Kinderbescherming moet onderzoek doen naar gezins- en leefsituatie
Donna
24 oktober - De Raad voor de Kinderbescherming moet nader onderzoek
doen naar de huidige en toekomstige gezins- en leefsituatie van het
ruim 2-jarige Belgische meisje Donna. De rechtbank Utrecht oordeelde
woensdag dat een dergelijk beschermingsonderzoek noodzakelijk is om
een goed oordeel te kunnen geven, mede naar aanleiding van het verzoek
van de biologische vader van Donna, die wil dat de Nederlandse
pleegmoeder van het kind wordt ontzet uit de tijdelijke voogdij.
Donna verblijft sinds maart 2005 bij haar pleegouders in Nederland. De
draagmoeder en haar partner(de juridische ouders) hadden een
draagmoederovereenkomst gesloten met deze pleegouders uit Nederland.
De pleegouders hebben met instemming van de juridische ouders kort na
de geboorte de verzorging en opvoeding van het kind op zich genomen.
Dit jaar is door DNA onderzoek komen vast te staan dat verzoeker - die
niet de partner van de draagmoeder is - de biologische vader van het
kind is. Hij eiste daarom bij de rechtbank Utrecht, dat de pleegmoeder
ontheven of ontzet wordt uit de voogdij en dat hij wordt benoemd als
voogd. Tevens eiste hij een omgangsregeling met Donna.
De rechtbank overweegt allereerst dat er op dit moment geen aanleiding
is om aan te nemen dat Donna niet goed zou worden verzorgd. Er is
daarom op dit moment geen aanleiding om tot ontzetting van de
pleegouders uit de tijdelijke voogdij over te gaan.
De rechtbank is echter wel van oordeel is dat er extra onderzoek
noodzakelijk is, omdat er zorgen zijn over de gezins- en leefsituatie
van Donna. Deze zorg is ingegeven door de belaste voorgeschiedenis van
Donna en de mogelijke gevolgen daarvan voor haar ontwikkeling.
De rechtbank draagt de Raad voor de Kinderbescherming daarom op om
vanuit de huidige opvoedingssituatie te beoordelen of
opvoedingsondersteuning nodig is voor de pleegouders en of hierbij een
ondertoezichtstelling nodig is. Voor het geval de Raad van mening is
dat een eventuele maatregel van ondertoezichtstelling onvoldoende is,
moet hij tevens onderzoeken of er zodanige zorgen zijn dat ontzetting
van de pleegmoeder uit de tijdelijke voogdij aan de orde is.
Mocht dit het geval zijn, dan moet de Raad tevens onderzoeken wie dan
met de voogdij over Donna moet worden belast. De rechtbank houdt in
afwachting van het onderzoek de zaak op dit punt aan tot 4 maart 2008.
Als er hoger beroep tegen de beschikking wordt ingesteld, zal de Raad
overigens in de tussentijd wel doorgaan met dit onderzoek.
Het verzoek van de biologische vader tot het vaststellen van een
omgangsregeling met het kind is door de rechtbank niet-ontvankelijk
verklaard, omdat er geen sprake is (geweest) van `family life' ofwel
een `gezinsleven' tussen de biologische vader en Donna.
LJ Nummer
BB6360
Bron: Rechtbank Utrecht
Datum actualiteit: 24 oktober 2007 Naar boven
Gerechtelijke organisatie