Nederlands Instituut voor Ecologie


Persbericht, 24 oktober 2007

Snel heideherstel op ex-akker mogelijk

HETEREN (Gld.) / LEIDEN - Als je direct na het uit productie nemen van landbouwgronden struikheide inzaait, dan kunnen de plantjes zich vestigen vóór de grassen komen. Annemieke van der Wal en collega's van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) concluderen dit na onderzoek op de Veluwe. Ook blijken opgehoopte fosfaten in de voorheen bemeste landbouwgronden geen grote problemen op te leveren op zulke zandbodems. Van der Wal promoveerde vandaag in Leiden.

Grassen zijn grote concurrenten van heideplanten. Op oude heideterreinen is 'vergrassing' dan ook gevreesd als het begin van het einde. Bij natuurontwikkeling in voormalig landbouwgebied op zandgrond kan struikheide zich wel goed vestigen, ondanks de door bemesting (fosfaat)rijke grond en de aanwezigheid van snelgroeiende grassen en kruiden. De boodschap is: je moet er op tijd bij zijn.

Het inzaaien van voormalige akkers met heidezaad werkt waarschijnlijk goed als je het meteen doet. Dan zijn de heideplanten de grassen voor. De opgehoopte fosfaten hoeven niet uit de bodem verwijderd te worden, in ieder geval bij zandgronden zoals op de Veluwe. Wat wel helpt, is het aanbrengen van grondmonsters uit een volwassen heidegebied. Hierin bevinden zich schimmels die als 'partner' de heideplanten kunnen helpen met de opname van voedingsstoffen. Zo kan heide beter stikstof opnemen met zijn wortels en kan hij de concurrentie met andere, snelgroeiende planten beter aan.

Van der Wal onderzocht de bodem in een serie van ex-akkers op de zanderige Veluwe. Deze waren één tot 34 jaar uit productie genomen. Schimmels spelen in natuurlijke bodems een veel belangrijkere rol dan bacteriën. In landbouwgronden is dat omgekeerd. Er zijn zo nogal wat bodemeigenschappen die verschillen. Vooral de schimmelsoorten die organisch afval afbreken zijn interessant voor het bodemherstel bij natuurontwikkeling. De onderzoeksresultaten wijzen uit dat deze schimmels alleen in de eerste twee jaar na het verlaten van de akker toenemen en daarna niet meer. Zelfs na dertig jaar zijn er nog niet zoveel schimmels als in een natuurlijk ecosysteem. Om ze te stimuleren zou hout als voedselbron (vooral voor koolstof) aangebracht kunnen worden.

Het NIOO is het onderzoeksinstituut voor ecologie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Het bestaat uit drie centra: voor ecologie van kust en zee, van het zoete water en van het land. Bij het NIOO werken ongeveer 250 mensen. Op het NIOO-Centrum voor Terrestrische Ecologie in Heteren richten de onderzoekers zich op het leven op het land. In 2007 bestaat het NIOO 15 jaar, maar de centra zijn al (ruim) 50 jaar oud.