Federale regering Belgie
Toespraak opening tentoonstelling 'Het is onze geschiedenis'
(2007-10-26)
Persdienst Eerste Minister
TOESPRAAK VAN EERSTE MINISTER GUY VERHOFSTADT BIJ DE OPENING VAN DE
TENTOONSTELLING "HET IS ONZE GESCHIEDENIS".
BRUSSEL, 25 OKTOBER 2007.
Mevrouw de voorzitter,
Mevrouw de commissaris,
Dames en heren,
De artikels die in de kranten verschenen na de Europese Top in
Lissabon waren merkwaardig. Het leek alsof de zevenentwintig regerings
- en staatsleiders zich enkel hadden beziggehouden met twee zaken: het
aantal zetels in het Europese Parlement en Ioannina. Er waren
natuurlijk nog een aantal kleinere punten maar het grote nieuws was
dat over die twee twistappels overeenstemming was bereikt. Er werd
beslist om het aantal van de 750 parlementsleden te behouden, maar de
voorzitter erbij te tellen. En dat Ioannina in een verklaring zou
worden opgenomen. De procedure om die verklaring te wijzigen werd
opgenomen in een protocol. Institutionele spitstechnologie die de
historische Belgische compromissen bijna doen verbleken.
Dames en heren,
Ik geloof dat er op onze planeet ongeveer vijftig mensen zijn die
begrijpen waarover dit compromis gaat. Plus een aantal journalisten
voor wie het bloed, zweet en tranen kost om dit aan hun kijkers of
lezers uit te leggen. De kloof met de burger, noemt men dat. Toch is
het hervormingsverdrag dat vorige week donderdag in Lissabon werd
goedgekeurd een enorme stap vooruit. Het is immers de garantie dat de
Europese Unie met 27 lidstaten en wie weet hoeveel in de toekomst,
toch efficiënt en democratisch kan blijven functioneren. Dit verdrag,
hoe onleesbaar ook, brengt net zoals vorige verdragen stap voor stap
de oude droom van een verenigd, vredevol en welvarend Europa
dichterbij. En dit is geen droom van staatshoofden of
regeringsleiders. Nee, dit is de oude droom van elke Europeaan. Het is
evenmin een vage, intellectuele droom, maar een droom uit noodzaak.
Een droom gegroeid op het puin van twee wereldoorlogen.
Er is immers geen continent waar zoveel oorlog is gevoerd dan Europa.
Voor sommigen was oorlog voeren een soort van tijdverdrijf. Iets wat
nu eenmaal bij internationale politiek hoorde. Het waren de mensen, de
burgers, de soldaten zelf die hiertegen in opstand kwamen. Tegen de
zinloosheid van de Eerste Wereldoorlog. Waar honderdduizenden soldaten
sneuvelden voor enkele meters grond. Tegen de barbaarsheid van de
Tweede Wereldoorlog. Waar miljoenen mensen vermoord werden omwille van
hun afkomst. Het was het absolute dieptepunt van de menselijke
beschaving.
Welke Europeaan twijfelde nog? Wie wilde deze horror niet inruilen
voor welvaart, vrede en democratie? Het is dit algemene besef, deze
diepe hunkering bij elke burger die de weg naar een eengemaakt Europa
mogelijk maakte. En het is de vastberadenheid van al deze burgers die
van Europa het meest succesvolle politieke project van de geschiedenis
maakte. Het Europese succes werkt bovendien aanstekelijk. Talloze
mensen riskeerden er hun leven voor. De inwoners van Oost-Berlijn die
op alle mogelijke manieren de onrechtvaardige muur probeerden te
passeren. Duizenden Hongaren in 1956. De Tsjechen in 1968. Er waren
tanks nodig om hen te stoppen. De Europese droom, het democratisch
alternatief, bracht in de jaren zeventig de Portugezen in opstand, de
Spanjaarden en de Grieken. Het was dezelfde droom die de Berlijnse
Muur deed vallen. En met die muur het obstakel tot een echt verenigde
Europa.
We mogen dus met recht en rede spreken van de Europese Revolutie. De
revolutie van oorlog naar vrede, van dictatuur naar democratie, van
armoede, ongelijkheid en vernieling naar welvaart en solidariteit. Het
is een trage revolutie. Maar daarom niet minder diepgaand. Vandaag,
zestig jaar na de twee vernietigende oorlogen, is de Europese
samenwerking tot in de diepste vezels doorgedrongen. We hebben een
eengemaakte markt, vrij verkeer van mensen, een gemeenschappelijke
munt, een gemeenschappelijke onderwijsstructuur. We hebben Schengen,
Europol, Eurojust, een parlement, een commissie en zelfs een leger dat
vrede tracht te stichten buiten onze grenzen.
Maar het klassieke probleem van elke revolutie dreigt vandaag ook
Europa te treffen. Namelijk dat mensen eenmaal de omwenteling voorbij
is, vergeten waarom ze noodzakelijk was. Men dreigt te vergeten dat de
Europese Unie het enige antwoord is op de gevaren van nationalisme,
armoede en oorlog. Men dreigt te vergeten dat enkel meer Europa, een
sterk Europa het hoofd kan bieden op de uitdagingen die op ons
afkomen. Men dreigt te vergeten dat alleen een verdere verdieping én
een verdere uitbreiding van de Unie kunnen vermijden dat we opnieuw in
het moeras terechtkomen waar we zo moeizaam zijn uitgekropen.
Dat is precies hetgeen we niet mogen vergeten. Dat besef bij brede
lagen van onze bevolking maar ook bij de politieke leiders is steeds
de motor van Europese eenmaking geweest. En zonder dat besef kunnen we
de motor niet draaiende houden. En dus ook niet meer vooruit geraken.
Daarom, dames en heren, is geschiedenis belangrijk. Daarom is het
nodig om ons geheugen af en toe op te frissen. En juist daarom is een
tentoonstelling als deze het juiste initiatief op het juiste moment.
Want zoals de titel zegt, is de geschiedenis van Europa de
geschiedenis van elk van ons. Europa is onze geschiedenis, Europa is
onze toekomst.
Ik dank u.