CDA
25 oktober 2007 - Nieuws -
'Rapport Martens basis voor betrekkingen EU-Afrika'
Volgens het Parlement moet de gezamenlijke strategie voor de
betrekkingen tussen de EU en Afrika een sterkere parlementaire
dimensie krijgen. Op 8 december moet een nieuwe EU-Afrika strategie
worden aangenomen op de EU-Afrika top in Lissabon. Op 7 december
zullen 25 europarlementariërs in Lissabon 25 collega's van het
Pan-Afrikaanse Parlement ontmoeten.
Het verslag van rapporteur Maria Martens moet de basis leggen voor een
gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement en het
Pan-Afrikaanse Parlement. EP-Voorzitter Pöttering en de voorzitter
van het Pan-Afrikaanse Parlement Gertrude Mongella zijn uitgenodigd om
op 8 december de Europese en Afrikaanse staats- en regeringsleiders
toe te spreken.
In het verslag roept het Parlement ertoe op de EU-gedragscode
betreffende wapenuitvoer tot een wettelijk bindend gezamenlijk
standpunt van Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid te
maken. Het EP pleit ook voor een bespoediging van de invoering van de
Europese strategie ter bestrijding van de illegale handel in
handvuurwapens en lichte wapens. Het Parlement is van mening dat de
huidige EU-gedragscode tegen wapenexporten aangescherpt moet worden om
de verspreiding van handvuurwapens en lichte wapens tegen te gaan. Het
is door de grootschalige aanwezigheid van dergelijke wapens dat
dodelijke conflicten in veel ontwikkelingslanden blijven aanhouden.
De volksvertegenwoordigers vragen om de gezamenlijke strategie van
bepalingen te voorzien die het mogelijk maken om op te treden tegen
toestanden van straffeloosheid. Zij dringen aan op de versterking van
de Afrikaanse rechtstelsels en van de democratische
controlemechanismen van deze stelsels, zodat de plegers van ernstige
misdaden tegen de mensheid in Afrika zelf berecht kunnen worden.
Het Parlement herinnert eraan dat bij de onderhandelingen over
economische partnerschapsovereenkomsten, deze overeenkomsten niet
alleen moeten worden beschouwd als ontwikkelingsakkoorden, maar
evenzeer als handelsakkoorden. Dat wil zeggen dat zij gebaseerd moeten
zijn op de principes van:
o asymmetrie ten gunste van de ACS-regio's;
⢠steun aan de regionale ACS-integratie;
⢠de totstandbrenging van een solide kader voor de bevordering van de
handel en investeringen in de ACS-regio's;
⢠de oprichting en consolidering van regionale markten alvorens
markten worden opengesteld voor de EU.
Ten aanzien van migratie vraagt het EP dat de gezamenlijke strategie:
⢠zich met de diepere oorzaken van de migratiebeweging bezighoudt;
⢠bijzondere aandacht aan de rechten en de integratie van migranten
besteedt;
⢠bijzondere aandacht aan de uittocht (brain drain) van
gezondheidswerkers besteedt;
⢠praktische oplossingen voor geslaagde circulaire migratie
voorstelt.
Het Parlement benadrukt dat beperking van de migratie naar de Europese
Unie niet als voorwaarde voor hulpverlening noch als
ontwikkelingstrategie mag worden beschouwd.
Bron: Persdienst Europees Parlement