Datum: 23 oktober 2007
Inlichtingen bij: Rob Euwals (tel. 070-3383438) en Dick Morks (tel.
070-3383410)
Gericht arbeidsmigratiebeleid noodzakelijk
Nederland is aantrekkelijk voor laaggeschoolde migranten, maar minder
aantrekkelijk voor hooggeschoolde arbeidsmigranten. Dit is een gevolg
van de Nederlandse welvaartsstaat die een relatief hoge mate van
herverdeling van inkomens kent. Om hooggeschoolde arbeidsmigranten te
trekken, moet daarom een extra inspanning worden geleverd. Het lijkt
daarentegen verstandig om voorzichtig te zijn met het toelaten van
laaggeschoolde arbeidsmigranten op tijdelijke basis.
Dit concluderen de onderzoekers Victoria Chorny, Rob Euwals en Kees
Folmer van het Centraal Planbureau (CPB) in het vandaag verschenen CPB
Document 'Immigration policy and welfare state design: A qualitative
approach to explore the interaction'. De studie bespreekt de
economische gevolgen van verschillende vormen van
arbeidsmigratiebeleid voor twee types welvaartsstaten: een genereuze
welvaartsstaat met relatief veel inkomensherverdeling en een karige
welvaartsstaat met nauwelijks inkomensherverdeling. De mate van
herverdeling blijkt medebepalend voor de gevolgen van arbeidsmigratie.
Voor Nederland zijn met name de uitkomsten voor de genereuze
welvaartsstaat van belang.
Arbeidsmigratiebeleid doet ertoe
Ervaringen van landen zoals Australië en Canada laten zien dat het
gevoerde arbeidsmigratiebeleid invloed heeft op de samenstelling naar
opleidingsniveau van de groep arbeidsmigranten. Landen met een
selectief beleid slagen erin om relatief veel hooggeschoolde
arbeidsmigranten aan te trekken, terwijl een liberaal immigratiebeleid
resulteert in relatief veel laagopgeleide arbeidsmigranten. De mate
waarin deze selectie optreedt, wordt echter mede beïnvloed door het
type welvaartsstaat.
Type welvaartsstaat ook van belang
De mate van inkomensherverdeling in het ontvangende land beïnvloedt de
samenstelling van de groep arbeidsmigranten. In een welvaartsstaat met
relatief veel inkomensherverdeling is de verwachte netto beloning van
hooggeschoolde migranten lager dan in een welvaartsstaat met weinig
herverdeling. De verwachte netto beloning van laaggeschoolde
arbeidsmigranten is dan juist relatief hoog. Hierdoor treedt
zelfselectie op: hooggeschoolde arbeidsmigranten neigen er eerder toe
te kiezen voor landen met een weinig herverdelende welvaartsstaat,
terwijl landen met een herverdelende welvaartsstaat aanlokkelijk zijn
voor laaggeschoolde migranten. Landen met een herverdelende
welvaartsstaat moeten daarom een extra inspanning leveren om toch
financieel of anderszins aantrekkelijk te zijn voor hooggeschoolde
arbeidsmigranten. Mogelijke voorbeelden van dergelijke extra
inspanningen zijn extra fiscale voordelen in de eerste jaren van
verblijf in Nederland en vereenvoudigde procedures voor deze
specifieke groep van arbeidsmigranten.
Voorzichtig zijn met tijdelijke arbeidsmigratie
Tijdelijke arbeidsmigranten leveren potentieel een bijdrage aan de
financiering van de welvaartsstaat omdat ze arriveren, werken,
belastingen betalen, en weer vertrekken. Dit is voordelig voor de
welvaartsstaat als ze het land daadwerkelijk weer verlaten. De prikkel
tot verlenging van het verblijf is echter groot voor deze migranten,
zodat tijdelijk arbeidsmigratiebeleid onbedoeld kan leiden tot
permanente vestiging. Omdat de gemiddeld laaggeschoolde arbeidsmigrant
over zijn levensloop geen positieve bijdrage levert aan de publieke
kas, kan permanent verblijf van deze groep de financiering van de
welvaartsstaat onder druk zetten. Om dat te voorkomen zou gezocht
moeten worden naar maatregelen om de tijdelijkheid van het verblijf
van laaggeschoolde arbeidsmigranten te garanderen.
CPB Document 153, 'Immigration policy and welfare state design: A
qualitative approach to explore the interaction', is te bestellen bij:
Bibliotheek Centraal Planbureau
Postbus 80510
2508 GM Den Haag
Telefax: 070-3383350
E-mail: bibliotheek@cpb.nl
Prijs: 9,- euro
Centraal Planbureau