebleken dat 't
Lange Land Ziekenhuis op 23 augustus 2007 een melding voor een
wijziging van de locatie van de onderhavige portocabins heeft
ingediend.
2.7. Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van
een voorlopige voorziening af te wijzen.
2.8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. K. Brink, als Voorzitter, in
tegenwoordigheid van mr. P.A. Melse, ambtenaar van Staat.
w.g. Brink w.g. Melse
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 26 oktober 2007
191.