Studentenorganisaties en onderwijskoepels op één lijn
Eensgezind hoger onderwijsveld doet minister voorstel voor bekostiging
23-10-2007
Studenten (ISO en LSVb), hogescholen (HBO-raad) en universiteiten
(VSNU) zijn het eens geworden over een nieuwe bekostigingssystematiek
voor het hoger onderwijs. Ze hebben maandag 22 oktober een gezamenlijk
voorstel gestuurd aan minister Plasterk van OCW. Het voorstel is tot
stand gekomen op verzoek van de minister en in goede afstemming met
het ministerie. De voorzitters van LSVb (Lisa Westerveld), ISO
(Bastiaan Verweij), HBO-raad (Doekle Terpstra) en VSNU (Sijbolt
Noorda) zijn blij met het vertrouwen van het ministerie: âdit is wat
er gebeurt wanneer je het veld vertrouwen geeft: het komt met een
oplossingâ.
Uitgangspunten voor de bekostiging
Studenten, hogescholen en universiteiten hanteren bij het voorstel een
aantal randvoorwaarden. De overheid dient zorg te dragen voor een
financiering die de toegankelijkheid van het hoger onderwijs
waarborgt, zowel van de bachelor als van de master. Daarnaast dienen
de bekostigingsregels helder en eenvoudig te zijn en recht te doen aan
de geleverde onderwijsinspanning. Om voor bekostiging in aanmerking te
komen is accreditatie een voorwaarde. Deze uitgangspunten leiden tot
het huidige voorstel: financiering van de hoger onderwijsinstelling op
basis van het aantal ingeschreven studenten, het aantal diplomaâs en
een vaste voet.
De student betaalt het tarief van het wettelijk collegegeld zolang hij
nog geen diploma voor de betreffende opleiding heeft gehaald, óók
voor een tweede studie wanneer daarmee begonnen is tijdens de eerste
opleiding. Wanneer de student instroomt na het behalen van het
diploma, mag een instelling instellingscollegegeld vragen.
Heldere, eenvoudige regels voor bekostiging
De bekostiging dient recht te doen aan de onderwijsinspanningen van de
instellingen binnen het onderwijsaanbod dat zij in stand houden. Dit
in relatie tot de diverse leerwegen die studenten kunnen volgen. Om
voor bekostiging in aanmerking te (blijven) komen dient de kwaliteit
van de opleiding door middel van accreditatie periodiek positief
beoordeeld te worden. De bekostiging moet zo zijn dat aan deze
kwaliteitsnormen kan worden voldaan. Studenten, hogescholen en
universiteiten stellen voor de bekostiging te baseren op drie
elementen:
1. Het aantal ingeschreven studenten. Dit voor zover zij ingeschreven
zijn in het hoger onderwijs binnen de normatieve cursusduur van de
geaccrediteerde en bekostigde opleiding die zij volgen. Dit geldt
voor zowel de bachelor- als de masteropleiding.
2. Een eenmalige diplomaopslag per student bij het halen van het
bachelor- en master-getuigschrift, Het bedrag hiervoor is ongeveer
gelijk aan één jaar bekostiging.
3. Een instellingsspecifieke vaste voet. Deze vaste voet beslaat
gemiddeld over het totale hoger onderwijs ongeveer 20-25% van het
budget.
Student betaalt wettelijk collegeldtarief tot diploma is behaald
De student betaalt collegegeld tegen het wettelijk tarief zolang hij
het diploma voor de (bachelor- of master-) opleiding die hij volgt nog
niet heeft gehaald. Dit ongeacht leeftijd. Het collegegeld dat de
student jaarlijks betaalt is dus niet gekoppeld aan de bekostiging of
de studieduur van de student. De student heeft recht op een (gratis)
tweede inschrijving bij een andere opleiding en/of instelling. Als hij
het getuigschrift haalt, maar tegelijkertijd nog bezig is met een
tweede opleiding houdt hij recht op inschrijving tegen wettelijk
collegegeld. Voor een student die instroomt in een opleiding terwijl
hij al een bachelor (resp. master) getuigschrift heeft gehaald, mag de
instelling een instellingstarief in rekening brengen. Voor bepaalde
(groepen van) opleidingen kan de overheid vanwege
arbeidsmarkt-tekorten een (tijdelijke) uitzondering maken. In dat
geval kan de student (opnieuw) het recht op inschrijving tegen
wettelijk collegegeld krijgen voor die (groep van) opleidingen. De
instelling ontvangt dan tevens (opnieuw) gedurende de normatieve
cursusduur bekostiging.
HBO-Raad