Ministerie van Algemene Zaken

NOS, Met het oog op morgen, Radio 1

Radio / TV-interview | 19-10-2007

Vice-minister-president Rouvoet, na afloop van de wekelijkse ministerraad, over de onlusten in Slotervaart en de beweging Trots op Nederland

SLOTBOOM:
Het was vandaag de eerste keer dat u de ministerraad mocht voorzitten?

ROUVOET:
Ja, eerder was het nog niet nodig omdat de minister-president meestal zelf aanwezig is. En anders is minister Bos er wel als eerste vice-premier. Vandaag waren ze beide in het buitenland.

SLOTBOOM:
Heeft u op enig moment gedacht: goh, daar zit ik dan?

ROUVOET:
Nee. Heel praktisch, maar ik zat één stoel verwijderd van waar ik normaal gesproken zit. Toch is je rol wel een andere, want je moet niet alleen zorgen dat de besluitvorming netjes verloopt maar ook dat er besluiten genomen worden. Dus je rol is wel wat anders, maar het is niet de eerste keer dat ik een vergadering voorzit. Ook wel van onderraden van de ministerraad. Maar het was wel de eerste keer de ministerraad.

SLOTBOOM:
Toch wel een beetje trots?

ROUVOET:
De collega's hebben het me niet moeilijk gemaakt, dus ik ben blij dat we een aantal belangrijke dingen hebben kunnen bespreken en besluiten hebben kunnen nemen.


- ONLUSTEN SLOTERVAART -

SLOTBOOM:
Eén van de onderwerpen is ongetwijfeld de situatie in Slotervaart geweest. Hoe kijkt u daar nou tegenaan?

ROUVOET:
Daar hebben we natuurlijk opnieuw bij stilgestaan. Vorige week hebben we in de raad al stilgestaan bij het drama op het technisch college in Amsterdam. Nu de gebeurtenis van jongstleden zondag, met de twee politiemensen en de dader die uiteindelijk overleden is. Dat is toch heel ingrijpend. Vervolgens nog eens een keer de onlusten die daar overheen komen in de wijk Slotervaart.

SLOTBOOM:
Daar wil ik gelijk iets over vragen. Wat ik zo ingewikkeld vindt: je hoort daar hele tegenstrijdige geluiden over. Je hoort bewoners zeggen: ik kan gewoon de straat op, niks aan de hand. Maar je hoort de hoofdcommissaris van de politie zeggen: ik denk ook aan Franse toestanden. Hoe zit dat nou?

ROUVOET:
De beleving van de bewoners zal inderdaad variëren. Ligt er ook aan of je er middenin hebt gezeten. Overigens is minister Ter Horst ook ter plekke aanwezig geweest en heeft ook met de Amsterdamse autoriteiten intensief gesproken. Het is natuurlijk niet mis wat daar gebeurd is. Uiteindelijk zijn de onlusten die er geweest zijn niet te tolereren. Dit kabinet is erg voor sociale samenhang en binding en respect, maar de keerzijde daarvan is hard optreden wanneer dat nodig is. We kunnen niet accepteren dat er onlusten ontstaan, dat er auto's in brand worden gestoken, vernielingen worden aangericht. Dus is stevig optreden echt op zijn plaats, de keerzijde van de nadruk die wij willen leggen op sociale samenhang en respect.

SLOTBOOM:
Tegelijkertijd- als ik dan diezelfde hoofdcommissaris Welten hoor zeggen: je houdt er rekening mee dat er een paar gewetenloze kwelgeesten uit het riool naar boven komen- krabbel ik even op mijn hoofd en denk ik: wordt hier nou juist niet het vuur weer een beetje aangewakkerd met die taal?

ROUVOET:
Inderdaad, en in algemene zin moeten we natuurlijk oppassen om het vuurtje op te stoken. Ik heb sterk de indruk dat de autoriteiten in Amsterdam zich daar zeer goed van bewust zijn.

SLOTBOOM:
Schrok u niet toen u dat van Welten hoorde?

ROUVOET:
Ik vind het sowieso goed dat de hoofdcommissaris in Amsterdam en in vergelijkbare steden op alles voorbereid is. Even los van de precieze kwalificaties, want er gaan natuurlijk ook een heleboel emoties mee gepaard: het is zaak om ook te dempen. Daar zijn de autoriteiten in Amsterdam zich zeer van bewust. Daar is ook over gesproken de afgelopen week. Tegelijkertijd gaat het natuurlijk wel om - zoals dat in Amsterdam ook genoemd wordt- een paar dienders die wel gewond zijn geraakt. Ik begrijp ook de emoties wel.

SLOTBOOM:
Maar van een hoofdcommissaris van politie moet je toch kunnen verwachten dat die zich niet laat meeslepen door emoties?

ROUVOET:
Ik zeg ook niet dat er sprake was van meeslepen door emoties. Ik begrijp wel dat er stevige kwalificaties worden gebruikt. Als ik kijk naar de onlusten is het ook op zijn plek om stevige kwalificaties te gebruiken voor wat daar gebeurd is en gaande is. Vervolgens is het zaak om daar beheerst en dempend op te treden, maar duidelijk en consequent waar dat nodig is.

SLOTBOOM:
U bent ook minister van Jeugd en Gezin. Je kunt ook die jongeren aanpakken, maar uiteindelijk zal je toch bij die ouders terecht komen. Hoe doe je dat?

ROUVOET:
Met verschillende sporen. Inderdaad, als minister van Jeugd en Gezin ben ik ontzettend gericht op de omgeving waar jongeren vandaan komen. Het is van belang dat ouders hun primaire verantwoordelijkheid ook nemen voor de opvoeding. Voor veel ouders is het ook in toenemende mate moeilijk: complexe samenleving, er wordt veel van ze gevraagd, minder controle over jongeren. We willen- en daar is mijn programma ook op gericht- al die ouders die het nodig hebben en die daar behoefte aan hebben opvoedingsondersteuning aanbieden. Voor diegene die dat willen.

SLOTBOOM:
Verplichtend?

ROUVOET:
In eerste instantie niet.

SLOTBOOM:
Maar je zou je kunnen voorstellen dat dat bij dit soort jongeren wel nodig is?

ROUVOET:
Zeker. Daar wordt ook over gesproken. Eén van de wetsvoorstellen die onderweg is geeft lokale autoriteiten extra mogelijkheden, met name justitie. Dat is de gedragsbeïnvloedende maatregel voor jeugdigen. En als iets wordt toegepast kun je je ook voorstellen dat zo'n maatregel wordt afgekondigd en wordt gecombineerd met een vorm van verplichte opvoedingsondersteuning. Zoals nu overigens ook al mogelijk is als jongeren onder toezicht worden gesteld. Dan kan de rechter daar een voorwaarde aan verbinden. Er zijn dus situaties waarin ouders ook verplicht op cursus gaan.

SLOTBOOM:
Kunt u dat even uitleggen: gedragsbeïnvloedende maatregel?

ROUVOET:
We zijn druk bezig bijvoorbeeld met het oprichten van campussen voor kansloze jongeren, met name gericht op arbeidsmarkt en scholing. Maar daar zit ook de component aan dat sommige van die jongeren die door een banenmarkt niet bereikt worden, niet thuis op de bank zitten maar op straat heel veel overlast geven. Je kunt je voorstellen dat op een bepaald moment- als echt de normen overschreden zijn- een rechter zal zeggen: en nu gaan we met jou afspraken maken en je gaat in zo'n campus. Als bijkomende voorwaarde zeg maar. Met als stok achter de deur dat je altijd- als er echte misdaden of delicten zijn gepleegd- in een justitiële jeugdinrichting terecht kan komen.

SLOTBOOM:
Kan dat een einde maken aan dit soort situaties als in Slotervaart?

ROUVOET:
Het zal er wel aan bijdragen. Het is nooit afhankelijk van één maatregel. Het kan een bijdrage vormen in de aanpak van dit soort situaties. Het gaat natuurlijk - en dat is wel goed om te bedenken- niet om individuele jongeren. Het gaat om groepen jongeren. Dat is nog net een slag lastiger. Het is absoluut van belang dat autoriteiten over voldoende mogelijkheden beschikken om dit type situatie te voorkomen. Er zijn mogelijkheden van samenscholingsverboden, zoals we in Kanaleneiland gezien hebben.

SLOTBOOM:
U noemt nu weer allemaal maatregelen, maar vervolgens gebeurt het gewoon. Dan roept iedereen weer: we moeten dit doen en dat doen. Maar ik heb het idee dat er ook een zekere machteloosheid in zit?

ROUVOET:
Ik zou niet willen spreken van machteloosheid. Wat je wel ziet - en daar is afgelopen week dus door Ter Horst met de lokale autoriteiten over gesproken- is: hebben we genoeg bevoegdheden? Ik heb daar het beeld uit teruggekregen dat het niet zozeer zit in een gebrek aan bevoegdheden. Wat gebeuren moet is handhaven van wetten en regelgeving. Daar moet je strak in zijn. Daar moet je hard in zijn als het nodig is. Stevig optreden. Vervolgens ook echt alle bevoegdheden gebruiken die er zijn. Als er gaten in zitten- en daar zijn we dus mee bezig, ik ben zelf in gesprek met de burgemeesters van de vier grote steden om te kijken of er nog gaten in bevoegdheden zitten. Het beeld dat we nu hebben is dat dat niet zozeer het geval is, ook al omdat op zijn minst twee belangrijke wetsvoorstellen onderweg zijn die extra bevoegdheden geven aan burgemeesters en die gedragsbeïnvloedende maatregelen. Daarmee ligt er een heel stevig pakket om dit type situatie aan te pakken.


- TROTS OP NEDERLAND -

SLOTBOOM:
Tot slot iets geheel anders. Bent u ook trots op Nederland?

ROUVOET:
Ja. Niet altijd. In situaties zoals die waar we het net over hadden ben je even iets minder trots op de situatie, omdat je je vooral zorgen maakt.

SLOTBOOM:
En er is een nieuwe beweging Trots op Nederland.

ROUVOET:
Volgens mij zijn heel veel burgers trots op Nederland, op aspecten van Nederland. Daar hoef je niet voor bij een bepaalde politieke beweging horen.

SLOTBOOM:
Het is niet exclusief voor mevrouw Verdonk?

ROUVOET:
Nee. lijkt me niet. Ik denk dat heel veel mensen trots zijn op Nederland en op aspecten daarvan.

SLOTBOOM:
Als het zo doorgaat met de versplintering van de oppositie zou ik zeggen: met zulke vijanden hoef je in het kabinet geen vrienden te zijn.

ROUVOET:
Ik moet een beetje oppassen om nu in deze rol een oordeel te geven over wat er in de Kamer gebeurt. Het is goed gebruik in dit land dat de Tweede Kamer de regering controleert en niet andersom. Ik zal me daar dus ook niet aan wagen. We volgen met belangstelling wat er gebeurt. Mevrouw Verdonk zit alleen in de Kamer. Ze heeft nu een politieke beweging opgericht. Ik heb ook begrepen dat ze beschikbaar is voor het premierschap.

SLOTBOOM:
Toen ging er een grote rilling door de Trêveszaal?

ROUVOET:
Nee, maar er was wel het algemene streven dat we van dat aanbod de komende drieënhalf jaar in ieder geval geen gebruik zullen maken. (letterlijke tekst, ongecorrigeerd, TO)