Groen!
Brussel, 26 oktober 2007
Wat is een Olympische vlam zonder rechten van de mens?
In 2008 worden de Olympische Spelen in China georganiseerd. De
Olympische Spelen is in de eerste plaats een mondiaal sportevenement,
maar kan niet blind zijn voor de realiteit die zich afspeelt buiten de
muren van het stadium. De organisatie van de Spelen in een dictatuur
als China is een smet op het Olympische blazoen. Laten we voldoende
kritisch blijven en druk zetten op de Chinese overheid langs alle
kanalen die daartoe tot onze beschikking staan. Groen! zal dan ook een
reeks initiatieven nemen naar de Belgische overheden, het IOC en BIOC,
en de brede publieke opinie toe.
In 2001 besloot het Internationaal Olympisch Comité (IOC) de
organisatie van de Olympische Zomerspelen aan China toe te wijzen. Het
sterk gecentraliseerd bestuur, de beschikbaarheid over financiële
middelen door de sterke economische opleving en de massale steun van
regering en bevolking waren voldoende argumenten om de Spelen in China
te organiseren. De schending van de mensenrechten, de beknotting van
de persvrijheid of de zware ecologische problemen waaronder het land
gebukt ging, vond het IOC niet onrustwekkend. Men geloofde dat de
situatie in China door het vooruitzicht van de Olympische Spelen zou
verbeteren.
Dat is niet gebeurd. China heeft haar beloftes onvoldoende
waargemaakt.
Principe 8 van het Olympisch Handvest zegt: het beoefenen van een
sport is een mensenrecht. En daarmee komen we aan de kern van het
probleem. De Olympische Spelen worden georganiseerd in een land die de
meest elementaire spelregels, namelijk de mensenrechten, aan zijn
laars lapt. De vernietigende rapporten van mensenrechtenorganisaties
zoals Amnesty International of Human Rights Watch zijn ontelbaar.
Tegenstanders van het regime in China worden zonder een eerlijk proces
opgesloten, vaak in werk- of heropvoedingskampen, gemarteld en
geëxecuteerd. Niet-gouvernementele vakbonden zijn nog altijd verboden.
Aanhangers van de religieuze Falun Gong komen in verdachte
omstandigheden om het leven en met hun organen wordt een lucratieve
handel in stand gehouden. Gaat het oogsten van organen uit lichamen
van geëxecuteerden samen met de geest van de Olympische Spelen?
Een andere belofte van de Chinese autoriteiten aan het IOC was de
omvorming van Peking tot een groene oase. Het moesten immers Groene
Spelen worden. Ruim tweederde van Peking werd platgelegd om de nodige
infrastructuurwerken aan nieuwe woningen, wegen, bruggen en stadions
door te voeren. Meer dan anderhalf miljoen mensen werden uit hun huis
gezet ( cfr. een rapport van het Centre on Housing Rights and Eviction
- COHRE ) of moesten noodgedwongen de stad verlaten. Vervuilende
kolencentrales werden gesloten en/of omgevormd tot gascentrales, het
sterk verouderd verkeerspark werd aangepakt, nieuwe en schonere
technologieën zouden bij de bouw van hun Olympische droom aangewend
worden.
Deze reële inspanningen heeft China inderdaad te danken aan de
Olympische Spelen. Maar desondanks is de luchtkwaliteit boven Peking
niet veel verbeterd. Economisch gaat het China met groeicijfers boven
10% weliswaar voor de wind, maar de groei is verre van duurzaam. De
vervuilende steenkoolcentrales staan nog steeds in voor 80% van de
energietoevoer en hebben een sterke impact op het milieu. Zware lucht-
en waterpollutie bedreigt het hele land en volgens de meeste bronnen
is een ecologische catastrofe onafwendbaar. Het noopte de Chinese
overheid tot een Klimaatplan dat in juli 2007 werd gelanceerd. Hierin
wordt geadviseerd de energieconsumptie drastisch in te perken (20%
binnen vijf jaar, 4% jaarlijks) en investeringen in hernieuwbare
energiebronnen te stimuleren. De vervuilingsgraad moet met 10 % naar
beneden. Indien dit plan wordt uitgevoerd, is dat een serieuze stap
voorwaarts.
De economische boom heeft echter nog een andere schaduwzijde. Westerse
bedrijven vinden in China een nieuw Eldorado: spotgoedkope
productiesites waar enorme winsten kunnen worden gemaakt, in een land
dat nauwelijks aandacht heeft voor sociale voorzieningen of enige
reglementeringen oplegt. De laatste maanden regent het echter klachten
over de onveiligheid of ondermaatse kwaliteit van de geproduceerde
goederen. Speelgoed, autos, medicijnen of voedingswaren lijken niet te
voldoen aan kwaliteitsnormen of leveren een gevaar op voor de
volksgezondheid. Vanuit de Europese Unie (EU) was er reeds menigmaal
scherpe kritiek te horen aan het adres van de Chinese overheid. De
dumping van goedkope handelswaar en namaakproducten op de Belgische en
Europese markten blijft echter onverminderd doorgaan.
Een onthullend Play Fair rapport (maart 2004) toonde aan dat in China
goederen onder Olympische licentie worden geproduceerd in erbarmelijke
omstandigheden. Lange werkdagen, sterk onderbetaalde jobs, amper
sociale voorzieningen en wijdverbreide kinderarbeid brachten het IOC
in verlegenheid. Het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité (BOIC)
zei geschokt te zijn, maar schoof de hete aardappel door naar het IOC.
Dat IOC weigerde zijn verantwoordelijkheid te nemen voor zelfs de
meest minimale naleving van basisarbeidsnormen bij de productie van
artikelen met het Olympische logo. Men was niet van plan om
instructies te geven aan regeringen hoe ze zich moeten gedragen. We
zijn hier enkel om de Spelen te helpen organiseren. Veel impact op de
concrete arbeidssituatie waarin Olympische artikelen worden
geproduceerd, heeft het rapport niet gehad.
Met het oog op de Spelen zou de persvrijheid worden gegarandeerd. Dit
is één van de bijkomende voorwaarden die het IOC had opgelegd. Ook
hieraan lijkt de overheid maar mondjesmaat tegemoet te komen.
Persvrijheid zal slechts tijdelijk en enkel aan de buitenlandse pers
worden toegestaan. Zelfs internetproviders zoals Google, Yahoo of MSN
spelen het spel mee en onderwerpen zich aan censuur op zoekresultaten
en websites. Het wereldwijde internet in China is maar zo wereldwijd
als de Chinese overheid het wil.
Wat is de reactie van het IOC op deze feiten? Hein Verbruggen, hoofd
van de Olympische Evaluatiecommissie, wuifde begin september 2007 de
kritieken weg door te zeggen dat het IOC en China geen enkele
voorwaarde in verband met het naleven van de mensenrechten had
opgenomen. Politiek en sport mogen volgens hem niet met elkaar worden
vermengd. Het IOC blijft met deze reactie consequent op de lijn die ze
trok in 2001, bij de toekenning van de Spelen aan China. De
Evaluatiecommissie richtte zich toen voornamelijk op een onderzoek
naar de sporttechnische faciliteiten en infrastructuur. Jacques Rogge,
de Belgische voorzitter van het IOC, uitte in augustus 2007 zijn
bezorgdheid over de slechte luchtkwaliteit boven Peking omwille van de
impact op het sportgebeuren. Maar in opiniestukken in Belgische
kranten liet hij er geen twijfel over bestaan: de Olympische Spelen
kunnen niet gebruikt worden voor politieke doeleinden of ter
verbetering van de mensenrechtensituatie in China. The show must go
on.
Het IOC ontloopt zijn verantwoordelijkheid en doet alsof zijn neus
bloedt. Nochtans heeft het alle mogelijkheden om druk te zetten op de
Chinese overheid, gaande van rechtstreeks over de licenties tot
onrechtstreekse politieke druk. Hoe dan ook, het IOC zou de Olympische
Spelen kunnen gebruiken als middel om vooruitgang op het vlak van de
mensenrechten af te dwingen, maar weigert dit te doen. Ook het
Belgisch Interfederaal Olympisch Comité (BOIC) blijft aan de zijlijn
toekijken.
Deze amorele houding is niet in overeenstemming met de geest van de
Olympische Spelen, die veel meer zijn dan sport alleen. De Spelen zijn
een eerbetoon aan de mens en ingebed in een filosofie van vrijheid en
mensenrechten. Dat de Spelen in een land als China worden
georganiseerd, zonder een verbetering op het vlak van mensenrechten te
willen afdwingen, is een kapitale vergissing.
Goed een jaar voor de Spelen van start gaan, mag de infrastructuur dan
wel zo goed als klaar zijn, naar mensenrechten of persvrijheid toe
lijkt er nauwelijks wat veranderd.
Groen! zal:
- een resolutie indienen in het Federale en Vlaamse Parlement, waarin
de voortdurende schendingen van de mensenrechten worden aangeklaagd en
waarin wordt opgeroepen aan de Belgische politieke overheden om zich
kritisch op te stellen in de relaties met China in het algemeen en de
Spelen 2008 in het bijzonder;
- een hoorzitting over de mensenrechtensituatie in China aanvragen in
de Kamer van Volksvertegenwoordigers;
- het BOIC aanschrijven en de bevoegde Vlaamse minister interpelleren.
Een deel van de inkomsten van het BOIC is immers afkomstig van de
Gemeenschappen;
- het BOIC vragen om op de kledij van de Belgische atleten een
statement te plaatsen voor meer mensenrechten in China;
- de geselecteerde Belgische atleten aanschrijven om hen bewust te
maken van de problematiek;
- geplande handelsmissies naar China van dichtbij opvolgen en
interpelleren over de aandacht die wordt geschonken aan de
mensenrechtenproblematiek;
- de belangrijkste internetproviders zoals Google, Yahoo of MSN
aanschrijven en vragen om zich niet langer te onderwerpen aan de
Chinese censuurmaatregelen;
- aan de media vragen om zich bewust te zijn van het gebrek aan
persvrijheid bij hun Chinese collegas, aan kritische verslaggeving te
doen en waakzaam te zijn tegenover propagandanieuws afkomstig van de
Chinese overheden.
Lees het uitgebreid dossier
Zie het origineel
Wouter De Vriendt
Stefaan Van Hecke