Beantwoording vragen van het lid Pechtold over het aftreden van het hoofd
van de politietrainingsmissie in Afghanistan van de Europese Unie
19-10-2007 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Bijgaand bieden wij u aan de antwoorden op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid Pechtold (D66) over het aftreden van het hoofd
van de politietrainingsmissie in Afghanistan van de Europese Unie.
Deze vragen werden ingezonden op 18 september 2007 (uw kenmerk
2070800100).
De minister van Buitenlandse Zaken,
drs. M.J.M. Verhagen
De minister van Defensie,
E. van Middelkoop
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
drs. A.G. Koenders
Beantwoording van de vragen van het lid Pechtold (D66) aan minister
van Buitenlandse Zaken Verhagen, minister van Defensie Van Middelkoop
en minister voor Ontwikkelingssamenwerking Koenders over het aftreden
van het hoofd van de politietrainingsmissie in Afghanistan van de
Europese Unie. (Ingezonden 18 september 2007).
Vraag 1
Klopt het dat Friedrich Eichele, drie maanden na zijn benoeming als
hoofd van de politietrainingsmissie in Afghanistan van de Europese
Unie (EU), vertrekt? Wat is de reden? Welke consequentie heeft dit
voor de EU politietrainingsmissie?
Antwoord
Friedrich Eichele, hoofd van de EUPOL-missie in Afghanistan verlaat
Afghanistan om een nieuwe functie op te nemen als directeur van een
afdeling van de bondspolitie (Bundesbereitschaftspolizei). Duitsland
heeft al een capabele vervanger voor de heer Eichele aangezocht, zodat
de discontinuïteit in leiderschap en de gevolgen voor de EUPOL missie
naar verwachting beperkt zullen zijn.
Vraag 2
Bent u op de hoogte van een "stammenstrijd" 1) tussen de NAVO en de
EU? Of van andere problemen in de internationale samenwerking in
Afghanistan?
Antwoord
Er is geen sprake van "stammenstrijd" tussen de NAVO en de EU. ISAF en
EUPOL vullen elkaar aan en werken beide aan duurzame veiligheid en
stabiliteit in Afghanistan. Omdat het lidmaatschap van de EU en de
NAVO niet volledig overlapt, brengt de samenwerking tussen beide
organisaties enkele gecompliceerde juridisch-technische kwesties met
zich mee, bijvoorbeeld op het gebied van het delen van informatie en
inlichtingen. Hierbij is immers de bescherming van vertrouwelijke
informatie en toegang tot beveiligde communicatienetwerken aan de
orde. Normaal gesproken zouden dergelijke kwesties met enige goede wil
opgelost kunnen worden. Helaas wordt dit echter bemoeilijkt door de
slechte verstandhouding tussen enkele NAVO- en EU-lidstaten, waarbij
de Cypriotische kwestie op dit moment het belangrijkste struikelblok
is. De Nederlandse regering spreekt de betrokken landen hierop aan. Zo
heeft Minister Verhagen dit punt onlangs opgenomen met Turkije en
marge van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York.
Thans wordt gewerkt aan pragmatische oplossingen voor deze
problematiek.
Vraag 3
Wat is uw reactie op het aftreden van de heer Eichele met betrekking
tot uw eerdere constatering dat functionerende Afghaanse
veiligheidsstructuren een voorwaarde zijn voor het op termijn
uitfaseren van de internationale (militaire) presentie? 2)
Antwoord
Zoals gezegd, is een capabele vervanger beschikbaar voor de heer
Eichele. Zijn vertrek zal dan ook geen noemenswaardige gevolgen hebben
voor de EUPOL-missie en de internationale inspanning om het
functioneren van de Afghaanse veiligheidsdiensten te verbeteren.
Vraag 4
Klopt het dat de EU de beloofde fondsen, mankracht en gepantserde
wapens niet volgens afspraak levert? 3) Welke consequentie heeft dit
voor de NAVO missies in Afghanistan?
Antwoord
Er is geen sprake van dat de EU toegezegde fondsen, mankracht en
materieel niet volgens afspraak zou leveren. Wel kent EUPOL enkele
opstartproblemen. Deze hebben deels te maken met de logistieke
uitdaging van het opzetten van een dergelijke operatie in de Afghaanse
context (ondermeer de aanvoer van materieel) en deels met de
juridische onderbouwing van samenwerking tussen o.a. EUPOL en EU
enerzijds en ISAF en de Provinciale Reconstructie Teams anderzijds.
Dit heeft ertoe geleid dat de EUPOL missie nog niet op volle sterkte
en nog niet volledig operationeel is (zie ook Kamerbrief met nummer
27925, nr. 272). Hierdoor is vertraging ontstaan bij de aanschaf van
materieel. Inmiddels zijn maatregelen genomen om de relevante
procedures te versnellen.
Voor de NAVO-missie in Afghanistan heeft dit geen consequenties.
Vraag 5
Klopt het dat de EU alleen auto's levert die in Europa zijn gemaakt?
Waarom is hiervoor gekozen? Deelt u de mening dat een goede
uitrusting, waarover de verschillende missies in Afghanistan tijdig
kunnen beschikken, van een groter belang is dan de Europese herkomst
van het betreffende materieel?
Antwoord
De aanbestedingsprocedures van de EUPOL-missie leggen geen beperking
op aan de geografische oorsprong van aan te schaffen materieel.
Uiteraard delen wij de mening dat het tijdig over goede uitrusting
kunnen beschikken door EUPOL uitgaat boven de herkomst daarvan.
1) Het Financiële Dagblad, 13 september 2007, "Getergde politietrainer
EU verlaat Afghanistan."
2) Kamerstuk 27 925, nr. 254, vergaderjaar 2006-2007, p.11
3) Het Financiële Dagblad, 13 september 2007, "Getergde politietrainer
EU verlaat Afghanistan."
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken