Persbericht
24-10-2007
VU begint met compenseren van uitstoot broeikasgassen
Reisklimaat verandert
Vanaf 1 september 2007 zijn drie onderzoeksinstituten samen met het College van Bestuur van de Vrije Universiteit gestart met het compenseren van de uitstoot van de broeikasgassen als gevolg van vliegreizen. De compensatie wordt uitgevoerd door het Duitse non profit bedrijf Atmosfair.
De instituten IVM (Instituut voor Milieuvraagstukken), CIS (Centrum voor Internationale Samenwerking) en het VU Klimaatcentrum werken bij dit initiatief samen. De betrokken instituten en de VU zijn eind 2006 begonnen met het bespreken van manieren hoe zij de duurzaamheid van hun activiteiten kunnen vergroten. Hierbij is gekozen om te starten met CO2 compensatie. Dit was een logische eerste stap, aangezien de instituten veel werk doen op het gebied van klimaatverandering. Bij CO2 compensatie wordt de hoeveelheid uitgestoten broeikasgassen berekend en vervolgens gecompenseerd door te investeren in projecten die elders in de wereld uitstoot verminderen, bijvoorbeeld door de bouw van duurzame energiecentrales.
Na onderzoek van de instituten naar verschillende mogelijkheden tot compensatie en de verschillende aanbieders hiervan, is gekozen voor samenwerking met het Duitse Atmosfair. Dit bedrijf besteedt het geld onder andere aan het verspreiden van energie efficiënte kookstellen en spaarlampen in ontwikkelingslanden, waardoor de uitstoot van broeikasgassen sterk verminderd wordt.
De CO2 compensatie zal deel uit gaan maken van een bredere strategie om de broeikasgasuitstoot van de VU te verminderen. In het kader hiervan is de afgelopen jaren aandacht besteed aan energiegebruik in bestaande en nieuwe gebouwen. Naast de bovengenoemde instituten zal het CvB van de VU ook onderdeel zijn van deze actie. Het compenseren heeft tot gevolg dat de kosten van vliegen met 5% omhoog gaan. Naast het compenseren van de uitgestoten broeikasgassen zoeken het IVM en CIS tevens naar mogelijkheden het aantal reizen te beperken door bijvoorbeeld gebruik te maken van teleconferencing.
Vrije Universiteit Amsterdam